Matteüs 16 : 5 – 12

Gemeente,

‘Jezus zeide tot hen : Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën…’
We zouden op het eerste gezicht kunnen denken dat deze ernstige waarschuwing van Jezus aan zijn leerlingen toch wel tijdsgebonden is… want wie heeft er nu nog last van Farizeeën en Sadduceeën? Niemand toch?…
Beide joodse richtingen zijn al lang verdwenen in een ver verleden. De meeste van ons hebben ongetwijfeld maar een heel vaag idee over het gedachtengoed van deze joodse leerscholen…

En toch zullen we merken dat deze waarschuwing van Jezus niet alleen voor alle tijden geld, maar misschien wel des te ernstiger mag klinken in onze huidige ‘moderne’ tijd.
Laten we eerst en vooral eens kijken aan wie Jezus deze ernstige waarschuwing geeft : namelijk aan zijn eigen leerlingen. De twaalf apostelen : de toekomstige leiders en leraars van de christelijke kerk krijgen te horen : ‘Ziet toe (let goed op!) en wacht u (wees op je hoede)…’

Dat is toch wel bijzonder… Zouden we niet verwachten dat juist Zijn eigen leerlingen zo’n waarschuwing niet echt nodig hebben? Zijn het niet juist zijn eigen leerlingen die alle conflicten tussen Jezus en de Farizeeën en Sadduceeën hebben mogen meemaken uit de eerste hand. Rechtstreekse getuigen waren ze toch van het onderscheid tussen de leer van Jezus en de leer van Farizeeën en Sadduceeën?… Als ze al voor iets moesten opletten zou het toch eerder zijn dat ze juist zelf allerlei vooroordelen ten opzichte van Farizeeën en Sadduceeën zouden hebben?…

Het eerste punt dat we dus hieruit mogen leren is toch wel dat het juist de ‘leiders’ en de ‘leraars’ in de kerk zijn die bijzonder moeten opletten voor het zuurdesem van de Farizeeën en Sadduceeën. Of met andere woorden het zijn juist van diegene waar je ‘t het minst van zou verwachten die het meest moeten opletten voor dat zuurdesem waarvan Jezus spreekt.
Het feit dat Jezus deze waarschuwing niet richt aan het volk, maar juist aan zijn leerlingen toont ons dat de valkuil van het zuurdesem van Farizeeën en Sadduceeën er in het bijzonder is voor de leraars van de kerk : dominees, predikanten, voorgangers… Laten we ons er bijzonder bewust van zijn dat, als je kijkt in de kerkgeschiedenis, de grootste ketterijen de kerk juist binnen sluipen via sommige ‘leiders’ en ‘leraars’… Het ambt is allesbehalve een zekerheid tegen fouten en valse leer.

Want dit is het waartegen Jezus zijn leerlingen waarschuwd : valse leer… dat zien we herhaald in vers 12 : ‘Toen zagen zij in, dat Hij hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem van broden, maar voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën…’
De waarschuwing aan de leerlingen (en dus aan de leiders en leraars van de kerk) betreft de leer van de Farizeeën en Sadduceeën die werkt als een zuurdesem. En dan denken we nu ongetwijfeld : hebben we daar dan nog last van? Van die leer van ‘Farizeeën’ en Sadduceeën’??…
Nee toch! Die richtingen bestaan al bijna 2000 jaar niet meer!…

Wel laten we eens kijken wat het centrale kenmerk was van de leer van de Farizeeën en wat de rode draad was in de leer van de Saduceeën (dan zullen we zien dat dit nog altijd bestaat).
Laten we eerst en vooral vaststellen dat beide richtingen godsdienstige, ja gelovige mensen bevatte. Dit mogen we echt niet vergeten : beide richtingen bestonden uit geëngageerde, ernstige, ‘gelovige’ mensen… die werkelijk overtuigd waren van hun goede intenties. ‘Geloof’, ‘engagement’, ‘ernst’… is echter blijkbaar geen garantie tegen een ‘valse’ leer! Laten we dat goed voor ogen houden, ook en vooral in ons eigen leven.

Nu wat de leer van de Farizeeën betreft : we zouden kunnen zeggen dat het gekenmerkt werd door het woordje ‘meer’ : ze hadden niet alleen de Tenach (het OT), maar ze voegden daar ook allerlei extra wetten en regeltjes bij (die we later terugvinden in Talmoed en Misjna). Deze Farizeeën zouden we kunnen omschrijven als zeer orthodox : ze wilden zo zeker zijn dat ze alles in het OT volgden, dat ze hun dagen vulden met discussieren over uitzonderingen op regels… en de extra regels die daaruit voort vloeiden… etc… Hun ‘meer’ vloeide voort uit hun bezorgdheid om toch maar alles in het OT recht te doen. Een gevolg was wel dat ze zich automatisch beter gingen achten dan hun naaste die daar niet mee bezig was : het ‘meer’ van de Farizeeën zorgde voor zelf-rechtvaardiging.

