Gemeente,
‘En de engel zeide tot hen : Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen : U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. En dit zij u het teken : Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe’.
Broeders en zusters, laten we niet al teveel belang hechten aan het ‘kerkelijk’ feest kerstmis, en wel omdat zo’n eredienst op precies 25 december nergens een bijbelse basis heeft. Niemand weet wanneer Jezus geboren is, zelfs het jaartal is heel onzeker… laat staan de maand waarin of de dag waarop de geboorte plaatsvond. Het is pas vanaf de derde eeuw dat de westerse kerk het nodig vond om de gebeurtenis te vieren en de dag exact vast te leggen.
Het mag trouwens toch wel heel erg eigenaardig genoemd worden dat waar we de dag van de geboorte niet weten, dat we de datum exact vast leggen (25 december), en dat pasen, waar we de exacte dag eigenlijk wel van weten, dat we daar ieder jaar de datum van verschuiven. Het waarom van dit alles heeft inderdaad niets met de bijbel te maken, maar met allerlei heidense, bijgelovige feesten en praktijken van lang geleden. Bijgevolg kunnen we met gelovige zekerheid stellen dat Jezus zeker niet geboren is op de 25ste december… Gelukkig is noch de dag noch het uur belangrijk, waardoor we toch ook vandaag mogen stilstaan bij deze wonderlijke gebeurtenis. Daar is niets mis mee, zolang u dus niet teveel belang hecht aan de datum zelf, of aan het kerkelijk ritueel die daarmee gepaard moet gaan.
Een engel brengt het evangelie : en het sleutelwoord in zijn boodschap is blijdschap! ‘Ik verkondig u grote blijdschap’! Onder de Wet van Mozes was het dat mensen zouden sterven wanneer ze in de aanwezigheid van God kwamen, dat is het oude verbond. De natuurlijke zondige mens moest wel bevreesd zijn voor zijn Maker. Maar nu horen we : ‘Weest niet (langer) bevreesd, ik verkondig u grote blijdschap’! De mens moet niet langer voor de hemelse Rechter verschijnen, maar mag tot de Vader naderen…
Ten eerste wil ik het dus met u hebben over die vreugde, die grote blijdschap. Merk op dat er geen tijdstip bij vermeld wordt. De engel spreekt alleen over het brengen van grote blijdschap. Er staat niet : Ik breng u (alleen) vandaag grote blijdschap… Dat zou wereldse vreugde zijn : ook blijdschap misschien, maar altijd van korte duur. Nee! De grote blijdschap start met de geboorte van Jezus, en zal blijven duren vanaf dat ogenblik, voor alle eeuwigheid. Niets kan die blijdschap nog tegenhouden of veranderen, en daarom : weest niet langer bevreesd! Het is het aanbreken van een nieuwe era, een nieuwe tijd. De tijd van genade, de tijd van het nieuwe verbond is aangebroken!
Deze blijdschap is dan ook een heilige vreugde… blijdschap in zijn meest pure vorm. Die vreugde wordt dan ook in de tekst verbonden met de uitspraak ‘Ere zij God in den hoge’. De blijdschap die hier verkondigd wordt komt uit den hoge, van God Zelf afkomstig. De vreugde van kerstmis ligt dus niet in de cadeautjes… ligt ook niet in het gezellige sfeertje van warme knusse binnenkamer met kerstboompje en familiefeestje… dat is wereldse vreugde… van korte duur… straks is het weer school of moeten we gaan werken door de koude heen… Kerstmis in dit land is maar al te vaak het feest van ‘gezelligheid’, ‘t is meer een heidens feest van Bacchus als het ware… Broeders en zusters, Kerstmis is de verkondiging van de goede boodschap (evangelie) : de vreugde, de grote blijdschap van Immanuel, dat is ‘God met ons’! God heeft gekozen voor ons! Hij is vanaf de geboorte van Jezus altijd bij ons… En daarom, weest niet langer bevreesd van deze strenge, rechtvaardige God. Het leven is niet langer de dorre doodse woestijn, maar er welt vanaf kerstmis een bron van leven op : een oase in het midden van de woestijn.
