Gemeente,
“Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht”…
Het Hebreeuwse woordje dat hier met ‘toevlucht’ vertaald wordt, is eigenlijk ook het woord voor ‘verblijfplaats, woonplaats, thuis’. Ook is het goed om op te merken dat deze psalm van Mozes afkomstig is. Mozes, de man Gods, ook wel als enige ‘de vriend van God’ genoemd. Deze psalm is ook nog een gebed, staat er…
Waar was Mozes nu toen hij dit gebed uitsprak? Niet in het paleis van de Farao… ook niet in het beloofde land natuurlijk… maar wel in de woestijn. Misschien dat hij zijn gebed uitsprak vanop de top van een heuvel, terwijl hij neerkeek op de stammen van Israel terwijl ze hun tenten opbraken (voor de zoveelste keer) om weer verder te trekken… Misschien dat hij de Israelieten zag zwoegen in hun ontberingen, en dat hij dacht : deze arme mensen, ze komen nooit tot rust, nooit tot echte rust, ze hebben geen eigen woonplaats, geen plaats waarvan ze kunnen zeggen : ‘dat is nu mijn thuis…’ En dat Mozes de ogen opsloeg naar de hemel en zo tot het inzicht kwam, dat diepe inzicht verkregen door levenswijsheid : ‘Here, U bent eigenlijk onze enige verblijfplaats op deze wereld…ons enigste thuis!’
De Israelieten in de woestijn hadden het niet gemakkelijk… Ze konden even hun tent opslaan voor een korte tijd; eventjes konden ze alles weer op de juiste vertrouwde plaats leggen binnenin de tent… maar voordat ze zich konden inburgeren in de oase waar ze eventjes verbleven… zagen ze de wolk (of de vuurkolom) weer verder gaan… Zelfs al was de huidige oase een gezellige plek waar ze misschien graag hadden willen blijven, ze konden niet… altijd maar verder, altijd maar verder naar het beloofde land. Ze konden het zich niet veroorloven om hun hart te verliezen aan die tijdelijke woonplaats waar ze eventjes verbleven op hun weg naar het hun beloofde land. En zo is het ook met ons, broeders en zusters, hier in deze wereld, de levenswoestijn, verblijven we maar een kort ogenblik. Straks moeten we verder naar het ons beloofde land. Maak van deze levenswoestijn niet de plaats waar je hart vertoeft.
Geen rust voor de Israelieten, geen comfort, geen luxe of gemak… Altijd op reis, als een nomade, als een vreemdeling in die woestenij. En zelfs als hun tent al eens opgeslagen stond, waren ze niet op hun gemak : extreme koude ’s nachts, te heet overdag, zandstormen… al dat leuks wat een woestijn bieden kan…
Daarom zegt Mozes, de vriend van God, met dankbaarheid : Here, U bent gelukkig niet zoals zo’n falende tent die ons nauwelijks kan beschermen en die we voortdurend moeten op- en afbreken… maar U bent onze ware toevlucht, onze enige echte verblijplaats in dit leven… in deze levenswoestijn.
Hier zegt Mozes ons dat God Zelf als enige, de thuisplaats is van de mens. In alle generaties (van geslacht tot geslacht) is Hij ons thuis! Misschien herkent u hier dezelfde waarheid die Paulus ons toont toen hij de mensen van Athene toesprak op de Aeropagus : God is niet ver van ons (zelfs van ongelovigen niet), want ‘in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij’ (Hand. 17:28). God is de thuisplaats van de mens (zowel voor gelovige als ongelovige).
In dit aardse leven, in deze levenswoestijn waar we als vreemdeling vertoeven, is er geen rust… geen plaats waar je van kan zeggen : hier is nu zekerheid, hier kan ik mijn vermoeide hoofd nu eens neerleggen en tot innerlijke rust komen… Voortdurend gaan we verder, steeds verder voortgejaagd door de wolk en vuurkolom (de Heilige Geest zou je kunnen zeggen). Dit is de weg van de christen. Er is geen andere rustplaats dan God Zelf voor ons. Al de rest is ijdelheid, zou Prediker ons zeggen. De christen reist door een voor hem vijandig land… iedere dag van het jaar (oud of nieuw) loert er gevaar : pijn, aanvechting, ziekte ook, en de dood…
En toch, al leven we in deze tent van vlees temidden van deze levenswoestijn, God is ons als een Thuis! Dat is toch als ik het zeggen mag een wonderlijke boodschap van hoop temidden van de dagelijkse ellende… als we terugblikken ook op onze ellende van het voorbije jaar.
Nu in de woestijn is er niet alleen het gevaar van koude, hitte, stormen, vijandige woestijnvolken enz… er is ook de voortdurende verandering. De Israelieten veranderen voortdurend van plaats, ze zijn steeds op weg… het wordt voor hen telkens anders, ze zien voortdurend nieuwe horizonten. Dat kan ook heel erg bedreigend overkomen natuurlijk. Mensen blijven graag honkvast op een plaats waar ze het goed hadden. Maar zelfs al is er verandering, goed of slecht (ook in de kerk is er vaak verandering), God blijft de Onveranderlijke. Op Hem kan je altijd rekenen, Hij is onze vaste burcht, onze Woonplaats, ons Thuis. Of je nu gezond of ziek bent, gelukkig of ongelukkig, in een kerk die leegloopt of waar juist nieuwe mensen bijkomen (en dat zijn dan vaak mensen die je niet kan luchten natuurlijk), er is geen verandering in je relatie met God. Wat er ook gebeurd… vertrouw op Hem : Hij is onze enigste zekerheid.
