Openbaringen 12 : 1 – 6

Gemeente,

“En (de vrouw) baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn…”
Broeders en zusters, in de kerk is het boek Openbaringen een verwaarloosd boek. Laten we eerlijk zijn, niemand leest het en onze kennis ervan beperkt zich tot de Amerikaanse ‘Left Behind’ boeken en films… En dat is voorwaar een triest uitgangspunt. We worden afgeschrikt door wat men in sommige “christelijke” kringen doet : het manipuleren van exacte historische data en bepaalde historische figuren die met veel moeite en veel fantasie in de tekst van Openbaringen worden ingelezen…

Openbaringen is echter geheel iets anders. Het betreft apocalyptische literatuur (wat hip was rond de eerste eeuwen voor en na Christus, maar wat we nu niet meer kennen), waarbij symbolen worden gebruikt die ons steeds iets te zeggen hebben, in welke tijd je ook leeft. De oorspronkelijke lezers van deze brief van Johannes begrepen dan ook wat hij wilde zeggen, want de inhoud was van toepassing op hun tijd. En dat geldt evenzeer voor ons! Laten we dus dit bijzondere bijbelboek niet langer verwaarlozen!

Hoofdstuk 12 (onze tekstlezing) begint de tweede helft van het boek Openbaringen. De eerste helft vertelt ons voornamelijk over de tegenstand van de wereld tegen het evangelie, en de roep om te volharden in geloof. De tweede helft van Openbaringen zoomt in op de hoofdrolspelers in de geestelijke oorlog die zich afspeelt, ook op deze wereld (niet alleen in de hemel). Onze tekstlezing bevindt zich in het hart van het boek, en wordt door heel wat theologen beschouwd als het centrale visioen van het boek. Het toont ons het beslissend conflict tussen de kerk, de duivel, en het Koninklijk Kind, Jezus de Christus. Eigenlijk schetst onze tekstlezing de achtergrond van de woorden van Jezus, de nacht voor Zijn overwinning aan het kruis (Joh. 16:33) : “In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed : Ik heb de wereld overwonnen!” Die boodschap is de essentie van Openbaringen!

‘En er verscheen een groot teken in de hemel : een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren…’ (vers 1). Heel wat uitleggers proberen van deze vrouw één bepaald historisch persoon te maken (de RKK maakt hier Maria van bijvoorbeeld). Dit is wat die uitleggers steeds proberen met de symbolen die voorkomen in het boek Openbaringen : de vrouw, de antichrist, het beest, de hoer van babylon etc… zijn dan zogezegde historische personen of instituten en als we die maar historisch kunnen plaatsen zien we hoever de eindtijd gevorderd is. Maar zo werkt Openbaringen helemaal niet! Johannes zelf schrijft immers in dit vers : ‘En er verscheen een groot teken in de hemel…’. Een TEKEN! De vrouw is een ‘teken’, ja een symbool. Bovendien lezen we in vers 17 : ‘En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben…’. De ‘vrouw’, met andere woorden, staat symbool voor de verbondsgemeenschap van God’s getrouwen : het volk van God (Israël in het OT, de kerk in het NT). Ja, uit die verbondsgemeenschap (Israël) werd het Koninklijke Kind (Jezus) geboren als eerste van dat ‘nageslacht’ : alle gelovigen die ‘de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben’.

Het visioen van Johannes benadrukt de stralende glorie van de getrouwe ‘kerk’ : ‘een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren…’ Bekleed met de zon : zij is lichtdrager van God in de wereld. Met de maan onder haar voeten : zij heeft spirituele autoriteit. De kroon van sterren is de laurierkrans van overwinning in Christus. Als zwangere vrouw heeft zij tot taak om Christus in de wereld te brengen. Israël deed dit toen zij Jezus de Messias in de wereld bracht : de eerste van het nageslacht. Dit nageslacht zijn wij allen die vertrouwen op Jezus als de Christus. Nu heeft de kerk voortdurend de taak om Christus in de wereld te brengen (wij zijn ‘zwanger’ van Christus) : wij doen dit wanneer we het evangelie verkondigen aan een ongelovige wereld.

Dit beeld van een schitterende vrouw in de hemel, toont ons hoe God ons ziet : zij is de christelijke kerk, zoals God ons ziet in het licht van het verzoenende werk van Christus. Wij zien een leeglopende, futloze kerk… God ziet iets geheel anders! Laten we daar hoop en troost uit putten!
Dit ter wereld brengen van Christus (of het brengen van het evangelie in deze gevallen wereld) is een voortdurend pijnlijk proces : (vers 2) ‘En zij was zwanger en schreeuwde het uit in barensnood en in haar pijn om te baren…’ Dit is een samenvatting van de geschiedenis van Israël in het OT en van de kerk in het NT. Jesaja 26:17 : ‘Zoals een zwangere vrouw die op het punt staat te baren, ineenkrimpt en het uitschreeuwt in haar weeën, zo waren wij voor Uw aangezicht, HEERE…’
Dit visioen van Johannes van de hemelse vrouw vestigt onze aandacht op de missie van de kerk : zij is de bruid van Christus die Hem in de wereld brengt. Ja, die Hem geboren doet worden in de harten van de mensen, de gelovigen, Zijn nageslacht.