Waarom toch is de komst van de Christus zo’n reden tot vreugde? Dit is het, dat God zich verbonden weet met de mens. Dat God kiest voor de mens, ondanks de zonde. Jezus is de brug (pontifex maximus) tussen God en mens : Kerstmis, de blijde boodschap van de verzoening die komt op Pasen. Zo is het Kerstfeest eigenlijk het voorwoord op Pasen.
Vanaf het Kerstfeest kijkt God naar de mens, en herinnert Hij zich dat Zijn eigen Zoon mens is. En dat is een boodschap van hoop voor ons mensen… mensen die worstelen met hun zonden…
Waarom toch is de komst van de Christus zo’n reden tot vreugde? De beloftes van hoop die we terugvinden in het OT worden eindelijk vervuld. De belofte aan Abraham dat in zijn zaad alle volken van de aarde gezegend zouden worden… komt op kerstmis eindelijk in vervulling.
Waarom toch is de komst van de Christus zo’n reden tot vreugde? God komt tot de mens als Redder… ‘U is heden de Heiland geboren’… God is wel vaker tot de mens gekomen (in het OT) : denk maar aan Sodom… ‘Ik wil nederdalen om te zien of zij gedaan hebben naar het geroep dat tot Mij gekomen is…’
God kwam in het OT als getuige van de menselijke zonde, en om de wraak te voltrekken die daaruit voortvloeide. Vrees en beven voor de wereld als God zo neerdaalde. Dat zien we ook op de Sinai bij de wetgeving… donder en bliksem, allesverterend vuur op die berg… niemand kon naderen…
Maar hoor toch het goede nieuws op kerstmis : niet langer een engel van wraak, maar als mens in genade zo is God tot ons gekomen op die dag! Niet langer als getuige van onze zonde, maar om het te verwijderen… Niet om te straffen, maar om vergiffenis te schenken. Die baby in de kribbe had de zoveelste profeet van tranen kunnen zijn, of een zoon van donder en bliksem… maar het was niet zo! Hij kwam in vrede (naar de volle betekenis van het woord!)…
En die Redder is ook niet zomaar toevallig… het kadert in dat goddellijke plan, het heilsplan voor mens en wereld. Daarom staat er dat de engel zegt : ‘U is heden de Heiland (Redder) geboren, namelijk Christus…’ Dat wil zeggen ‘de gezalfde’, de Rechtvaardige Koning, beloofd door de profeten, ingezegend in zijn ambt. Deze Redder heeft autoriteit. Dat is hem door God zelf gegeven…
Het kan nooit dat God zal zeggen : Jezus jongen, je hebt veel te veel zondaren gered, dat kan ik niet goedkeuren. Dat kan dus niet, want Jezus heeft de ‘zalving’, de bevestiging van zijn taak, ontvangen… en wel op een drievoudige OT-ische manier : als profeet om de goede boodschap van redding te prediken, als priester om het verzoenende offer te brengen, en als koning om rechtvaardig te heersen. Als profeet, zouden we kunnen zeggen, was hij meer dan Mozes, als priester meer dan Melchizedek, als koning meer dan David! Indien je de waarde van Zijn komst ten volle begrijpt, wat zou er dan een grotere vreugde in je leven kunnen zijn?
Meer nog : ‘U is heden de Heiland (Redder) geboren, namelijk Christus (Gezalfde), de Here…’
En in het Grieks staat er wel ‘kurios’, maar we mogen zeggen dat hier de heilige, onuitspreekbare Naam staat van God Zelf (namelijk JHWH). En dat kunnen we ook zien omdat in het negende vers (vlak voor de aankondiging van de engel, het elfde vers) er ook twee maal ‘kurios’ staat als aanduiding van God Zelf (‘een engel des Heren’ en ‘de heerlijkheid des Heren’). Dus met andere woorden als er staat : ‘U is heden de Heiland (Redder) geboren, namelijk Christus (Gezalfde), de Here…’, dan is onze Redder, de Christus, God Zelf! Dat wordt wel eens in twijfel getrokken in allerlei ‘moderne’ gedachten (ook christelijke helaas). Dat is toch de vreugde van kerstmis, de grote blijdschap die verkondigd wordt aan alle mensen : God Zelf werd mens en bracht de verzoening die wij zo broodnodig hebben!
