Lucas 19 : 1 – 10, want de Zoon des mensen is gekomen

Gemeente,

‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is…’

Dit vers (vers 10) bevat eigenlijk de belangrijkste waarheid van het evangelie. Dit is de reden waarom redding mogelijk is, namelijk : God zoekt ons en Hij wil ons redden van ons egoïsme en ons schrijnend gebrek aan naastenliefde (dit is wat we ‘zonde’ noemen). Ja, dit is de natuur van deze God waarover we mogen lezen in de bijbel : dat Hij zoekt en vindt die verloren is. Dat zie je al vanaf het prille begin in Genesis… wanneer Adam en Eva zondigen. Eigenlijk willen ze zelf God zijn, en daarom overtreden ze het gebod dat de Here hun opgelegd had aangaande de boom van kennis van goed en kwaad. Ze ontdekken hun naaktheid en verstoppen zich voor God in de hof van Eden. Ze verstoppen zich! Zo is de mens… hij verbergt zich voor God. Maar wat deed God?… (Gen 3:8-9) ‘En zij hoorden de stem van de HEERE God, die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag.Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof. En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem : Waar ben je?…’ Of met andere woorden : God begon te zoeken : Hij zoekt die verloren is! Omdat Hij ons zoekt mogen wij Hem vinden…

Dit is dan de taak van Jezus. Dit is de kern van het evangelie (de goede boodschap). En daarom begint onze tekstlezing met vers 1 : ‘En Jezus kwam Jericho binnen en ging erdoorheen…’ Jezus was op dat ogenblik in zijn leven eigenlijk op weg naar Jeruzalem om er te sterven voor de verloren mensen. En om naar Jeruzalem te gaan moest Hij doorheen of langs Jericho passeren. Nu hebben beide steden (Jeruzalem en Jericho) ook een symbolische betekenis. Het zijn namelijk tegengestelden van elkaar. Jeruzalem lag op de hoogte (de hoogste stad in de omgeving, zo’n 700m boven de zeespiegel), en Jericho lag letterlijk in de laagte (de laagste stad van de omgeving, om niet te zeggen van gans Israël : zo’n 260m onder de zeespiegel, namelijk vlakbij de Dode Zee, die in een diepte ligt, die onder de zeespiegel ligt). Zo heb je Jeruzalem in de hoogte als beeld van het hemelse Jeruzalem, het Koninkrijk van God. En zo heb je Jericho in de absolute laagte, vlakbij de Dode Zee, als beeld van deze aarde, deze wereld waarin we leven. Op weg naar het Koninkrijk van God komt Jezus dus doorheen Jericho, deze wereld, om het verlorene te zoeken. Daarom staat er ook ‘… en Hij ging erdoorheen…’… Of met andere woorden : Hij bleef niet stil staan. Jezus bleef niet hangen in deze wereld. Hij was er wel ‘in’ maar maakte er geen deel van uit. Hij moet er doorheen om zijn doel (Jeruzalem) te bereiken en om op die (levens)weg het verlorene te zoeken.

Eigenlijk is onze vertaling ‘wat verloren is’ te tammetjes. Het Griekse woord (‘appollumi’) betekent ook ‘wat geruïneerd is, wat vernietigd is…’ Ja, dit is de ware toestand van de mens voor God, en daarom is Jezus in de wereld gekomen, om relatie met God terug mogelijk te maken, om de mens te herscheppen.