Broeders en zusters, wij hebben gezien dat het doel van Openbaringen niet is om een gedetailleerd chronologisch verslag te geven van de laatste ogenblikken van de eindtijd, maar om een verklaring te geven voor datgene wat gelovigen (samen zijn zij de hemelse vrouw) moeten ervaren doorheen geschiedenis. Nu schenkt Openbaringen 12 ons een blik op het grote spirituele conflict die zich achter de schermen van de wereldgeschiedenis afspeelt. Vers 3 : ‘En er verscheen een ander teken (symbool) in de hemel. En zie : een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien horens. En op zijn koppen zeven diademen…’ Achter de schermen van de wereldgeschiedenis bevindt er zich namelijk een grote geestelijke vijand die er op uit is om de ‘vrouw’ (de verbondsgemeenschap van God) te vernietigen. In vers 9 identificeert Johannes dit ‘teken’ van de ‘draak’ : ‘En de grote draak werd neergeworpen… die duivel en satan (‘tegenstander’) genoemd wordt…’ Johannes gebruikt het beeld van een draak om niet alleen te wijzen op de duivel, satan, maar ook om hem te tonen als de leider van alle kwade machten die de gelovigen belagen in deze wereld. In de oude wereld was een draak altijd symbool voor chaos en slechtheid in de wereld. Jesaja 27:1 : ‘God zal de draak (sommige vertalingen hebben ‘monster’) dat in de zee (chaos) is, doden…’

Johannes omschrijft deze ‘draak’ als vuurrood : die kleur staat voor bloedvergieten en moord. Hij heeft zeven koppen (zeven is een compleet getal), omdat hij overal waar je gaat in deze wereld, verschijnt. Je kan hem niet ontkomen op deze aarde. Kun je hem uitroeien op de ene plek, dan springt hij onmiddellijk weer op op een andere plek. Hij heeft tien ‘horens’ : in de bijbel symboliseert een ‘horen’ kracht. Tien is ook een vol getal : de kracht van de duivel (de draak) is volledig in deze wereld. De zeven diademen staan voor de grote ‘koninkrijken’ (natiën) die die macht uitoefenen op deze aarde. Paulus omschrijft satan dan ook als : (Ef. 2:2) ‘de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid…’

De derde figuur (naast de vrouw en de draak) die we mogen ontdekken in onze tekstlezing is het Koninklijk Kind dat geboren wordt : (vers 5) ‘En zij (de vrouw) baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf…’ Jezus de Christus is deze Zoon, deze Redder die gekomen is om ‘de werken van de duivel te verbreken!‘ (1 Joh. 3:8).

Johannes zal in verdere hoofdstukken in Openbaringen beschrijven hoe deze geestelijke oorlog verder gaat, maar wat ons nu aanbelangt (nu we de symbolen kennen van vrouw, draak en kind) is vers 6 : ‘En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had , die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen…’
Hieruit kunnen we 3 lessen halen voor vandaag! Want vergeet niet, broeders en zusters, Openbaringen wil vooral een boodschap zijn voor zij die NU, vandaag, lezen!

En wel ten eerste dit : christenen moeten niet denken aan deze wereld, deze maatschappij als hun thuis. Want nu is de tijd van ons verblijf, onze reis doorheen de ‘woestijn’. “De vrouw (de kerk) vluchtte naar de woestijn…”, staat er geschreven. Dit leven, ons leven nu, is een tijd van getest worden ter voorbereiding van onze werkelijke thuiskomst bij Christus wanneer Hij terugkomt. Ons werkelijke thuis is het Koninkrijk van God, en niet deze maatschappij waarin wij leven. Ja, deze maatschappij staat uiteindelijk vijandig ten opzichte van ons. De ene periode in de geschiedenis is natuurlijk erger dan een andere periode, de ene cultuur is erger dan een andere cultuur… Maar wat Johannes schrijft in Joh. 15:19 blijft steeds gelden : ‘Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent… daarom haat de wereld u!…’

Wij moeten ons als christenen bewust zijn van de geestelijke krachten van het kwaad die zich schuilhouden achter datgene wat onze maatschappij en cultuur promoot : economische overconsumptie, verlangen naar luxe, seksuele immoraliteit enz… Paulus schrijft in de brief aan de Efeziërs 6:12 : ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk (deze maatschappij, deze cultuur…)…’ Daartegen moeten we niet vechten op aardse wijze, met macht, rijkdom, of politieke invloed, maar met geestelijke strijd door middel van gebed, het lezen van God’s Woord, en het leiden van heilige levens temidden van deze wereld. ‘Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden…’ (Ef. 6:13).

