Gemeente,
‘Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft…’
Laten we eerst en vooral goed beseffen dat het Paulus is die hier spreekt… één van de grootste christenen van zijn tijd, en misschien wel van alle tijden. En hier mogen we toch lezen van een innerlijke worsteling die hem in zijn greep hield… ‘wat ik doe , doorzie ik niet, want ik doe niet wat ik wil, ik doe juist wat ik haat…’ (vers 15)… Ik doe juist wat ik haat… zelfs al ben ik christen!
Als iemand zoals Paulus zoiets kon ervaren in z’n leven dat hij het zelfs opschreef in één van z’n langste en misschien wel belangrijkste brieven… hoeveel meer moeten wij daar dan ook niet onder lijden, broeders en zusters! (en ik spreek uit ervaring!!).
Het is iets waar alle christenen onder lijden (of ze het willen beseffen of niet)… maar vaak durven we het niet zeggen natuurlijk… vaak moeten we ook doen alsof we volstrekt ‘rechtvaardig’ zijn en ‘dus’ niet meer zondigen. Want anders wordt je met de vinger gewezen in de kerk… moet je soms zelfs openbaar schuld belijden (in sommige kerken)… Zonde wordt dan al te vaak gereduceerd tot een enkele daad… een concrete misstap in je leven (een leugen bijvoorbeeld, of een diefstal… iets wat aanwijsbaar is…)… daar waar zonde veel meer is… zonde is opstand tegen God… zonde is de wortel van de existentie (de natuur) van de mens.
Maar zijn we dan niet rechtvaardig???…
Jawel! Wij zijn gerechtvaardigd door wat Jezus voor ons gedaan heeft. Let op, onze rechtvaardiging is door wat Hij gedaan heeft… niet door wat wij gedaan hebben… En ook niet door wat wij nog zullen doen (presteren) in ons leven!! Dit is het onderscheid tussen ‘rechtvaardiging‘ en ‘heiliging‘ (iets wat blijkbaar nogal door elkaar gehaald wordt in heel wat kerken).
Vaak denkt men dus omdat we gerechtvaardigd zijn, zullen we ook wel zonder zonde zijn. Alsof zonder-zonde-zijn het logische gevolg is van rechtvaardiging… Dit is een ernstige en gevaarlijke gedachte. Ja, zonder-zonde-zijn is datgene waar we naar moeten streven (Zeker! Absoluut!)… maar nu zijn we dat nog niet in dit leven, in dit lichaam!
Want een christen ontdekt maar al te vlug (na zijn bekering) hoe hij of zij nog steeds worstelt met zonde in zijn of haar leven… dag in, dag uit! Die dagelijkse worsteling om de zonde in je leven te boven te komen is wat we ‘heiliging’ noemen : de dagelijkse verandering (ommekeer) in het leven van een christen om ‘geheel anders’ (heilig, apart gezet) te worden… het dagelijkse afsterven aan zonde… en dat gaat gepaard met heel veel vallen en opstaan…
En zelfs al vallen we duizenden keren (per dag)… dat verandert niets aan onze status van ‘rechtvaardige’ (want dat is bekomen door het werk van een Ander!, en hangt niet af van een eigen moeten presteren… hangt niet af van wat we er zelf van bakken).
In onze tekstlezing zie ik dan ook drie puntjes die ik onder uw aandacht wil brengen.
Ten eerste dat we als christen (herboren! Niet de routine-variant!) verlangen om te voldoen aan de wet van God (‘Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God’, schrijft Paulus). Maar helaas ten tweede dat we voortdurend geconfronteerd worden in ons leven met begeertes, passies… andere verlangens die strijdig zijn met het principe van heiligheid (‘ maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem’). En ten derde dat we ondanks die worsteling in ons leven toch mogen spreken van redding : ‘Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? God zij gedankt, door Jezus Christus, onze Heer…’
Ten eerste dus dat we als christen verlangen om te voldoen aan de wet van God. ‘Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God…’, schrijft Paulus (Rom. 7:22). In elk christen is er namelijk een nieuwe ‘natuur’ geboren (vandaar dat we spreken van ‘wedergeboorte’). Deze nieuwe schepping is het werk van de Heilige Geest en door die nieuwe natuur in ons krijgen we een afkeer van alles wat zonde is… van alles wat niet beantwoordt aan datgene wat God wil.
Nu moeten we goed opletten : het is niet omdat er een nieuwe natuur in ons geboren is, dat de oude natuur automatisch verdwenen is. Nee, beiden zijn aanwezig in ons lichaam! En die twee zullen strijden tot het einde.
Hoe herken je nu iemand die zo’n nieuwe natuur in zich heeft?… (Of hoe weet je het van jezelf?).
