Romeinen 8 : 1 – 17

Gemeente,

‘Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven…’

Dit achtste hoofdstuk van de Romeinenbrief handelt over het leven die ons ten deel valt door de werking van God’s Geest in ons. Het begint dan ook met een wondermooie belofte in vers 1 : ‘Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn…’ Dit eerste vers is eigenlijk zo’n beetje de samenvatting van de voorafgaande hoofdstukken 3 tot en met 7. Wij zijn als misdadigers die de doodstraf verdienen… maar we hebben gratie verkregen. Eigenlijk waren we veroordeeld tot de dood en eeuwige verdoemenis in de hel (dat mag je tegenwoordig niet meer zeggen hé… ‘t is ouwbollig enzo, maar wel mijn bijbel). Maar toen bracht onze Redder, Jezus de Christus, gratie in genade (dat wil zeggen : gratis, zonder dat wij daar maar iets voor hebben moeten doen). En daarom is er nu geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn.

Laat die wondermooie boodschap maar eens goed bezinken! De prijs voor zonde werd volledig betaald door Jezus aan het kruis. Hij werd veroordeeld in onze plaats, en daarom is eventuele ‘straf’ een afgesloten onderwerp. Niet langer van tel voor hen die geloven… voor hen die er op vertrouwen dat er verzoening is tussen God en mens in Jezus de Christus. Zij die Leven hebben ontvangen door Zijn Geest vallen niet langer onder de veroordeling van de Rechtvaardige God.

Zo begint het achtste hoofdstuk van de Romeinenbrief. Een hoofdstuk die als een lofprijzing leest over het werk van Gods Geest in ons. En Zijn werk in ons brengt ons dan ook heel wat voordelen.
Hij bevrijdt ons van zonde en dood (verzen 2 en 3). Want Hij verandert onze ‘natuur’ (van ‘vlees’ naar Geest)(verzen 4 en 5). Niet langer is de dood voor ons weggelegd, maar leven en vrede (sjalom)(vers 6). Wij behagen God (vers 8), want ‘de Geest Gods woont in ons’ (vers 9). Onze sterfelijke lichamen worden levend gemaakt door Zijn Geest die in ons woont (vers 11).
Je zou kunnen zeggen dat onze innerlijke natuur veranderd is… wij zijn als het ware een nieuwe schepping.

Dit brengt ons tot het vers waar we vanmorgen willen bij stilstaan (vers 13) : ‘Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven…’ De Geest van God schenkt ons de macht om te overwinnen op het ‘vlees’…
Hier komen we eigenlijk bij het belangrijke onderscheid tussen ‘rechtvaardiging’ (we zijn rechtvaardig verklaard voor God door het werk van Jezus de Christus en onze zonden zijn van geen tel meer) en ‘heiliging’ (we zondigen helaas nog steeds in dit leven en trachtten die zonden langzaam aan te overwinnen met veel ‘vallen en opstaan’). Of met andere woorden : zonde heeft niet langer ‘kracht’ over ons leven, maar wel nog ‘macht’ in ons leven. Eigenlijk is er een voortdurende niet aflatende strijd in het leven van een gelovige : de schepping van de nieuwe mens in ons (‘geest’) strijdt elk ogenblik met de oude mens waarin we nu nog leven (‘vlees’).

De sleutel om deze strijd als christen te kunnen aanvatten zijn de woorden in de tekst ‘door de Geest’. ‘Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest (van God) de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven…’ Afgezien van de werking van Gods Geest in ons kan er geen overwinning zijn op zonde! Vlees is niet in staat om vlees te overwinnen. De mens is niet in staat zichzelf op te rapen. Wij zijn niet in staat om uit eigen kracht te strijden tegen de zonde in ons. Het enige wat ‘vlees’ kan doen is de wet van zonde volgen (dat is wat we lezen in Rom. 7), (vers 18) : ‘Want ik weet dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig (in mijn ‘geest’, de nieuwe mens), maar het goede uitwerken, kan ik niet…’ (in mijn ‘vlees’, de oude mens)! (vers 15) : ‘… want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb (in mijn ‘geest’), dat doe ik (in mijn ‘vlees’).’ Dit is een uitzonderlijk belangrijk inzicht voor elk christen!

