Gemeente,
‘Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden…’
Onze ‘ongerechtigheden’… Er was een tijd dat we zoiets ook onze ‘zonden’ noemden… Maar het is niet meer zo populair om over ‘zonde’ te praten…
Da’s een ouwbollig woordje. Het is niet ‘pedagogisch verantwoord’ zo zegt men ons in de huidige tijd… Je moet niet zo ‘negatief’ doen. Veel beter is het om de mensen ‘positief’ te benaderen. Dan kun je ze beter motiveren. Laten we het hebben over de talenten van de mens en wat ze er mee kunnen doen… Dit is (helaas) ook de benadering die gebruikt wordt in heel wat kerken. En, let op, er valt ook wel iets voor te zeggen.
Maar…
Nemen we het mensbeeld waarover we mogen lezen in de bijbel dan wel ernstig??… Want wat is de mens?… Gemaakt naar het beeld van God, inderdaad! (da’s de positieve kant)… maar ook gevallen in ‘zonde’… Het voortdurend doen van ‘ongerechtigheid’. Het is iets wat mensen (ook christenen) niet willen horen. In heel wat kerken overheerst de gedachte : Jezus redt mij en dus ben ik nu rechtvaardig in de ogen van God (wat heel juist is) en dus (denken ze) zondig ik nu niet meer (of t’is bij grote uitzondering)… en dat laatste is heel erg fout.
Ja, er gaat geen dag voorbij… er gaat geen uur voorbij… of ik ‘zondig’.
De mens (ook de christen!) heeft van nature de neiging om te ‘zondigen’. En wat is dat nu eigenlijk ‘zonde’? Om het eenvoudig te definiëren zou ik zeggen : het is het omgekeerde van het grote gebod. Zonde is dus : God en de naaste niet liefhebben, om het eenvoudig te zeggen. En dat zit in onze ‘natuur’ ingebakken.
Dit is onze levenslange miserie… ook en vooral als christen! Vooral als christen zeg ik, omdat een christen juist tot dit besef van voortdurende zonde in z’n leven is mogen komen. Een niet-christen denkt dat het allemaal wel meevalt… dat we zo slecht nog niet zijn… dat we eigenlijk (mits een kleine inspanning, een kleine ‘prestatie’) toch goed genoeg zijn voor een eventuele God. Maar een christen weet wel beter (of zou beter moeten weten).
Zij die tot leven gekomen zijn door de werking van de Heilige Geest ( = christenen) beseffen dat ze van nature vallen onder de kracht van zonde (het niet liefhebben van de naaste). Onze eerste automatische reactie in ons bestaan (zelfs als christen) is het niet liefhebben van de naaste. Dat zal altijd ons eerste uitgangspunt zijn : onze invalshoek waarmee we naar de dingen kijken (het niet liefhebben van).
Zonde zetelt in onze gedachten… de manier waarop we ‘van nature’ denken is gewoon ‘fout’. Zonde is in ons hart… we houden spontaan van de verkeerde dingen (die ons en onze naaste schade berokkenen). Zonde vertroebelt ons oordeel. Zonde manipuleert zelfs het geheugen… We gaan bijvoorbeeld veel sneller een negatief woord van een ander onthouden, dan dat we een bemoediging onthouden… Enz…
De mens is van nature doordrongen… ja, doordrenkt van zonde (het niet liefhebben van). Het is uitzonderlijk gevaarlijk om de voortdurende invloed van zonde in ons leven (zelfs als christen) te onderschatten. En dat is iets wat ik helaas steeds meer zie in de huidige kerk… hoe de kerk zich steeds meer en meer reduceert tot een oppervlakkig humanisme (‘schuldbelijdenis’ in het begin van de eredienst is dan te ‘zwaar’) : de mens is eigenlijk best wel ‘goed’… toon hem de weg van naastenliefde en ‘vanzelf’ volgt hij hem wel…
Ach, misschien zijn er zulke mensen… ik kan mij uiteindelijk niet uitspreken over de ander. Maar dit weet ik van mezelf : zonde is diep geworteld!