Aan het verlangen om te voldoen aan de wet van God. Merk op dat ik niet zeg dat je zo iemand kunt herkennen aan het feit dat hij de wet ook effectief doet in z’n leven! (alsof hij zonder zonde zou zijn)… Ik moet de eerste mens nog tegenkomen die de wet ook effectief volledig doet. Nog nooit gezien, nog nooit meegemaakt!
Maar een christen herken je aan het verlangen : het verlangen om die wet te kunnen doen. Het verlangen om komaf te maken met zonden in het eigen leven… zonden die er nog altijd zijn… (Ja, ik weet waarover ik spreek!). Het verlangen om heilig te zijn in de ogen van de levende God…
Een christen leest bijvoorbeeld de bergrede en beseft hoe veeleisend deze God is… en hoe weinig we zelf hieraan beantwoorden in ons leven. Een christen zoekt ook geen excuses om die bergrede te minimaliseren (‘het is maar figuurlijk’, blablabla).
Als een christen mocht kiezen zoals in de droom van Salomo… dan zou hij ook geen lang leven vragen, of rijkdom, of wat dan ook… maar alleen dit : dat hij mag leven zoals God het eigenlijk wil… heilig zijn, de wet volgen… dat is de droom, het verlangen van de nieuwe natuur in de mens.
Nogmaals : een christen zoekt geen excuses om de aanklacht van de wet te verminderen! Een christen beseft zijn eigen schuld hierin (da’s ook niet zo populair natuurlijk). Niet alleen zijn schuld van vroeger… maar ook nog zijn steeds terugkerende dagelijkse schuld. Een christen verlangt naar een zuiver leven voor God… ‘Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God…’…
Maar wat blijkt nu… er is, als tweede puntje, het conflict met de oude natuur in ons… ‘maar in alles (!) wat ik doe zie ik die andere wet…’
Broeders en zusters, dit is echt niet te onderschatten : de aantrekkingskracht van zonde in ons leven. Tot we sterven (christen of geen christen) is de wet van zonde geworteld in ons bestaan.
Ik zou zelfs zo ver willen gaan en zeggen dat als iemand beweert dat hij niet worstelt met zonde (opstand tegen God)… hij is geen christen. Want zo iemand is blijkbaar nog altijd blind voor de aanwezigheid en de vruchten van zonde in z’n leven… God heeft z’n ogen, zou je kunnen zeggen, nog niet geopend voor de werkelijkheid van zijn opstand tegen God.
Ja, en als iemand worstelt met specifieke zonden in z’n leven en daar moeite en miserie en pijn van ondervind… dan is dat juist een teken dat hij leeft!… Ja die pijn ervaren is een teken van leven! (niet dat pijn daarom ‘goed’ is of dat datgene wat die pijn veroorzaakt ‘goed’ is… het zijn dingen die wel degelijk moeten verdwijnen)… Worstel je dagelijks met een zonde of zonden en kraak je bijna onder die druk?… Godzijdank, je bent een kind van God!
Iemand die nog innerlijk dood is (niet herboren) voelt echter niets van die dingen en beseft ook niets over z’n toestand waarin hij eigenlijk verkeerd. Iemand die nog innerlijk dood is, denkt van zichzelf : het valt wel mee hoor… ik ben zo slecht nog niet… maar mijn buurman daarentegen…. (herkennen we dat?)…
Als we als christen beweren dat we (een) zonde overwonnen hebben (dat gebeurt wel eens, ook misschien in uw eigen leven)… dan mogen we veronderstellen dat we of op het punt staan te vallen onder onze ‘hoogmoed’ (misschien wel de grootste zonde)… of we hebben, dankzij Gods hulp, een specifieke zonde inderdaad tijdelijk overwonnen en die teruggedrongen in een sluimerende toestand. Maar wees er maar van overtuigd, broeders en zusters : die zonde keert terug in uw leven… laait plotseling op… op het ogenblik dat we het ‘t minst verwachten… Of een andere zonde zal gebruik maken van die overwinning om op de voorgrond te treden… Broeders en zusters, het gevecht is tot het einde!
‘…maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft…’
Een gevangene van de wet van zonde… wat bedoelde Paulus daar mee?
Enerzijds kan het dus blijkbaar dat een christen, een kind van God (!), gevangen raakt in zijn zonden : dat is dat de wet van zonde en dood in ons lichaam tijdelijk de overhand haalt… dat een bepaalde zonde tijdelijk overwint in ons leven (zelfs al zijn we christen!)… Dit is erg om te zeggen en het is een trieste zaak… en veel christenen doen alsof dit niet kan… of dat je dan geen christen meer bent op zo’n ogenblik.