Nu wat de leer van de Sadduceeën betreft : we zouden kunnen zeggen dat het gekenmerkt werd door het woordje ‘minder’ : Sadduceeën hechtten alleen belang aan de Pentateuch (de 5 boeken van Mozes)… de rest van de Tenach (het OT) mocht je met een grote korrel zout nemen. De rest van de bijbel was in hun ogen figuurlijk, symbolisch… moest je vooral niet te letterlijk nemen. De Sadduceeën waren namelijk de intelligentsia van die tijd : vrijgevochten en ‘modern’ (Grieks) in denken. Zij waren de vrijzinnigen van hun tijd. En uiteraard (dachten ze) waren zij superieur aan de massa omdat ze die dingen doordacht en doorgrond hadden door middel van hun ratio… : het ‘minder’ van de Sadduceeën zorgde voor zelf-rechtvaardiging.

Farizeeën hadden dus ‘meer’… en daaruit zelf-rechtvaardiging.
Sadduceeën hadden ‘minder’… en daaruit zelf-rechtvaardiging…

En als je zo naar de definiërende kenmerken kijkt van Farizeeën en Sadduceeën, dan ga je merken dat beide richtingen nog altijd volop aanwezig zijn in de christelijke kerk van vandaag… en dat de waarschuwing van Jezus des te meer geldt voor ons vandaag.
Want dat ‘meer’ van de Farizeeën en dat ‘minder’ van de Sadduceeën, dat zijn de twee rotsblokken waartussen de waarheid van het evangelie voortdurend geplet raakt in de kerk!

Er zijn er in onze huidige kerk die dat ‘meer’ hebben… Dat wil zeggen : zij voegen allerlei dingen toe aan het evangelie, en halen daaruit hun zelf-rechtvaardiging. Dat ‘meer’ kan op allerlei gebied…
Je hebt ‘meer’ wat het uitwendige betreft : liturgie bijvoorbeeld. Sommige christenen (en kerken) vinden dat je bepaalde handelingen op een wel bepaalde wijze moet doen… en doe je dat niet, dan hoor je er niet bij… ben je geen echte christen (in hun ogen)…
De juiste kleuren op de juiste ogenblikken, de juiste volgorde van kerkdienst, volledige onderdompeling bij de doop in plaats van besprenkeling… enzovoorts (ik noem maar enkele van de vele duizenden voorbeelden die we helaas uit de kerkgeschiedenis kunnen halen). Een preek is veel tekort om de talloze afwijkingen te vermelden die christenen kunnen bedenken.
Nu heb je ook ‘meer’ wat het inwendige betreft : sommige christenen (en kerken) vinden dat je welbepaalde overtuigingen moet hebben aangaande details van de leer : als je niet exact dezelfde interpretatie van het boek Openbaringen koestert als zijzelf… dan hoor je er niet bij… ben je toch wel geen echt christen… enzovoorts… echt, hier zijn duizenden voorbeelden te geven van dit ‘meer’.

Het punt is dat het wel degelijk gaat om gelovige mensen. Zij geloven in het evangelie… maar dat is blijkbaar niet genoeg, en ze voegen er allerlei (on)belangrijke details aan toe… waardoor ze dan kunnen zeggen : ik heb die dingen juist… en die anderen hebben dat niet… dus : ben ik beter!

En zoals er in de kerk zijn die dit ‘meer’ van de Farizeeën hebben (misschien herkende u uzelf), zo zijn er gelovige mensen die het ‘minder’ van de Sadduceeën hebben. Dat wil zeggen : zij weten wel beter… je moet niet alles letterlijk nemen in de bijbel. Ook daar staan mythes natuurlijk… we kunnen toch geen dingen verklaren die strijdig zijn met deze ‘moderne’ tijd, met de ‘wetenschap’… Maria en maagdelijke geboorte? Kom nou… En profetieën in de bijbel, dat zijn toch gewoon teksten van latere datum die men erbij heeft gevoegd om te doen alsof ze uit de tijd van de profeet komen natuurlijk…

Broeders en zusters, zij die ‘meer’ toevoegen (de Farizeeën in onze kerken) ontkrachten de waarheid van het Woord door de aandacht af te leiden naar details, en zij die ‘minder’ hebben (de Sadduceeën in onze kerken) ontkrachten de waarheid van het Woord door het uit te hollen. Meer of minder… ik vrees dat alle christenen neigen naar of ‘meer’ of ‘minder’. Ikzelf neig naar ‘meer’ bijvoorbeeld : het is voor mij een dagelijkse strijd om bij het evangelie te blijven en niet te verzanden in allerlei details van de leer (mijn ‘meer’ is van de doctrinale soort).