Want er komt een ogenblik in het leven van een christen dat we mogen beseffen hoe we steeds verliezen in onze strijd tegen de zonde in ons. Hoe één of meerdere zonden steeds op de voorgrond treden… iets waar we maar niet vanaf kunnen geraken. Ja, we hebben alles geprobeerd : beloftes gedaan, gebeden om kracht, getracht om toch maar te veranderen… en we kunnen misschien wel eventjes overwinnen : een korte tijd die welbepaalde zonde bedwingen… tot we weer verslappen of een andere zonde de kop opsteekt. En misschien denkt u nu : die kan nogal overdrijven zeg… ik heb helemaal geen zulke terugkerende zonden in mijn leven!… Wel, ik vrees dat U hard te lijden hebt onder de zonde van ‘hoogmoed’!

Overwinning op het ‘vlees’, op de zonden in je leven, kan er alleen maar zijn ‘door de Geest’. De Heilige Geest is vaak een verwaarloost onderdeel van God in ons geloof. Wat moet je ermee?…
In de pinkstergemeentes zijn ze er vaak over bezig, maar we voelen ons toch wel wat onwennig in zo’n milieu… Dus ja, de Heilige Geest… wat is er mee?…

De Heilige Geest is de kracht van God in ons nieuwe leven. Zonder die kracht kunnen we in feite niets doen. En de Geest is krachtig : (Hand. 1:8) : ‘… maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt…’ En in Ef. 3:16 : ‘… opdat Hij u geve… met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens…’ De inwendige mens is de nieuwe schepping die God in ons maakte na onze bekering. Dus met andere woorden : Zijn Geest leeft in ons. Ben je een christen… dan draag je Zijn Geest in je… dan ben je drager van die kracht.

Maar al te vaak beseffen we dat niet… en gedragen we ons krachteloos. Of beter gezegd we maken de Geest krachteloos in ons omdat we voortdurend trachtten uit eigen kracht te overwinnen. We bedenken allerlei trucjes om onze zonden onder controle te houden… Het klooster is daar een mooi voorbeeld van : allerlei regeltjes om het lichaam, het ‘vlees’ onder controle te houden. Maar dat zijn menselijke maatregelen die gedoemd zijn te mislukken (kijk maar in de kerkgeschiedenis, of naar de hedendaagse pedofilie-schandalen die de RKK plagen).

Ja, we moeten de zonde doden in ons, of zonde zal ons doden… De zonde doden in ons, maar niet uit eigen kracht! Wij kunnen alleen maar falen… Dat klinkt misschien deprimerend en negatief… maar dat is het juist niet : want wij mogen leven uit deze belofte : door de Geest zullen we de werkingen van het lichaam doden. God Zelf zal ons helpen te overwinnen!
En hoe doen we dat dan, concreet??…

Zet je geloof aan het werk in Christus om de zonde in je leven te doen afsterven. Daarmee wil ik zeggen : stel je vertrouwen op Hem, dat Hij het is die zoiets doet in je leven. (Filip. 4:13) ‘Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft…’ Zoals de verloren zoon die op het punt stond te bezwijken ‘dacht aan’ (‘vertrouwde op’, zou je kunnen zeggen) het brood in het huis van Zijn Vader waardoor hij de kracht verkreeg om terug te gaan in nederigheid. In onze grootste onrust, in ons dal van diepe duisternis moeten we leren vertrouwen op de volheid van genade, op de rijkdom aan kracht en hulp in God aanwezig om ons te steunen.

Niet uit onszelf! Niet uit eigen kracht! Ik ben een arm en zwak schepsel, geheel en al onevenwichtig. De corruptie van mijn zonde is te sterk voor mij. Mijn ziel is als uitgedroogde, dorre grond… er is geen druppel van levend water in mij… Ik heb allerlei beloftes gedaan voor God aangaande mijn zonden… en ik heb ze uiteindelijk gebroken. Mijn engagementen bleken waardeloos… Af en toe leek het alsof ik kon winnen, alsof ik verlost kon worden van mijn overtredingen door mijn inspanningen… maar ik werd slechts misleid! Hangt het van mij af dan ben ik… verloren.

