Gemeente,
‘Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid’
Mozes wist dat de grote menigte, het volk dat uit Egypte was gekomen, in de woestijn zou moeten sterven vanwege de fouten die ze gemaakt hadden, en waarvoor ze moesten boeten 40 jaar lang. Daarom toont het begin van Psalm 90 ons ook de kortheid, de vluchtigheid van het menselijke leven voor de toorn van God : ‘Want al onze dagen gaan voorbij door uw verbolgenheid, wij voleindigen onze jaren als een gedachte…’ (vers 9).
En daarom bidt Mozes voor de mensen een wonderlijk gebed, die in feite hier op neerkomt : ‘Here, als we dan toch moeten sterven in de woestijn… als deze ganse generatie weggevaagd wordt in de wildernis…dan, tenminste, geef ons in die korte dagen die ons nog resten, Uw goedertierenheid, Uw liefde, Uw genade… zodat we in het resterende stuk van ons leven van blijdschap kunnen juichen…’
Nu, aangezien onze dagen hier in deze aardse wildernis, ook snel korter worden, en we weeral op het einde staan van een jaar… lijkt me dit gebed van Mozes een bijzonder wijs gebed te zijn.
‘Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid…’ Eigenlijk mogen we ook vertalen : ‘Verzadig ons in de vroegte, vanaf het begin, met uw genade…’ Here, geef ons verzadiging, maak ons tevreden in dit leven door uw genade, zodat we ons leven niet verkwanselen in ontevredenheid…
Eigenlijk schetst Mozes hier het ideale leven. Een tevreden leven, een vervuld leven, een ‘gelukkig’ leven, een verzadigd leven… Is zoiets eigenlijk wel mogelijk? Is zoiets menselijk? Het is toch als het bouwen van een huis op een gebarsten fundament. Je mag nog zoveel aandacht besteden aan de bovenbouw, aan de afwerking… als het fundament dat er ligt, kapot is of scheef ligt… dan moet het huis daarbovenop toch wel instorten? Zo zoekt de mens tevergeefs elke dag van zijn leven naar die verzadiging, naar dat geluk… Hij tracht die verzadiging te bereiken in zijn ‘bovenbouw’… maar het fundament eronder is kapot vanaf het begin. Dat is denk ik waar het in dit vers 14 eigenlijk om gaat. Hoe mensen verzadiging moeten zoeken, het ‘geluk’ voor hun leven.
Want hoe trachtten mensen dat te bereiken? Die vervulling, dat ‘geluk’, die verzadiging…? Dat eerste stukje van dat vers ‘Verzadig ons (in de morgenstond met uw goedertierenheid)’… Verzadig ons, verzadig ons, verzadig ons… is dat niet wat alle mensen verlangen op één of andere manier… Is dat niet de universele uitroep van alle mensen? Iedere dag? Overal? Verzadig ons? Hoe smacht het hart van de mensen naar verzadiging. De honger van de mens naar luxe, naar steeds meer is onvezadigbaar… het is de honger naar het ijdele, zou Salomo zeggen. Naar ‘lucht’ eigenlijk, naar dingen die onbelangrijk zijn, en daarom ook nooit kunnen verzadigt worden, omdat ze van binnen ‘leeg’ zijn. Het is als een bodemloze put die je zou proberen te vullen…
Dat iedere mens wil verzadigd worden mag dus duidelijk zijn… Mozes gaat echter verder : ‘Verzadig ons in de morgenstond…’ Mensen willen niet alleen verzadigd worden… ze willen ook zo snel mogelijk verzadigd worden… vanaf het begin, in alle vroegte, in de morgenstond van het leven…
Nu is daar niks fout mee, dat mensen het geluk willen vinden, dat ze verzadigd willen worden in alle aspecten van het leven, en wel zo snel mogelijk… daar is niks fout mee… zolang we het laatste stukje van het vers erbij nemen! ‘Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid’!
