Gemeente,
‘En Jezus zeide tot hem : Ga heen, doe gij evenzo’.
Sommige christenen (protestanten) willen alleen maar het evangelie horen : de boodschap van schuld, genade (gratis) en verzoening… Wanneer er gesproken wordt over ‘deugden’ of ‘goede werken’, dan is dat in hun oren rooms-katholiek of moralisme/humanisme… Nochthans, lees de brief van Jacobus of passages zoals de ‘Bergrede’ en we vinden meer dan genoeg praktische teksten. Praktisch : hoe je geacht wordt te handelen, wat je moet doen als christen. Jezus gaf steeds antwoord op concrete vragen : een praktische waarheid zie je bij hem altijd op de voorgrond… iets wat heel veel voorgangers niet durven te imiteren uit angst voor de gevoeligheid van de kerkgemeenschap. ‘Hoe moet ik handelen ten opzichte van mijn naaste?’ : dat is hier ook de vraag van de schriftgeleerde. Praktisch…
Laten we natuurlijk nooit vergeten dat datgene wat de Wet van ons vraagt (geboden, het handelen), alleen door het evangelie in ons kan bewerkstelligd worden. Eigenlijk heeft Jezus telkens twee doel-stellingen voor ogen als hij op een praktische, concrete wijze verteld wat we geacht worden te doen. Namelijk ten eerste dat we tot het besef mogen komen dat we nooit aan de bijbelse norm kunnen voldoen en dus afhankelijk zijn van de genade. En ten tweede dat we nooit tevreden zouden zijn met een lauwe, middelmatige prestatie, maar dat we in ons handelen steeds hoger zouden trachten te streven!
Laten we dit proberen uit te leggen aan de hand van de gelijkenis. En wat is het eerste dat we daarin opmerken? De wereld is wel heel erg vol met lijden! ‘Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers…’ Zo’n korte afstand… één dagreisje… één dag in je leven, een kort ogenblik maar… en bijna was hij dood. In deze wereld/ maatschappij, heerst vaak de illusie van zekerheid… van financiele zekerheid, van rechtszekerheid enz… maar we zijn nooit veilig voor miserie… Merk op dat de sukkelaar die getroffen werd door dit lijden, ook helemaal geen schuld trof. Het overviel hem (letterlijk!). Hij was niet van de weg afgedwaald in de wildernis… hij was ook niet in het holst van de nacht op weg… Gewoon midden op de dag, op de weg, op die korte afstand… volledig willekeurig lijden! Er is in de meeste gevallen geen oorzakelijk verband tussen wat we gedaan hebben (goed of slecht) en het lijden in ons leven… Je hebt er niet voor gekozen… Je hebt er geen schuld aan…
en toch is het er… En hoewel onze reiziger geen schuld treft aan dit lijden… zijn de schuldigen (zij die het veroorzaken) wel mensen! Het meeste lijden in deze wereld wordt veroorzaakt door mensen : hoe mensen handelen ten opzichte van anderen, de naaste.
Wel is het zo dat een bepaalde levensweg vaak meer lijden in zich kan dragen natuurlijk… zo was de weg tussen Jeruzalem en Jericho in die tijd heel erg bekend voor zijn rovers… maar soms kun je niet anders, en moet je wel zo’n weg gaan… het kan je roeping zijn een weg te gaan in het leven die meer lijden met zich meebrengt. Maar ook dan heb je niet voor het lijden gekozen, maar voor de weg op zich(die dat lijden dan met zich meebrengt).
Wat blijkt nu ook (ten tweede) in het verhaal : ondanks dit vele lijden in de wereld, zijn er mensen die niet ingrijpen wanneer ze een ander zien lijden. Jezus vertelt ons van twee die voorbijgaan aan het lijden dat ze zien… en eigenlijk had hij het verhaal makkelijk kunnen uitbreiden naar honderden die passeren zonder in te grijpen voor elke goede samaritaan. Want dat lijkt me helaas een veel correctere verhouding tussen zij die passeren en zij die helpen (honderd tegen één).