Broeders en zusters, nogmaals, een christen kan zijn status van ‘rechtvaardige’ niet verliezen (als hij dit heeft), want het werk dat hiervoor nodig was werd reeds volbracht aan het kruis door een Ander! Een christen die valt onder een (tijdelijke) zonde is en blijft een christen… dankzij de genade van God.
Anderzijds kan die zin ‘een gevangene van de wet van zonde’, ook beduiden dat wanneer je als christen worstelt met die specifieke zonden waar jij zelf als persoon moeite mee hebt… wanneer je dag in dag uit in een strijd verwikkelt bent met je eigen fouten en tekorten… dan ga je heel vaak twijfelen… Dan ga je je afvragen : ‘Ben ik wel een kind van God?’… ‘Waarom kan ik niet ophouden met zondigen?’… ‘Ik wil wel… maar het lukt niet….’ : ‘Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik…’ (Paulus in vers 19).
Als dat gebeurd dan is het alsof je ziel een ‘gevangene’ wordt… gevangen in twijfel, gevangen in wanhoop, gevangen in ongeloof… het gevangen denken dat voortvloeit uit de consequentie van die zonden in je leven… Dus hoewel we de redding (rechtvaardiging) niet meer kunnen kwijtspelen, kan zonde helaas nog altijd heel wat schade aanrichten in je leven : ‘maar indien iemands werk verbrandt (als christen), zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen…’ (1 Kor. 3:15).
Godzijdank mogen we daarom eindigen met het derde puntje wat Paulus ons toont : ‘Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? God zij gedankt, door Jezus Christus, onze Heer…’
Er was een tijd toen we dachten dat het allemaal nog wel meeviel, dat we zo slecht niet waren… dat was een tijd van zelf-rechtvaardiging… Ja, die tijd toen we eigenlijk nog dood waren in overtredingen en zonden en toch overtuigd waren van onze eigen rechtvaardigheid… (Ik heb God eigenlijk niet nodig!)…
Maar nu worstelen we (als christen), dag in, dag uit… Broeders en zusters, omdat er Leven is in de ziel die zonde haat!! Ja, die worsteling is er omdat we onze zonde haten!! De worsteling toont ons dat we leven!… Ik weet dat het zwaar kan wegen (ik spreek uit ervaring!) : iedere dag dezelfde fouten… jezelf proberen te veranderen (en mislukken)… vallen en weer opstaan… maar het is geen reden om te twijfelen, geen reden om de moed op te geven…
Integendeel! Het is juist het bewijs dat je leeft! Het bewijs dat God een nieuwe schepping in je begonnen is! En alle ‘heiligen’ hebben op dezelfde manier geleden (zie maar naar Paulus en onze tekstlezing!).
Twijfel niet! Geef de moed niet op! Wanhoop niet!… Want wie heeft ons, ongelukkige mensen, gered uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood (de wet van zonde)? Dat hebben wij niet zelf gedaan, en dat kunnen we ook niet!! God zij dank, Jezus Christus heeft dit alles reeds volbracht : ja, hij rechtvaardigde ons nog voor dat we zelfs geboren waren! Zoek dus niet naar eigen rechtvaardiging (wanneer je strijd tegen je dagelijkse zonden), maar vertrouw alleen op Jezus (‘Jozua’ : de God die redt)!
Voorbede.
Hemelse Vader,
leer ons dat ‘rechtvaardiging’
niet iets is dat van ons afhangt,
van onze zogezegde prestaties…
maar dat U ons redt, nog voor wij geboren waren.
Leer ons dat ‘heiliging’ iets is
waar wij voortdurend aan moeten werken,
omdat we reeds rechtvaardig zijn in Uw ogen.
Schenk ons daarom de kracht om af te sterven
aan de zonden in ons leven.
Schenk aan ons allen Uw nieuwe schepping Vader…
Schenk ons het verlangen om komaf te maken
met alle overtredingen en zonden in ons leven.
En wanneer we dan iedere dag worstelen,
Uw nieuwe geest in ons tegen onze oude natuur…
Geef ons de kracht om vol te houden!
Geef ons de kracht om niet te oordelen
over de vele fouten van de andere christenen om ons heen.
Sta niet toe dat we gevangen worden in zonde.
Sta niet toe dat we gevangen worden in wanhoop,
of moedeloosheid, ongeloof, of twijfel…
Maar bevrijd ons iedere dag opnieuw van de zonden in ons leven!
Wij willen U danken Vader,
dat U ons wil redden uit dit bestaan dat beheerst wordt
door de wetmatigheid van zonde en dood.
Ja, dat U ons reeds gered hebt!
Door het werk van Jezus, Uw Zoon, de gekruisigde.
Amen.