Nog iets wat de Israelieten ongetwijfeld meemaakten op hun reis was de vermoeidheid. De vermoeidheid van de lange trektocht… Ook wij ervaren die vermoeidheid, van wat het leven ons vaak brengt aan ziekte en lijden… afscheid nemen van geliefden… Broeders en zusters, God is ook in die zin onze Rustplaats, ons Thuis. Wat voor kruis je ook hebt mogen dragen in het afgelopen jaar, in God is je enige rustplaats. Kom tot Hem!
Misschien hebben sommigen van u rust trachten te vinden buiten God om…sommigen zoeken hun zekerheid in rijkdom… anderen menen het te kunnen vinden in vriendschap… uiteindelijk wacht je alleen maar teleurstelling. Nooit zal je rust vinden buiten God om!
Er is geen andere schuilplaats in dit leven. Niet in het afgelopen jaar, en ook niet in het komende jaar. Alleen in God kom je tot rust. Broeders en zusters, laat Hem jouw thuis zijn.
Alleen in je eigen huis kan je volledig jezelf zijn. Hier op de preekstoel moet ik op m’n woorden letten. Moet ik zorgen dat ik er goed uitzie. Moet ik behoedzaam zijn voor de vele kritiek die mij wacht (de preek was wel ok, maar zijn kostuumvestje had een kreukje weet je wel…).
Maar thuis, zonder ogen van buitenaf, kan je volledig tot rust komen, kan je volledig jezelf zijn. Zo moeten we ook in God thuis zijn! Ben je in je leven zo met Christus, dat je je geheimen in Zijn oor fluistert? En dat je dat kan doen zonder die terughoudendheid die we buiten ons thuis, bij andere mensen ervaren? Vertel een diep geheim aan een ander mens en hij zal het zeker niet doorvertellen, behalve aan de eerste persoon die hij/zij tegenkomt. Maar niet zo bij deze God. Ervaar je in je leven wat het is om je geheimen te vertellen in gebed aan deze God? Om al je gedachten uit te storten bij Hem? Je verlangens, je onzekerheden, je… fouten? Ja, een christen is niet beschaamd om in zijn Thuis zijn fouten, zijn zonden bekend te maken. Bij God ben je altijd thuis. Geef God de sleutel van je hart. Ik zou zelfs duren zeggen: wees familiair met deze gans Andere. Leef met Hem in hetzelfde huis en er wacht je een Vaderhuis. Als er 1 ding is dat je zou moeten betrachten in het nieuwe jaar dat komende is, is het wel dit : laat God een Thuis voor je zijn.
Hoe doe je dat nu kun je je misschien afvragen? Hoe kan ik weten als christen dat Hij mijn echte Thuis is? Ben ik een christen? Ben ik wel echt thuis in Hem? Wat moet ik daarvoor doen? Wel laten we kijken naar onze brief van Johannes. Hij is diegene in het NT die ook over God spreekt als een woonplaats voor ons. (1 Joh. 4:12) “…indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons (verblijft Hij in ons!) en zijn liefde is in ons volmaakt geworden.” En verder staat er nog : “God is liefde, en wie in de liefde verblijft, verblijft (woont) in God en God verblijft (woont) in hem”.
Je kan dus zien aan de liefde die je hebt voor anderen of je wel inwoont in dit grote spirituele Vaderhuis. Dit is vaak het enige teken van de bekering : we weten dat we van dood naar leven zijn gegaan omdat we de naaste liefhebben. Voor een buitenstaander is dat misschien maar een zielig bewijs… maar God openbaart zich aan de wijze waarop je naar de anderen kijkt. Veroordeel je, of zoek je verzachtende omstandigheden? Roddel je, of koester je een geheim jouw toevertrouwt? Maak je tijd voor anderen, zelfs als het je niet goed uitkomt? Kom je naar de kerk om te vertoeven te midden van falende mensen, of blijf je liever in je bed liggen? … We weten dat we vertoeven in God als we liefde hebben voor de ander.
Een tweede teken geeft Johannes ons in vers 13 : wij verblijven in Hem omdat Hij ons de Geest gegeven heeft. Hebben wij de Heilige Geest ontvangen? Voor sommige kerken is dat een heel belangrijk punt van discussie om de ‘echte’ van de nep gelovigen te onderscheiden. Vaak wordt het hebben van de Geest dan verward met uiterlijke tekens van enthousiasme, geluk, bepaalde talenten enz… Maar hier zien we dat God de Geest schenkt (gratis, zonder verplichting) aan hen die belijden dat Jezus de zoon van God is (vers 15). Zij die dit belijden verblijven in God en God blijft in hen.
Als je dus vertrouwt op de genade van God, ons gratis geschonken in Jezus Christus, en als je liefde koestert voor de ander, de naaste… dan is God jouw Thuis!
Zo simpel is het eigenlijk… En toch ook zo moeilijk.
Broeders en zusters, als er 1 iets is dat we zouden moeten betrachten in het nieuwe jaar dat straks voor ons ligt is het wel dit : zorgen dat je Thuiskomt bij God.
Het is vaak de gewoonte om op het einde van het jaar stil te staan bij al je fouten en tekortkomingen van dat jaar dat nu zijn einde nadert. Laat ons tot het besef komen waar we gefaald hebben om God als ons Thuis te zien, onze verblijfplaats, onze enigste toevlucht in dit leven.
Hemelse Vader, wij bidden U, leer ons U te ervaren als ons Thuis, als ons enigste Thuis die naam waardig, op het einde van dit jaar, maar ook het volgende jaar, van generatie tot generatie.
Amen.