Want daar is het waar het fout loopt bij de mens…
Sommigen roepen namelijk uit : ‘Verzadig ons in de morgenstond door bezittingen en rijkdom’!… Heeft een mens ooit genoeg? Is een mens ooit tevreden met wat hij verzameld heeft op zijn bankrekening? Er is toch altijd iemand die nog meer heeft… een nog groter huis heeft… een nog dikkere auto… Dit is de verzadiging waar de meeste mensen naar streven. Maar daar er altijd meer is wat je kan hebben, is er ook nooit verzadiging…
Sommigen roepen uit : ‘Verzadig ons in de morgenstond door eer en roem’! Laat ons belangrijk worden… titels verzamelen… iemand van aanzien worden… Hoe belangrijker in deze maatschappij, hoe meer verantwoordelijkheden, hoe meer nutteloze verplichtingen, hoe minder tijd voor partner, familie, vrienden… Hoe meer eer en roem, hoe minder je datgene juist hebt wat je zou willen. En ook hier geld hetzelfde als met bezittingen… er is steeds meer dat je zou kunnen halen : steeds hogere titels, steeds hogere posities in de maatschappij… Is er ooit verzadiging?
Sommigen roepen uit : ‘Verzadig ons in de morgenstond door genot’! Laat ons genieten van wat het leven brengt, zolang het nog kan. ‘Pluk de dag’ wordt bij veel mensen ‘plunder de dag’. Maar ook hier zien we de ijdelheid van de dingen… Even heb je het genot van een goede maaltijd, of een glas wijn, of aangenaam gezelschap… en onmiddellijk is dat weer voorbij en kijk je uit naar de volgende ‘verzadiging’… een hopeloze strijd eigenlijk. Het ogenblik dat je het hebt, moet je het weer laten gaan. Genot is maar iets van een ogenblik… Is er daar ooit voortdurende verzadiging?
Sommigen roepen dan uit : ‘Verzadig ons in de morgenstond door kennis’! Dat lijkt op het eerste gezicht een veel nobeler streven dan de vorige drie (bezit, roem, genot). Maar wat merken we : ook hier is er voortdurend steeds meer om te leren… de kennis die we verzamelen kan nooit verzadigd worden. Om nog maar te zwijgen van het feit dat we voortdurend ook weer vergeten wat we geleerd hebben… En uiteindelijk eindigen we in het graf, waar alle aardse kennis verloren gaat.
Nu zijn er naast deze pogingen om verzadigd te worden (bezit, roem, genot, kennis), misschien ook mensen die zeggen : dat hoeft allemaal niet… ik leef gewoontjes van dag tot dag. Ik heb helemaal geen hogere doelen in mijn leven… ik wil gewoon met rust gelaten worden… en als ik mijn eten en drinken heb iedere dag en een plaats om te slapen, dan is mij dat genoeg. Dan ben ik zo wel verzadigd…
Dat klinkt zo slecht niet en is, als houding, misschien veel beter, veel natuurlijker, dan de vorige 4 die ik heb opgesomd… maar eigenlijk is het toch maar de ambitie van een hond of een kat, dacht ik zo… De mens is gemaakt naar het beeld van God en heeft een veel hoger doel, dan enkel maar dagelijks te overleven (iets waar heel veel mensen op deze planeet toe gedoemd zijn trouwens, tot schande van de rest van de wereld die het wel goed heeft).
Geen enkel poging, broeders en zusters… geen enkele poging van de mens leidt tot verzadiging. Dat is het wat Salomo bedoelde met zijn ‘ijdelheid der ijdelheden’ : alles is lucht en zinloos. Dwz verzadiging door middel van bezit, roem, genot, kennis… is zinloos.
En daarom bidt Mozes ook iets heel anders : ‘Verzadig ons in de morgenstond met uw (= Gods) goedertierenheid’! Hier zien we en leren we hoe we tot volle verzadiging kunnen komen : elke dag van het nieuwe jaar dat voor ons ligt. Biologisch gezien, als dier, zouden we heel makkelijk verzadigd kunnen worden : geef een kudde schapen een mooie weide met mals gras en een droge stal en zijn volmaakt gelukkig. Ze gaan niet gaan roepen : ‘Verzadig ons!Verzadig ons!’ Maar de mens! Geef de mens brood en water, en een bed… hij zal niet gelukkig zijn… want de verzadiging die hij zoekt is helemaal niet van deze wereld. En daarom moeten we onze zoektocht naar verzadiging beginnen met het besef dat we een gevallen schepsel zijn. De eerste mens Adam was verzadigd, zolang hij niet zondigde. Door te breken met God verloor de mens zijn verzadiging, zijn ‘geluk’. Je ziel kan geen rust vinden, geen verzadiging vinden, net zomin als de duif die uitvloog over het woeste water van de zondvloed. Daarom kan onze verzadiging ook alleen maar van God komen. De redding moet van Hem komen. Daarom staat er dus : ‘Verzadig ons met uw goedertierenheid’. De mens heeft God nodig : zoals het oog licht nodig heeft om te zien, zo heeft onze geest God nodig om te ‘zien’. En daarom moeten we leren te bidden, elke dag van het nieuwe jaar dat voor ons ligt : ‘Vader, ik ben onverzadigd in dit leven, want ik ben een onrein schepsel. Ik heb gebroken met U, het is mijn schuld’… Eigen schuldbesef is het begin van verzadiging, van terugkeer naar God. Vrede sluiten met je Maker… De ruzie moet bijgelegd worden, en dat doen we door ons te onderwerpen aan Hem : inzicht van de eigen fouten het afgelopen jaar, het eigen tekort schieten…
En hoe kan die verzadiging er dan komen van Godswege? Hoe brengt God ons die verzadiging? Want wij kunnen het dus uit onszelf nooit bereiken… wel : ‘Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid‘, staat er. Het Hebreeuwse woordje dat hier vertaald staat met ‘goedertierenheid’ kan op vele manieren vertaald worden, maar de essentie blijft wel dezelfde : ‘goedheid, liefde, genade, medelijden, naastenliefde…’ Dat we mogen terugkeren tot God, dat we nog kunnen verzadigd worden en het doel van ons leven mogen vinden… is genade! God schenkt ons dat, hoewel we het eigenlijk niet verdienen. De fouten van het afgelopen jaar worden zomaar vergeven, zand erover. Er moet helemaal geen prijs betaald worden. Genade! Goedertierenheid! Verzadiging is gratis!
Vreemd, zul je nu misschien zeggen… Ik vertrouw op Hem… ik vertrouw op de vergeving van zonden door Zijn genade… maar nog voel ik me niet verzadigd. Nog woelt de onrust in mij!…
Dat is omdat we allemaal de natuurlijke neiging hebben om te zondigen. We blijven zondigen, zelfs als christen… iedere dag opnieuw… Niemand heeft het ons aangeleerd… we doen het gewoon als vanzelf. Onze natuur moet volledig veranderd worden. Zolang we de zondige natuur hebben, kunnen we eigenlijk niet verzadigd worden. De zondige natuur in ons is onverzadigbaar in haar verlangens… Daarom moeten we opnieuw geboren worden. ‘Zie, ik maak alle dingen nieuw’!… dat is wat Jezus hier kwam doen op aarde : onze zonden niet alleen vergeven, maar ons ook verlossen van die oude natuur. Iedereen die nu zijn vertrouwen stelt op Jezus wordt nieuw geboren!
‘Aha’, zul je zeggen ‘maar ik vertrouw, en toch ben ik niet perfect’. De zondige natuur blijft nog in ons, al is hij dan overwonnen. Toch moeten we er dagelijks nog mee worstelen. Maar hoe kan ik dan verzadigd zijn? Als ik nog zondig ben, als ik nog dagelijks moet worstelen?…
Waarom zijn we onverzadigd? Omdat onze bankrekening niet voldoet aan onze wensen… Wel, dit is het nieuwe leven : dat we onze wensen aanpassen aan onze bankrekening : zo wordt je verzadigd. Het is de mens zelf, zijn ingesteldheid die gans anders wordt. Het is niet de werkelijkheid die zich moet aanpassen aan onze wil… nee, onze wil maakt zich ondergeschikt aan de werkelijkheid waarin we leven. Het is dat we leren verzadigd te zijn met datgene wat ons is toebedeeld in dit leven.
De gelovige kijkt rond zich en dankt God voor de natuur, waarin hij mag leven (zelfs al is het niet zijn bezit, zijn mooie tuin, zijn villa….). De gelovige leert genieten van de kleine dingen in het leven. De gelovige leert zich verheugen dat zijn medeschepselen ook mogen genieten van diezelfde dingen, zonder dat we het ons moeten toe-eigenen… Wat ik wil zeggen is : de gelovige leert, door de genade van God, hoe het anders kan : een nieuwe geestesgesteldheid… Of de gelovige nu leeft of sterft, gezond of ziek is, veel of weinig heeft… ‘De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen. Geprezen is de Heer’. Wat Mozes bad : ‘ Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid’… was eigenlijk een gebed tot innerlijke verandering.
Dat is makkelijk gezegd, maar heel moeilijk om zo te leven, vanuit dat inzicht. En dat is wat ik u toewens voor het nieuwe jaar. Want wie dat inzicht van Mozes kan toepassen in zijn leven, zal eindelijk ook verzadigd mogen zijn!
Amen.