Want, broeders en zusters : zonde is fascinerend. Ja, zonde is verslavend. Ik weet beter… en toch handel ik er niet naar (zelfs als christen). Zonde werkt paralyserend…
Herken je misschien iets uit je eigen leven?… Een probleem, een ingesteldheid, een verslaving… waar je maar niet van afgeraakt?… Hoe hard je ook je best doet (of denkt te doen)?… Maar diep diep vanbinnen wil je er eigenlijk niet vanaf… de weerhaken van zonde zitten te diep in je hart…
Als dat zo is in je leven… denk dan toch aan de belofte in Micha : ‘Hij (God Zelf!) zal onze ongerechtigheden vertreden…’ Dat is zo’n moeilijk te begrijpen belofte voor ons…
Want, broeders en zusters, zonde heeft ook een deprimerende kracht. Juist en vooral voor een christen. We falen voortdurend. We blijven nog dagelijks falen zelfs als christen en denken daarom : Hoe zou ik ooit voor God kunnen staan? Wie zal mij verlossen uit dit ‘lichaam des doods’?… God zal wel m’n zonden vergeven van ‘vroeger’ toen ik nog geen christen was en toen heb ik mij bekeerd en alles was dik in orde op dat moment… maar nu… blijf ik nog altijd zondigen, dag in dag uit (zelfs als christen)! Dat kan toch nooit goed aflopen? God verwacht van één van zijn volgelingen toch meer dan wat ik kan ‘presteren’?…
Als dat zo is in je leven… denk dan toch aan de belofte in Micha : ‘Hij (God Zelf!) zal onze ongerechtigheden vertreden…’ Dat is zo’n moeilijk te begrijpen belofte voor ons…
Want, broeders en zusters, zonde blijft in je eigen geheugen gegrift. Althans bij mij is dat toch zo… We mogen weten dat God onze zonden niet alleen vergeeft maar ook verwijderd… dat wil zeggen dat Hij Zich onze zonden niet eens meer herinnert. ‘Ik, Ik ben het, die uw overtredingen uitdelg om mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet’ (OT Jesaja 43:25). ‘… en hun zonden en ongerechtigheden zal ik niet meer gedenken.’ (NT Hebr. 10:17)… Dat is de genade van deze God… Maar wij zelf… zelf blijven we voortdurend onze eigen ongerechtigheid van vroeger herinneren! Ja, vaak leeft een mens onder het juk van zonden die eigenlijk… allang weggewassen zijn door het bloed van het Lam. Is dat zo in uw leven?… denk dan toch aan de belofte in Micha : ‘Hij (God Zelf!) zal onze ongerechtigheden vertreden…’ Dat is zo’n moeilijk te begrijpen belofte voor ons…
Want, broeders en zusters, zonde werkt vervuilend (onrein!) in je leven. Zelfs al is er vergeving… dan nog zal die zonde onwisbare sporen nagelaten hebben : bittere ervaringen… De open wonde mag genezen zijn… het litteken blijft. En daarom is zonde een obstructie, een blok aan je been. De gedachte aan bittere ervaringen en je eigen falen blokkeert maar al te vaak je werking als heilige in de kerk… door schaamte, onzekerheid, angst… daar waar er geen enkele reden voor is!
Als dat zo is in je leven… denk dan toch aan de belofte in Micha : ‘Hij (God Zelf!) zal onze ongerechtigheden vertreden…’
Dat is zo’n moeilijk te begrijpen belofte voor ons…
…
En toch is het zo belangrijk dat we onze harten en onze gedachten laten doordringen van dit vers : ‘Hij zal onze ongerechtigheden vertreden…’
Staat er daar dat wij er in zullen slagen om onze ongerechtigheden (onze zonden) te overwinnen op eigen kracht? Omdat we zelf een inspanning leveren, sterk genoeg zijn, presteren…?
Nee, broeders en zusters, er staat : Hij, (dat wil zeggen) God Zelf(!) zal onze ongerechtigheden verwijderen en ze niet meer herinneren! En dat is niet éénmalig, maar voortdurend. Merk op dat er bij ‘ongerechtigheden’ niet staat wanneer ze hebben plaats gehad… Het gaat niet alleen om ongerechtigheden in de verleden tijd… Nee, ook de ongerechtigheden, de zonden die we nu nog vandaag doen… en ja, ook de vele zonden die we nog zullen doen in de rest van ons leven. Want er staat : ‘Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden…’
Letterlijk staat er eigenlijk : Hij zal terugkeren en Zich over ons ontfermen…
Om ‘terug te kunnen keren’ naar ergens moet je er al eens geweest zijn. Er zit dus de gedachte in van herhaling : zich opnieuw, nog eens, ‘wederom’… keren naar de mens om ontferming te geven.
God Zelf zal dus onze ongerechtigheden verwijderen en ze niet meer herinneren… en dat niet éénmalig (op het ogenblik van je bekering bijvoorbeeld)… maar voortdurend, broeders en zusters… telkens opnieuw keert God terug naar ons, omdat we, zelfs als christen… blijven zondigen. Zelfs vandaag verwijderen we ons voortdurend van deze God… en toch… is Hij daar telkens opnieuw… om Zelf onze ongerechtigheden te verwijderen uit ons leven.
Dat is onbegrijpelijk… dat is wonderbaarlijk!… En waarom doet Hij dat eigenlijk?… Geen mens zou zo’n geduld hebben… Een andere (af)god van welke andere godsdienst ook, zou ons al lang verwijderd hebben uit het ‘selecte clubje van uitverkorenen’… de ‘perfecte’ gelovigen waarvan er zo veel rondlopen (als je hen moet geloven). Maar niet zo bij deze God (Godzijdank) : ‘Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden…’… En waarom doet Hij dat? Waarom is Hij zo ‘anders’??…
Dat mogen we lezen in vers 18 : ‘Wie is een God als Gij (geen andere godheid van welke godsdienst dan ook gedraagt zich zo! God is werkelijk gans Anders), die de ongerechtigheid (die er dus dagelijks is! Laten we onszelf niets wijsmaken) vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid‘.
