Gemeente,
“Want wie onder u allen de minste is, die is groot…”
Broeders en zusters, deze tekstlezing handelt over ‘nederigheid’… Nederigheid tegenover menselijke trots. De leerlingen vragen zich af wie van hen de eerste plaats inneemt (vers 46) : dat is individuele trots. De trots van de enkeling die zich waant boven de massa., boven de anderen. Dat is iets waar we allemaal aan lijden… we achten onszelf (bewust of onbewust) beter dan een ander… En in vers 49 probeert Johannes iemand tegen te houden om boze geesten uit te drijven omdat hij niet bij hun groep hoort. Dat is een voorbeeld van groep-trots : ‘wij’ zijn beter dan de anderen omdat we tot de juiste groep behoren. Ook daar lijden we allemaal aan… Genoeg voorbeelden : onze ‘kerk’ is beter dan die andere kerken bijvoorbeeld…
Trots van de enkeling en groep-trots worden hier aangepakt door Jezus in een les over nederigheid.
Het verhaal speelt zich af in Kapernaüm, de hoofdverblijfplaats van Jezus tijdens zijn verblijf in Galilea. En uit het parallel-verhaal van Mattheüs 18 weten we dat dit verhaal zich meer dan waarschijnlijk afspeelde in het huis van Petrus. Het kind dat Jezus bij zich plaatste zal een kind geweest zijn uit Petrus’ familie.
Deze o zo menselijke discussie tussen de leerlingen over wie de belangrijkste plaats zou innemen is des te meer bevreemdend als je kijkt naar de verzen er vlak voor (verzen 44 en 45) waar Jezus hen waarschuwt : ‘… want de Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen…’ Jezus spreekt over lijden… en zelf-opoffering!
Blijkbaar waren de leerlingen zo geconditioneerd door de maatschappij dat ze die woorden eigenlijk niet hoorden… niet konden begrijpen! Een kruis… vernedering… lijden… Dat was onmogelijk in hun gedachten! De kroon… de beloning… daar keken ze naar uit : overwinnaars, carriere in God’s Koninkrijk. Waarden die in hun maatschappij en in onze maatschappij (om niet te zeggen elke menselijke maatschappij) hoog scoren : ambitie (om de beste te zijn)… wedijveren met elkaar… je status verhogen ten nadele van anderen… jij omhoog, de anderen omlaag (dat hangt toch samen!)!
Als we naar het parallel verhaal in Marcus kijken (hfdst 9 : 30 – 37) dan zien we dat Jezus hen vroeg waarover ze aan het praten waren… “en zij zwegen, want zij hadden onderweg met elkander erover gesproken, wie de meeste was…” (schrijft Marcus in vers 34). De leerlingen zwegen! Waarom? Omdat ze blijkbaar maar al te goed wisten hoe goed fout ze wel zaten. Hoe zondig hun ingesteldheid wel was… En laten we niet vergeten dat deze mensen, deze leerlingen van Jezus, gelovigen waren. Ze volgden Jezus… ze beleden dat Hij de Zoon was van de Levende God! Maar toch is die trots daar nog in hun harten… en ook wij ontsnappen er niet aan!
En trots is iets verschrikkelijks! We kunnen drie kenmerken zien van trots in dit verhaal. Drie kenmerken die ons tonen hoe erg menselijke trots wel is en waarom we als christen dagelijks moeten oefenen in nederigheid.
Ten eerste : trots verhindert éénheid. Vers 46 : “Er kwam ook een overlegging bij hen op, wie van hen de meeste was…” Het woordje in onze vertaling ‘overlegging’ kan je ook vertalen met ‘dispuut’. Er is met andere woorden een conflict aan de gang. Individuele trots zorgt voor gekrakeel onder de leerlingen…. leerlingen van dezelfde ene Meester. Leerlingen die in éénheid een front zouden moeten vormen tegen de zondige wereld waarin ze leven. En deze Meester, deze Leraar sprak met hen over zijn lijden, over zijn kruis die Hij moest dragen om anderen te helpen… en zij, de leerlingen maken ruzie over wie de meest belangrijke is… Ze hebben er eigenlijk niets van begrepen… Dit is de vernietigende kracht van menselijke trots.
U denkt misschien bij uzelf : hebben wij daar veel last van in onze kerk? Iedereen kan het goed vinden met elkaar toch?…
Herinner U de mensen die vroeger kwamen maar nu wegblijven… (en ja, soms weggejaagd door onze onverdraagzaamheid!)… Herinner U de ‘andere’ protestantse of evangelische kerken die in dezelfde stad zijn (soms zelfs in dezelfde straat)… Is er éénheid in de christelijke kerken??… Allesbehalve… Onze menselijke trots is er de oorzaak van.