En toch, ondanks onze armzalige toestand, laat onze knieën gesterkt worden en laten we onze handen weer opheffen. Want zie onze Heer Christus, ‘uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen genade op genade…’ (Joh. 1:16). Aan hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde (Matt. 28:18). Hij is in staat om al die vijanden in mijn leven te verslaan. Om al die ongerechtigheden in mijn leven terecht te wijzen… ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem…’ (niet door onszelf!)(Rom. 8:37).
(Jes. 40:28-31) ‘Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de HERE, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden. Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte. Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen. Maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat…’

Hij is het die de uitgedroogde, dorre grond van mijn ziel maakt tot een stromende rivier. Hij is het die mijn stenen hart maakt tot een bron, een fontein van levend water!
We weten van Paulus dat hij te lijden had onder een verzoeking en toen hij hiervoor bad, gaf God hem te kennen : ‘Mijn genade is u genoeg…’ (2 Kor. 12:9). Paulus werd niet onmiddellijk bevrijd van zijn verzoeking… zo moeten wij dat dus ook niet verwachten wanneer we worstelen met één of andere zonde… maar het geloof, het vertrouwen dat we door de Geest in God voldoende kracht mogen hebben om uiteindelijk te overwinnen, moet ons genoeg zijn. Hij is het die ons kracht geeft, Hij is het die ons verlossing geeft. Hef je hart op in het vertrouwen (dat is ‘geloof’) van de verwachting van verlossende hulp van Christus!

En we spreken van verwachting! Want heel wat gelovigen menen dat als ze bidden, dat God onmiddellijk moet geven. Maar zo werkt het niet. Geloof is leven in de verwachting van een belofte! En het antwoord komt… maar niet altijd wanneer wij dat willen. (Habakuk 2:3) ‘Want het wacht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde… want komen zal het gewis, uitblijven zal het niet…’
Wij leven dus als christen in de verwachting van de verlossing van zonde, die helaas nog ons leven tot een dal van diepe duisternis maakt. En zelfs wanneer we (weeral) falen, wankel niet in je verwachting van verlossing en bidt elke dag om de belofte, want… (Hebr. 2:17-18) ‘Daarom moest Jezus in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen…’

Dit is het wat Hij doet! Vertrouw daarop! Door de Geest zal Jezus onze zonde in ons teniet doen. Op zijn tijd. Op zijn manier… Niet uit eigen kracht.
Koning David verwachtte vergeving en verlossing van God ‘zoals zij die wachten op de morgenstond…’ (Ps 130:6). Iets dat dus zeker zal gebeuren. We weten dat er na de nacht een nieuwe morgen komt. Zo mogen we de verlossing verwachten van onze zonden door Hem, door de Geest.
En als we werkelijk zo vertrouwen… als we werkelijk zo wachten op Zijn verlossing, dan zal Hij zich haasten om ons te helpen, zoals de vader die de verloren zoon tegemoet rende.

Dit alles kan natuurlijk ook alleen maar wanneer we ten volle beseffen hoe zondig we wel zijn. (Joh. 16:8) ‘En als Hij (de Trooster, de Heilige Geest) komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde…’! Vertrouw niet langer op jezelf om te overwinnen, broeders en zusters!
De Heilige Geest overtuigt het hart van haar zonde en schuld…
De Heilige Geest openbaart ons de volheid van Christus om ons te helpen in onze nood…
De Heilige Geest brengt in ons hart de verwachting van hulp in Christus…
De Heilige Geest alleen brengt het kruis van Christus in onze harten met zijn zonde-dodende kracht…
Ja, de Heilige Geest is de auteur (het begin) en voleindiger van onze heiliging!


Voorbede.

Hemelse Vader,

wij zijn U dankbaar dat U de kracht van zonde

over ons leven hebt gebroken

door Uw offer aan het kruis van Golgotha.

Maar breng ons tot het besef van de macht

die zonde nog steeds heeft in ons leven.

Sta niet toe dat we in hoogmoed menen

dat we onze zonden zelf overwonnen hebben.

Sta niet toe dat we in hoogmoed menen

dat er eigenlijk geen zonden meer zijn in ons leven.

Maar laat ons tot het besef, het inzicht komen

van de strijd die er heerst in ons…

En schenk ons dan Uw Heilige Geest

die de kracht mag zijn in het nieuwe leven

dat U ons schenkt.

Schenk ons Uw sterkte,

schenk ons Uw kracht… door de Geest,

dat U de zonde overwint

die nog bij ons aanwezig is.

Sta niet toe dat we andere christenen oordelen

om de zonden die we nog bij hen mogen zien…

Maar werk dusdanig in ons,

door Uw Heilige Geest,

dat we steun en troost mogen zijn

voor onze naaste.

Ja, Vader, werk in ons Uw liefde!

Tot eer en glorie van Uw heilige Naam.

Amen.