Zo vertelt Lukas ons hier in onze tekstlezing het welbekende verhaal van Zacheüs. Maar eigenlijk is het dus ook het verhaal van God met de mens. Het verhaal van de bedoeling van God met de mens en de vervulling daarvan in Jezus Christus. Laat ons daarom met hernieuwde aandacht kijken naar dit te bekende verhaal.
Zacheüs was een tollenaar… ja een ‘oppertollenaar’ staat er in vers 2 (‘architelones’ : het hoofd van de tollenaars). Hij stond dus met andere woorden aan de top van de pyramide : andere tollenaars moesten aan hem een deel van hun winst afstaan. Hij was de rijkste van de bende… hij kon het meest winst halen uit de corruptie van de belastinginners van die tijd. Een tollenaar kocht namelijk zijn positie van de Romeinse bezetters (en was daarom al veracht door de joodse bevolking). Maar alles wat tollenaars extra binnenrijfden boven het bedrag dat de Romeinen wilden mochten ze zelf houden. Tollenaar zijn in die tijd was dus een recept voor corruptie. En Zacheus was niet zomaar ‘een’ corrupte tollenaar, hij was het hoofd van de tollenaars. Voor de joden was hij het vleesgeworden kwaad…

In het evangelie naar Lukas is dit verhaal van Zacheüs dan ook de zesde maal dat Jezus in aanraking kwam met een tollenaar. Het is de zesde maal dat een tollenaar vermeld wordt. Zes is het getal van de mens. De zesde mens toont ons de mens zoals hij werkelijk is : de oppertollenaar : verloren (‘appollumi’), geruïneerd, vernietigd…

Deze mensen (de tollenaars) waren rijk en hadden op het materiële vlak alles wat ze wilden, maar ze behoorden niet meer tot de gemeenschap. Ze konden bijvoorbeeld niet langer naar de synagoge gaan. Mensen vermeden alle sociaal contact met deze corrupte collaborateurs. Voor veel mensen van die tijd waren deze tollenaars en ander gespuis (zoals prostituees e.d.) de werkelijke ‘zondaars’. Jezus bracht zoveel tijd door met deze mensen dat hij ook wel de ‘vriend van zondaars en tollenaars’ werd genoemd (Lukas 7:34).

Er staat in onze tekstlezing dan ook dat Zacheus ‘klein van persoon was’. Dat is dus niet alleen letterlijk (dat hij een klein mannetje was en niet over de mensen heen kon kijken), maar het heeft ook een figuurlijke boodschap : in de ogen van de mensen was hij ‘klein van persoon’. De andere mensen keken neer op Zacheus vanwege zijn zichtbare zonden. Neerkijken op iemand… omdat je meent dat hij of zij erger is dan wat je zelf bent… menen dus dat je zelf rechtvaardiger bent dan zo iemand. Dit is, bijbels gezien, één van de grootste zonden waar mensen zich schuldig aan maken.

Jezus is echter anders… gans anders. Het verhaal vertelt ons hoe Zacheus vooruit loopt en in een vijgenboom klimt om toch maar Jezus te kunnen zien. Dat deze boom een vijgenboom was, is niet toevallig. De vijgenboom staat in de joodse traditie vaak als een beeld van de Tora (zie o.a. Talmoed Eroewien 54 a-b : de Tora is als een vijgenboom…). Zacheus raakt niet door de menigte tot bij Jezus. Door de menigte, door de meningen van de mensen kan hij niet ‘zien’ (inzien) wie Jezus werkelijk is. Vertrouw niet op mensen en op hun meningen om te weten te komen wie Jezus is. Het is pas wanneer Zacheus in de vijgenboom klimt (vanuit Tora kijkt) dat hij kan zien (inzien) wie Jezus werkelijk is : nl de beloofde Messias…

En wat doet Jezus wanneer Hij passeert?… (vers 5) ‘En toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij op, zag hem en zei tegen hem : Zacheus, haast u en kom naar beneden, want heden moet ik in uw huis verblijven…’ We kunnen heel wat belangrijke zaken leren uit dit ene versje.