Het Hebreeuwse woordje voor ‘goedertierenheid’ (‘chesed’) is moeilijk te vertalen in het Nederlands. Het bevat de gedachte van ‘liefde’ enerzijds en ‘trouw’ in een wel omschreven ‘relatie’ anderzijds (niet willekeurig). Het gaat met andere woorden om ‘trouwe liefde in een verbond‘. (Maarten Luther vertaalde het woord ‘chesed’ dan ook wel met het woordje… ‘genade‘!!)
Broeders en zusters… God heeft ons lief en blijft daarin trouw… zelfs al zijn wij iedere dag opnieuw trouweloos… want Hij heeft een verbond gesloten met de mens in en door het werk van Jezus Christus de gekruisigde. In dit verbond blijft Hij trouw aan Zijn liefde voor ons : dit is eigenlijk wat we ‘genade’ noemen. We verdienen het niet… maar toch ‘… zal Hij Zich wederom (nog een keer, opnieuw) over ons ontfermen… Hij zal onze ongerechtigheden vertreden…’ (Micha).
Broeders en zusters… iedere dag moet ons hart overvloeien van dankbaarheid dat deze God zich zo aan ons geopenbaard heeft : ‘Hij heeft een welbehagen in goedertierenheid ( = genade)’.
In het oorspronkelijke woordje voor ‘welbehagen’ zit ook de gedachte van ‘geneigd zijn’, ‘neigen (in een bepaalde richting), buigen… zelfs krullen (van een staart)’…
Misschien mag ik zo vrij zijn om te vertalen (want ‘neigen tot’ is eigenlijk te tammetjes) : ‘Hij (God) krult van plezier in het betonen van genade’… Klinkt misschien wat oneerbiedig zo en eigenlijk te vrij vertaald… Maar toont ons de intense vreugde die God heeft wanneer Hij genadig kan zijn… wanneer Hij goed kan doen ten opzichte van iemand die het eigenlijk niet verdiend… u en ik dus.
Wilt u een bewijs van deze genade van God?… Dat we hier vanmorgen verzameld mogen zijn om de Schrift te horen en te lezen. Dat u, ondanks je stapels ongerechtigheden, de zon hebt zien opgaan deze morgen… omdat God welbehagen heeft in genade!… Want we verdienen de dood
Maar Hij laat ons nooit los… Hij pleit met ons elke dag… Iedere dag van ons leven vertreedt Hij Zelf onze ongerechtigheden! Hij wil onze zonden niet meer herinneren!
Ongelooflijk… en toch datgene waarin we moeten geloven. Er op vertrouwen dat Hij Zelf ons redt. En weet u wat de grootste genade is?… Aangezien Hij Zelf mensen redt (en dat zoiets niet afhangt van een eigen prestatie (arme mens in dat geval))… wat een ontelbare menigte mensen (die niemand kan tellen, Openb. 7:9) zal er niet gered worden?! Ontelbaar!
Hallellujah, dit is onze God, die een welbehagen heeft in genade, zodat Hij Zich wederom (opnieuw) over ons zal ontfermen… ja, Hij zal Zelf onze (dagelijkse) ongerechtigheden vertreden…’
Voorbede.
Hemelse Vader,
Verlos ons van de gedachte
dat we van ‘nature’ goed zijn (in uw ogen),
dat het ‘allemaal wel meevalt’ in ons leven…
Doordring ons van schuldbesef ten opzichte van U en de naaste,
(zodat we bovenal nederig mogen worden),
maar laat ook de schuld van onze zonden
geen macht hebben over ons.
Verlos ons Vader, van de verslaving
die vele van onze zonden zijn.
Verlos ons van hun deprimerende kracht in ons leven…
Want wij zijn niet in staat om ons zelf te verlossen…
Maar gij, Vader, wees trouw aan Uw belofte :
wij smeken U dat Gij Zelf de zonden in ons leven
wil vertreden en ze niet meer herinneren.
Doordring ons van het besef dat U de enige bent
die welbehagen heeft in goedertierenheid,
die vreugde vindt in het uitdelen van genade…
En leer ons om op onze beurt in ons leven
op dezelfde wijze te werk te gaan ten opzichte van onze naaste
en genade uit te delen waar we ook gaan,
wie we ook mogen tegenkomen in het leven…
Leer ons dankbaarheid jegens U,
ja, eeuwige dankbaarheid,
dat U Zich iedere dag telkens opnieuw (wederom)
over ons ontfermt in genade.
Amen.