Tweede les is dit : God zorgt voor de ‘vrouw’ (de kerk) die vlucht naar de woestijn! ‘En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had , die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen…’ Die 1260 dagen (oftewel 42 maanden) staat in de bijbel telkens voor een periode van getest worden onder verdrukking. Deze symbolische tijd staat in Openbaringen voor de ganse duur van de kerkgeschiedenis : dit is de beperkte tijd waarin gelovigen (van de kerk) lijden moeten verdragen. Merk op dat er in onze tekstlezing staat dat God een plaats gereedgemaakt heeft in die woestenij voor de kerk. We worden dus niet aan ons lot overgelaten! God zorgt voor ons, daarom moeten we vertrouwen op Hem! Deze tekst van Openbaringen verwijst eigenlijk naar het verhaal van Elia tijdens de drie-en-een-half jaar van droogte. Drie-en-een-half jaar is 42 maanden, oftewel 1260 dagen. God liet Elia tijdens die periode de woestenij intrekken en liet raven Elia voedsel brengen bij de beek Kidron. Zo voedt God nu de kerk door Zijn Woord, zodat ons geloof versterkt mag worden ondanks verdrukking door de maatschappij. Zo leren we tot God te naderen.

We kunnen dus leren uit deze verwaarloosde teksten in Openbaringen ten eerste dat deze wereld, deze maatschappij niet ons thuis is, en ten tweede dat God blijft voor ons zorgen, zelfs al zitten we in deze figuurlijke woestenij. Maar ten derde, en allerbelangrijkst, mogen we wel dit leren : onze vijand, satan, de tegenstander, is reeds een verslagen vijand! Het Koninklijk Kind van de vrouw is reeds gekomen! Jezus overwon die vijand, de satan, aan het kruis : Christus is de overwinnaar! Daar, aan het kruis, overwon Jezus de kwade machten. Nu zijn er nog steeds schermutselingen met de vijand, zolang Jezus niet terugkomt. Soms vallen we tijdens die schermutselingen, en moeten we weer pijnlijk opstaan. Wij moeten standhouden en soms is de prijs die we daarvoor betalen hoog. Maar ondanks dit alles mogen we uitgaan van de overwinning van Christus op de kwade machten.

Dit is de essentie van het boek Openbaringen : de overwinning is zeker, en daarom is er altijd hoop! Ook wij, gelovigen, hebben een taak in de ‘woestijn’, deze maatschappij, (Openb. 12:11) : ‘En zij (de gelovigen) hebben hem (satan) overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood.’ Broeders en zusters, breng dan steeds uw getuigenis van het Lam in deze wereld!


Voorbede.

Hemelse Vader,

Leer en openbaar ons dat deze wereld, deze maatschappij,

niet ons thuis is waarnaar wij verlangen.

Maar doe ons leven vanuit het verlangen naar Uw Koninkrijk!

Maak ons duidelijk dat we ons nu in een ‘woestijn’ bevinden,

waar we getest worden en lijden ondergaan.

Sta niet toe dat we ijveren naar macht, rijkdom, politieke invloed…

Maar rust ons toe tot de geestelijke strijd,

die we moeten voeren alle dagen van ons leven.

Leert Gij ons om te bidden zoals Elia.

Leert Gij ons om steeds te lezen in Uw Woord.

Leert Gij ons om dat Woord te begrijpen en er uit te leven.

Leert Gij ons om heilig te leven te midden van onze naaste.

Doe ons ervaren, Vader,

dat U daar steeds bent in onze ‘woestijn’,

om ons te dragen, te beschermen, te naderen tot U.

Wijk niet van onze zijde! Zonder U zijn wij als niets.

Wij willen U bovenal danken Vader,

dat U reeds de kwade machten hebt verslagen.

Laat ons doordrongen worden van de hoop

die U ons hebt geschonken aan het kruis.

Wij weten dat we nu nog moeten strijden,

dat we veel zullen vallen maar ook telkens weer opstaan

omdat U daar voor ons aan het kruis, gewonnen hebt in zwakte.

Blijf Gij bij ons, elke dag van ons leven.

Sterk en troost allen die op U vertrouwen.

Schenk ons de kracht om anderen te helpen,

te steunen, te troosten, te bemoedigen…

Wij zijn U voor dit alles dankbaar!

En prijzen Uw Heilige Naam!
Amen.