Ten eerste dat er staat : ‘Hij keek op…’ : Jezus keek op naar Zacheus!!… Herinner u dat we zeiden dat Zacheus ‘klein’ was in de ogen van de mensen… dat iedereen neer keek op Zacheus… dat iedereen hem minachtte vanwege zijn zichtbare zonden. Maar niet zo bij Jezus! Jezus keek op naar Zacheus. Opkijken naar iemand, respect hebben voor iemand… Hoe kwam dat? Wist Jezus dan niet dat dit de oppertollenaar was, de grootste ‘zondaar’ van de stad?… Tuurlijk wel, maar Jezus was niet gekomen om te oordelen… Jezus kijkt niet naar het verleden van iemand… kijkt niet naar wat iemand allemaal misdaan heeft… Jezus kijkt dus niet neer op andere mensen!… Maar Hij kijkt op naar mensen, omdat Hij ziet wat ze kunnen worden!

Daarom riep Jezus hem bij zijn naam : ‘Zacheus’. Namen zijn heel belangrijk, ze tonen ons wie iemand is in het Hebreeuws… de essentie van iemand zit in zijn naam verborgen. Zacheus is de vergrieksing van het Hebreeuwse woord ‘zakkai’, dat ‘puur, zuiver, onschuldig‘ betekent! Dat is het eerste woord dat Jezus tot deze man sprak : Zakkai! Deze Zacheus was een aanfluiting van die naam… hij was allesbehalve wat zijn eigen naam bedoelde, en hij wist het maar al te goed. En toch sprak deze rabbi (Jezus), deze geestelijke die hem zou moeten verachten en zeker geen contact met hem zou willen, hem aan met die naam! Dit is met opzet, broeders en zusters. Het was alsof Jezus tot Zacheus zei : voor mij ben je puur, zuiver onschuldig, en dus moet ik heden in je huis verblijven… God doet hier wat wij niet kunnen : wij oordelen altijd en wij kijken neer op mensen. Maar Jezus kijkt op naar mensen en ziet wat ze kunnen worden.

Ten tweede kunnen we opmerken dat Jezus tot Zacheus zei : ‘heden moet ik in uw huis verblijven…’
Het Grieks voor ‘verblijven’ (‘menoo’) betekent werkelijk ‘de nacht doorbrengen’, ‘er voortdurend blijven’, ‘er vertoeven’… dus niet meer weg gaan. Jezus komt binnen in het leven van Zacheus en zal er, vanaf dat ogenblik, ook voortdurend blijven!
Merk op dat het Jezus is die het initiatief neemt. Zacheus wilde wel leren over Jezus via de Tora (door in de vijgenboom te klimmen), maar het is uiteindelijk Jezus die contact maakt. Daarom staat er ook : ‘heden moet ik in uw huis verblijven…’ Het Griekse woordje dat hier gebruikt wordt (‘dei’, van ‘deoo’) wordt in het NT voortdurend gebruikt voor goddellijke noodzakelijkheid. We vinden het woordje telkens wanneer het gaat over het goddellijke plan voor redding van mensen. Herinner u dat Jezus zoekt en vindt die verloren is. En het is van moeten. God kan niet falen in zijn opzet! Dit is wat we in de theologie ‘predestinatie’ noemen. God zoekt en kiest zich mensen, zoals Jezus hier in onze tekstlezing Zacheus kiest! ‘Ik moet in je huis, in je leven verblijven!’

En wat is het antwoord van Zacheus op dit goddellijk verzoek? (En welk zou ons antwoord moeten zijn, broeders en zusters)?
Het eerste wat Zacheus doet is uit de vijgenboom klimmen : ‘En Zacheus haastte zich en kwam naar beneden en ontving Hem (Jezus) met blijdschap…’ Da’s een belangrijke stap! Uit die vijgenboom klimmen om terug tussen de mensen te zijn. Veel christenen blijven als het ware hangen in de vijgenboom. Ze kennen die vijgenboom (de Tora, de bijbel) helemaal… ze weten waar elk klein takje hangt… ze kennen hele bijbelverzen vanbuiten… maar ze doen niets… niets van naastenliefde! En dat kan dus niet voor een christen! Je moet in het dagdagelijkse leven uit de Tora komen, terug tussen de mensen (die vaak neerkijken op je) om te handelen in naastenliefde. En dat is het wat Zacheus doet!