En dat brengt ons op het volgende puntje : aan wie wordt de blijde boodschap gebracht? Aan de herders in het veld denken we zo bij onszelf… ‘Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u (2de persoon enkelvoud in het Grieks! Aan jou dus) grote blijdschap : U (dus aan jou persoonlijk) is heden de Redder geboren, de gezalfde, God Zelf…’
Broeder en zuster, mag die vreugde, die grote blijdschap ook vandaag voor jou persoonlijk beginnen?
Want wat baat het dat Christus geboren is, gestorven is en opgestaan is… als jij die boodschap niet persoonlijk wil horen en aanvaarden? Vind je jezelf te goed voor verzoening, denk je God niet nodig te hebben… je bent wel goed genoeg uit jezelf… dan hoor je bij de Farizeeen en schriftgeleerden, die lagen die nacht lekker in hun bedje te dromen… zij hoorden geen boodschap… Maar voelen we ons te onwaardig, te dom, te onbelangrijk voor dit alles?… Dan horen we bij de herders op het veld, het uitschot van de toenmalige maatschappij. Ja, zulke mensen worden deelgenoot van de grote blijde boodschap… Indien iedereen zou horen naar die grote blijde boodschap, ja dan zou er vrede op aarde zijn, voor alle mensen. Geen oorlogen, geen hongersnoden,… wat een vreugde zou dat niet zijn voor de mensen… Hoe meer we leren luisteren naar de blijde boodschap, hoe meer we gaan lijken op Christus Zelf, hoe groter onze vreugde steeds wordt. En daarmee wil ik niet zeggen dat plots alles van een leien dakje loopt in je leven… dat alles rozegeur en maneschijn wordt… verre van dat.
Als laatste punt wil ik even stil staan bij het teken : ‘En dit zij u het teken : gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe’…
Een kind in wat doeken in een voederbak voor de beesten… het goddellijke teken van genade voor alle mensen! Dat lijkt misschien heel erg vreemd voor onze maatschappij en voor onszelf misschien ook.
Maar het teken toont ons ook wat er niet is…
Ten eerste is er geen enkele blijk van wat we wereldse ‘macht’ zouden kunnen noemen : de hulpeloosheid van een kind, een baby nog, brengt ons de kracht van God. Geen wapengekletter, geen veroveringstocht, geen massavernietigingswapens… (schijnbare) zwakte, dat is het teken dat God ons geeft. Het is de zwakke positie van liefde die werkelijke kracht is. Liefde, erbarmen en zelf-opoffering is de weg naar het hemelse Koninkrijk!
Ten tweede is er geen enkele blijk van pracht en praal… geen beetje luxe… Ligt het kind in purper en fijn linnen? In een bed van goud? De moeder een bekende actrice (waar we lekker wat over kunnen roddelen)?… Nee… een voederbak… een eenvoudig meisje uit Galilea… Geen ijdelheid der ijdelheden, maar gerechtigheid, vrede, redding voor alle mensen…
Ten derde is er dus geen enkele blijk van rijkdom, waar onze wereld zo dol van draait. Eenvoud, broeders en zusters, een arbeidersgezin in Bethlehem. Niet in rijkdom ligt ons geluk, maar in het evangelie, dat er is voor alle mensen zonder onderscheid naar rang of stand.
Ten vierde is er ook geen reden voor bijgeloof. Het kind ligt in doeken in een voederbak… Geen mysterieus licht of aureolen… geen cupidootjes of vreemde wezens… dingen die kunstenaars er later bij gefantaseerd hebben… Nee, alleen dat kind in die voederbak : dat, en alleen dat, is het teken.
En ten vijfde is er ook geen reden voor gefilosofeer, voor diepe nutteloze overdenkingen waar wijze mannetjes zo sterk in zijn. Er is geen doctor in de theologie nodig om de geboorte van Jezus uit te leggen, of om te zoeken naar de diepere metafysische betekenis van de voederbak… Gods werk van genade is uiterst eenvoudig : een kind in een voederbak, een joodse vrouw, een timmerman…
Een mysterie van eenvoud…
Kom dan broeders en zusters, laten we open staan voor de grote blijdschap die ons ten deel is gevallen : redding door genade, tot ons gebracht door een kind in een voederbak.
Amen.