‘Jezus zeide tot hen : Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën…’ Merk op dat Jezus het woordje ‘zuurdesem’ gebruikt. Hij spreekt dus eigenlijk van de foute leer die als een gist werkt in de kerk… Dat is met opzet natuurlijk, dat staat daar niet zomaar. Gist is maar nodig in een heel kleine hoeveelheid… en in die kleine hoeveelheid kan het toch het ganse brood bereiken. Met andere woorden in een kerk is er uiteindelijk maar één nodig met of ‘meer’ of ‘minder’ die een leidersrol vervuld of leraar is (predikant) en de ganse kerk zal er onder lijden! Dit is het waar Jezus ons hier voor waarschuwd : dat we goed toezien dat onze ‘leiders’, onze ‘leraars’ in de kerk bij het evangelie blijven en niet verzanden in ‘meer’ of ‘minder’…

En de vraag is nu natuurlijk : hoe kunnen we dat practisch weten?… Dat is namelijk in onze huidige, moderne kerk een heel groot probleem aan het worden. Christenen van vandaag hebben namelijk geen overzicht meer over de leer van het evangelie. Het is heel droevig gesteld met de doctrinale kennis van de huidige christenen, waardoor ze juist heel erg beïnvloedbaar worden door leiders en leraars die ‘meer’ of ‘minder’ voorstaan.
Wat kunnen we practisch doen als kerk, als christen om bij het evangelie te blijven en niet te vallen voor ‘meer’ of ‘minder’?…

Broeders en zusters, ik wil hier een pleidooi houden voor het gebruik van een instrument die ons een overzicht kan geven van de belangrijke punten van het geloof. Een instrument die spoedig door de eerste christenen werd gebruikt (de kerkvaders) in de eerste eeuwen van onze jaartelling, maar in de vroege middeleeuwen in onbruik raakte… met alle gevolgen vandien voor de kerk in die middeleeuwen! De reformatoren Luther en Calvijn voerden dit instrument opnieuw in om de mensen de kern van het evangelie, van de geloofsleer, aan te leren, maar in de laatste tientallen jaren is het opnieuw in onbruik geraakt… en ik vrees… met alle gevolgen vandien voor de huidige kerk!

Ik spreek hier uiteraard over het instrument van de ‘catechismus’. Ik weet dat is ‘not done’ tegenwoordig en het klinkt ongetwijfeld ouwbollig… en misschien zul je ook de vraag stellen : is die catechismus niet juist een voorbeeld van Farizeeën, van ‘meer’??…
Laten we onmiddellijk duidelijk wezen : welke catechismus dan ook is niet de bijbel. Je kan en mag altijd wel een vraagteken plaatsen bij zo’n boekje… dat kan aanleiding geven tot boeiende gesprekken. Maar wat een catechismus uiteindelijk is (van het Grieks ‘katechesis’ = onderricht) is broodnodig in de huidige kerk. Mensen ‘geloven’ wel… maar vaak kunnen ze niet meer omschrijven in wat ze precies geloven!… Wat doe je als je Jehovah Getuigen aan de deur krijgt? Snel de deur dichtslaan omdat ze je onder tafel praten??…

Ik pleit er ook niet voor dat we gedrild worden zoals die jongens en meisjes… maar dat we een overzicht hebben van de centrale punten van ons geloof! Dan zal het ‘meer’ van de Farizeeën en het ‘minder’ van de Sadduceeën geen kans krijgen!
Of met andere woorden voer ‘catechesatie’ weer in… en niet alleen voor jongeren, maar voor iedereen… jong en oud. Het is nooit overbodig om herinnerd te worden aan de leer van het evangelie. Smeek je dominee, predikant, voorganger… om onderricht te krijgen in de leer…
Zodat we zelf kunnen toezien en ons wachten (op ons hoede zijn) voor het zuurdesem van Farizeeën en Sadduceeën in de huidige kerk.

Voorbede.

Hemelse Vader,

Geef Uw kerk de kracht om opnieuw

tot onderricht te komen, catechesis…

Zorg dat al Uw kinderen in aanraking

komen met de waarheid van het evangelie.

En dat we opnieuw een overzicht mogen

krijgen van de belangrijke punten van geloof.

En bescherm ons dan ook tegen het ‘meer’

van de Farizeeën in onze kerk.

Geef ons het inzicht om de onbelangrijke details

te leren onderscheiden van de kern

van de goede boodschap.

Dat we niet verzanden in uiterlijke dingen,

of in innerlijke futiliteiten.

En bescherm ons ook tegen het ‘minder’

van de Sadduceeën in onze kerk.

Laat ons niet verleiden om Uw waarheid

verder en verder uit te hollen

onder de druk van ‘modernisme’.

Wij willen U in het bijzonder bidden

voor onze voorgangers en leraars.

Wees hen nabij Vader.

Sterk hen in het geloof van het evangelie.

Dat ze niet vallen voor ‘meer’ of ‘minder’…

Dat ze niet als slecht gist werken

in het brood van Uw kerk.

En geef de gemeente, jong en oud,

de kracht en het inzicht om hun leiders daarbij te helpen!
Amen.