‘Zacheus nu ging staan en zei tegen de Heere : Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik aan de armen, en als ik van iemand iets heb afgeperst, geef ik dat vierdubbel terug.’
Zacheus ging staan, of met andere woorden : hij stond op : opstanding! Wanneer een mens tot inzicht komt en ernaar handelt is er opstanding ten leven!
Geloof alleen (zonder goede daden in je leven) kan eigenlijk niet. Is er echt geloof dan volgen er ook goede werken. Dit is het belangrijke onderscheid tussen de rijke Zacheus en de rijke jongeling in Lukas 18 : 18 – 30 (in ‘t vorige hoofdstuk, da’s geen toeval dat die twee verhalen vlak bij elkaar staan). De rijke Zacheus komt tot handelen (met zijn rijkdom), wat de rijke jongeling niet kan (zijn rijkdom blijft zijn afgod).

Het handelen nu van Zacheus volgt de Tora. Hij prutst er niet zomaar wat op los, maar hij volgt de voorschriften van de Tora. (In o.a. Numeri 6 : 5vv lezen we wat je moet doen als je iemand benadeelt hebt). Of in Ex. 22 : 1 – 7 lezen we van diefstal en hoe de dief dubbel moet vergoeden wat hij gestolen heeft. Vierdubbel wanneer geweld werd gebruikt… en dat is hier wat Zacheus in toepassing brengt. Hij beperkt zich niet tot vergoeden of zelfs dubbel vergoeden, maar hij gaat naar de maximale vergoeding (vierdubbel).

Broeders en zusters… Zie naar Zacheus en hoe hij handelt! Ook wij zijn die mens! Ook wij hebben ons vaak misdragen tegenover de naaste (en doen het vaak nog altijd, zelfs als christen). Klim dan vandaag nog in de ‘vijgenboom’ (lees je bijbel, hoor naar de woorden van de bijbel) om te zien (tot inzicht te komen) wie Jezus is. Maar laat die boom ook vruchten dragen in je leven (wat heb je aan een vijgenboom zonder vijgen?). Je geloof moet leiden tot handelen (het geloof dat geen werken heeft is dood (Jakobus))! Wees niet als de rijke jongeling, maar wordt een Zacheus (‘zakkai’ : puur, zuiver, onschuldig voor God). Open je harten om Jezus te ontvangen in je ‘huis’, zodat Hij daar mag blijven vertoeven tot het einde. Sta recht (opstanding) en kom tot naastenliefde!

Voorbede.

Hemelse Vader,

Omdat U ons zoekt, mogen wij U vinden!

Wil ons zoeken en vinden in dit ‘Jericho’,

in deze doodse maatschappij waar wij trachten te leven.

Want ook wij zijn als Zacheus,

ondergedompelt in egoisme en gebrek aan naastenliefde,

gericht op ons zelf, verstoken van gemeenschap met de naaste.

Geef ons de kracht om te klimmen in de ‘vijgenboom’,

leer ons om de bijbel te lezen en te blijven herlezen,

zodat we U waarlijk mogen leren ‘zien’.

En wanneer U klopt aan de deur van ons hart,

wanneer U ons roept om bij ons te verblijven,

geef ons kracht om open te doen,

geef ons de kracht om te antwoorden,

en om ons te haasten uit de vijgenboom,

om terug tussen de mensen te komen,

en Uw naastenliefde te beoefenen.

Schenk ons Uw Liefde,

zodat we warmte mogen bieden aan wie in de kou staan,

zodat we troost mogen bieden aan wie in pijn leeft,

zodat we hoop mogen brengen

aan wie in eenzaamheid ten onder gaat.

En wij willen U bovenal danken Vader,

dat U ons hebt willen vinden,

dat U mensen kiest om bij U te horen.

Maar sta niet toe dat ons geloof alleen dode letter blijft,

schenk ons dagelijks de kracht

om vruchten te dragen in dit leven

tot eer van Uw glorierijke Naam.

Amen.