Trots verhindert éénheid omdat het de relaties tussen mensen, christenen, vernietigt. Want relaties zijn gebouwd op zelf-opoffering en dienstbaarheid aan de ander. Trots oordeelt de ander, bekritiseert en maakt scheiding tussen mensen. Het is iets waar we in ‘kerken’ heel erg onder te lijden hebben. De verdeeldheid van kerken is er vanwege deze trots : de gedachte dat we ‘beter’ zijn dan die ander… Maar zo mag het niet werken onder christenen, broeders en zusters!
Paulus schrijft ons in de Filippenzenbrief het volgende (Filip. 2:3) : “… zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid ( = nederigheid!) achtte de een de ander uitnemender dan zichzelf…” Niet : sta ik op de eerste plaats, ben ik beter dan die ander? Nee : de ander op de eerste plaats zetten in je leven. Ja, die ander waar je het niet mee eens bent! Die ander met die irritante gewoonte waar je zo’n hekel aan hebt! Die ander op de eerste plaats!
Dit is de houding die we moeten hebben in Christus Jezus. Wees zoals Christus : zo’n liefde dat je jezelf opoffert voor die ander (die ander waar je niet mee overweg kan). Paulus was bang om naar de gemeente te Korinthe te gaan want zei hij : “Ik vrees dat ik misschien bij mijn komst u niet zo zal vinden als ik wens… Ik vrees voor twist, naijver, opwellingen van toorn, van zelfzucht (trots!), voor laster, oorblazerij, verwatenheid en ongeregeldheden…” (2 Kor 12:20). Hoe herkenbaar… hoe kerkelijk… Trots is bij elke mens te vinden… ja, bij elk christen ook. Trots verhindert éénheid! En de kerken zijn daar het grootste voorbeeld van!
Dat was ten eerste : trots verhindert éénheid. Ten tweede mogen we zeggen dat trots rangorde creeërt. Rangorde! Daar gaat de discussie tussen de leerlingen over : wie is de ‘meizon’ (Gr)? Wie is de grootste, de sterkste? Als ik de grootste ben, dan ben jij automatisch minder groot. Dat volgt logisch… Ben ik de sterkste… dan ben jij zwakker…
Rangorde, dat is iets waar onze maatschappij enorm mee dweept. Schoolresultaten : ik heb meer punten gehaald… dus ik ben slimmer dan jij. Wedstrijd : wie gewonnen heeft (de eerste plaats) doet de anderen verliezen (een lagere plaats)… Carriere : in het bedrijf een belangrijkere functie hebben brengt veel status met zich mee… Mijn status is hoger dan de jouwe…
In de meeste kerken is het helaas net zo : wie heeft de grootste mijter? De langste herdersstaf? Het langste gewaad? De meeste eretekens?… Dit zijn de kenmerken van elke valse religie!
De leerlingen van Jezus met hun discussie… ze hadden het eigenlijk ook nog nooit anders gezien. Hun maatschappij was namelijk net zo. De joodse godsdienst met Farizeeën en Schriftgeleerden functioneerde op dezelfde manier : wie is de belangrijkste? Wie neemt de eerste plaats in?… Het is van alle tijden… van alle plaatsen… alle tijden en plaatsen waar mensen wonen.
Ten eerste : trots verhindert éénheid. Ten tweede : trots creeërt een rangorde. En daarom ten derde : menselijke trots openbaart zonde. Om niet te zeggen de hoofdzonde van de mens. Trots is het probleem van het menselijke hart.
(Spr. 21:4) “Trotsheid van ogen en opgeblazenheid van hart – de glans der goddelozen is zonde”.
(Spr. 16:5) “Iedere hooghartige ( = trots van hart) is de HERE een gruwel…”
Daarom staat er in onze tekstlezing Lucas 9:47 : “Maar Jezus kende de overlegging van hun hart…” Hij kende de overleggingen in de harten van Zijn leerlingen… zoals Hij ons hart door en door kent. En in dat menselijke hart staat eigen trots op de eerste plaats… o zo menselijk.
Trots is de definiërende zonde van ons gevallen zijn : volledig gericht op ‘zelf’ : zelf-liefde, zelf-verheerlijking, zelf-vervulling… dit zijn de passies van het gevallen hart van de mens! Het trieste is dat dergelijke zelf-emoties in onze wereld, in onze maatschappij juist als ‘deugden’ beschreven worden. Je moet zo zijn om status te kunnen verkrijgen in de maatschappij. We leven werkelijk in een totaal omgekeerde wereld als je het bijbels bekijkt.
Het is omdat de mens van nature gericht is op ‘zelf’ dat we de naaste niet liefhebben. Zelf-liefde (trots) is het omgekeerde van het grote gebod : ‘Heb je naaste lief’… Het is deze trots die poogt God te verwijderen als centrum van Leven. Een christen moet leren te komen tot zelf-ontkenning… dat is wat ‘heiliging’ eigenlijk inhoudt : de dagelijkse strijd van een christen tegen zijn natuurlijke trots… die natuurlijke ingesteldheid van zelf-liefde.
Enkele verzen voor onze tekstlezing staat er dan ook (Lucas 9:23) : “Jezus zeide tot allen : Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij…”… Je ‘zelf’ verloochenen… je ‘zelf’ niet langer op de eerste plaats stellen… en dat houdt automatisch in dat je dagelijks een kruis moet opnemen. Want dit is ‘lijden’ voor de mens : je zelf minder belangrijk achten dan een ander! Trots moet overwonnen worden door het besef van eigen zonde in je leven voor je kan spreken van ‘bekering’… Dat is trouwens wat ‘bekering’ is : een omkeren in je leven : niet langer je-zelf, maar de ander centraal!
Dit is wat ‘heiliging’ zou moeten zijn in het leven van een christen. ‘Heiliging’ is de overwinning van nederigheid op de resterende natuurlijke trots in je leven. Dit is een dagelijkse strijd in het leven van een christen… (Rom 7:15) : “… want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik…” Elke beslissing, elke stap in ons leven (zelfs als christen) moeten we toetsen aan nederigheid…
Dit is meteen ook de les die Jezus aan de leerlingen geeft in onze tekstlezing. “Maar Jezus kende de overlegging van hun (natuurlijke, trotse) hart, en Hij nam een kind en plaatste dat bij Zich…” Een ‘kind’ in die tijd wil zoveel zeggen als : iemand die nog geen bijdrage levert aan de samenleving. Een ‘kind’ in die tijd is dan ook meteen de laagst gerangschikte in die samenleving, in die maatschappij. Kinderen hebben nog niets bereikt… ze kunnen alleen maar nemen. Ze kunnen nog niets aanbrengen van meerwaarde. Rabbi’s in de tijd van Jezus wilden geen kinderen onder de 12 jaar les geven omdat het gezien werd als tijdverspilling… (Tegenwoordig staan we anders tegenover kinderen, maar ik heb het over bijbelse tijden). Een ‘kind’ die dus nog geen bijdrage levert is in feite cru gezegd ‘nutteloos’. Dit is het wat Jezus hier doet : hij nam een als nutteloos gezien individu en plaatste dat in hun midden.
Wie van ons is de grootste in het Koninkrijk van de hemel? (dat was de vraag van het zondige hart)… (Matt. 18:3, het parallel verhaal) : “Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen (een nutteloos individu), zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan…” Dit wil zeggen : tot het besef komen dat je een nutteloos individu bent! (da’s niet erg pedagogisch verantwoord). Maar dat is het wat Jezus ons wil leren : we moeten beseffen dat we uiteindelijk geen status hebben voor God… wij hebben ook geen bijdrage geleverd uit onszelf, net zoals dat kind in bijbelse tijden. We hebben geen prestaties die ons zouden rangschikken boven een ander!
Of met andere woorden : iedereen in het Koninkrijk van God is even groot… want het ligt niet aan ons, wat we ‘gedaan’ hebben. (Matt. 18:4) : “Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind (nutteloos), die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen…”
Iedereen in het Koninkrijk is de grootste… omdat niemand daar zichzelf de belangrijkste acht. En waarom acht niemand zich de belangrijkste??… Omdat iedereen in het Koninkrijk weet en beseft dat hij alles verkregen heeft van Godswege. Alles wat we zijn, elk talent die we hebben, alles wat we presteren ten goede… is een geschenk van Godswege.
We zijn werkelijk de minste, want alles is genade… en daarom mogen we de grootste zijn in het Koninkrijk.
Voorbede.
Hemelse Vader,
Verlos ons van de trots van ons hart…
De trots die ons beter maakt dan de ander, de naaste.
Laat ons niet behoren tot de ‘overwinnaars’
in deze maatschappij waarin we leven.
Laat ons niet wedijveren met elkaar,
om in ambitie onze status te verhogen,
meer te zijn in onze gedachten dan de ander, de naaste.
Verlos ons van de trots van ons hart
zodat we als christenen mogen komen tot éénheid.
Wij smeken U om éénheid in onze kerken…
dat onze trots ons niet verhindert om andere christenen
te zien als broeders en zusters,
verbonden in dat ene geloof in Jezus de Christus.
Verlos ons van de trots van ons hart,
zodat we niet langer oordelen, bekritiseren,
scheiding maken (onderscheid) tussen mensen…
Dat we niet langer in onze gedachten
een rangorde maken waarin we mensen stoppen
zoals het naar onze trots goed uitkomt.
Maar leer ons nederigheid!
Laat ons worden als een kind voor U!
Dat we tot het besef mogen komen
hoe nutteloos we waarlijk zijn voor U.
Dat we niets hebben gepresteerd die
ons zou kunnen verheffen boven een ander!
Maar dat alles genade is,
een vrije gave van U aan elke mens.
Amen.