Het verhaal toont ons ook de oorspronkelijke bedoeling van God : mensen te gebruiken om anderen te helpen. God grijpt niet rechtstreeks in, maar gebruikt daarvoor de mens. De mens die hij gemaakt heeft om de schepping te dienen, in de juiste banen te leiden, te helpen. Maar de mens is die roeping vergeten… Daarom is de eerste die passeert een priester (een gelovige! Met de juiste doctrines, de juiste geloofsovertuigingen) en daarna een leviet (een gelovige! Met de juiste doctrines, de juiste geloofsovertuigingen). Eerst de priester, want hij is de leider, de intellectueel… hij kan beslissen wat er gedaan moet worden… en daarna de leviet, de priesterhelper… die kan dan de priester helpen om zijn beslissingen uit te voeren. Als protestant zou je kunnen zeggen : eerst passeerde een ouderling (dominee), en dan een diaken… En ze zijn ook met z’n tweeën, zou je kunnen zeggen, omdat ook de helpers hulp nodig hebben. Samen sterk, weet je wel. Het is nooit goed om er alleen voor te staan… Het waren gelovige mensen die daar op die weg passeerden, correct toegerust voor de taak die voor hen lag : de medemens in nood te helpen…
God bracht hen op die weg op dat ogenblik om te helpen, maar zij weigerden de heilige taak…
Dit is geen kleine overtreding, dit is geen kleine zonde… dit is het weigeren van wat het is ‘mens’ te zijn… het weigeren van de taak waarvoor God je gemaakt heeft. Ook wij zijn op die weg geplaatst met een doel… zullen wij ook voorbijgaan?…
Wat het nog erger maakte is de richting waarin de priester liep : ‘Bij geval daalde een priester af langs die weg…’ Hij daalde af : d.w.z. Hij ging van Jeruzalem (hooggelegen) naar Jericho (laag). Of m.a.w. Hij keerde terug van het vervullen van zijn plicht in de tempel. Hij keerde terug van de eredienst van de ene God. Niemand naderde dichter tot God dan de priesters in de tempel… zij waren het die de offers van de mensen brachten voor het aangezicht van God… En toch… en toch was die priester niet in staat om zelf een offer te brengen. Dit is wat het verhaal zo droevig maakt… in de nabijheid van God verkeren, iedere sabbath naar de eredienst gaan, de juiste geloofsovertuigingen hebben… dominee zijn, ouderling zijn, diaken zijn… en er toch niets van begrepen te hebben! Namelijk je naaste liefhebben als jezelf… mee lijden met de ander… Mee lijden gaat ook ten koste van zelf : tijd verlies, financieel verlies… dat kan niet anders!
Het is ook duidelijk dat die twee het slachtoffer gezien hadden : ze wisten heel goed wat er aan de hand was. Soms verstoppen mensen zich achter onwetendheid… maar een mens kijkt toch rond zich als hij zich op weg begeeft (op de levensweg)? We weten van armoede, van ziekte, van geestelijk lijden rondom ons… maar… ‘we hebben geen tijd’. Zeker weten dat de priester en de leviet prachtige excuses hadden… maatschappelijk verantwoorde excuses! We hebben geen tijd! We zuchten onder het drukke leven… we werken aan onze ‘carriere’… we gaan ‘sporten’… feestje hier, vergaderingsje daar… Maar datgene waar God ons voor gemaakt heeft… dat laten we achterwege.
En zo komen we bij de Samaritaan… die niet toevallig een Samaritaan was in het verhaal. Een Samaritaan was een afwijkende gelovige… met foute geloofsovertuigingen (in tegenstelling tot de priester en de leviet) : het Samaritaanse geloof was een mengelmoesje tussen jodendom en plaatselijke afgodendienst… Joden en Samaritanen konden totaal niet overweg met elkaar. Ja, de joden minachtten de Samaritanen… ze weigerden er zelfs mee te praten… Dat zal die Samaritaan heel goed geweten hebben toen hij zich over die jood ontfermde… Beperken we onze hulp alleen maar tot protestanten? Of zal ik maar zeggen : tot de ‘juiste’ protestanten? Want er zijn natuurlijk heel veel andere soorten protestanten die uiteraard nergens op lijken! (denken we)… Naastenliefde kijkt niet naar de over-tuigingen van het slachtoffer… Naastenliefde kijkt niet naar kleur, geslacht, godsdienst… van de hulpbehoevende naaste : ‘doe aan anderen wat je wil hebben dat ze aan jou doen’!
Broeders en zusters, dat klinkt misschien heel evident en vanzelfsprekend in uw oren… maar wie past dat nu ook toe in z’n leven?? Een geloofsovertuiging is waardeloos (zelfs al is het de juiste, zoals van de priester en de leviet) als het niet in praktijk wordt omgezet! Dat is denk ik, de essentie van deze gelijkenis.
Merk ook op dat de Samaritaan geen enkele vraag stelt aan het slachtoffer… Hij ziet iemand in nood en helpt zonder aarzeling. Hij begint niet te vragen naar het waarom van het lijden : ‘wat heb je wel gedaan dat je zo moet afzien?’… ‘waar ben je verkeerd gelopen in je leven?’… vragen die op zich ook altijd een oordeel inhouden van de ander.
Merk ook op hoe de Samaritaan een stuk van zichzelf opoffert (tijd, geld, bezittingen…) : ‘en de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand…’ Twee schellingen! Wat er op wijst dat de Samaritaan eigenlijk zelf ook niet zoveel had. Was hij rijk geweest dan had hij wel een handvol gegeven of zo… maar nee, er staat : twee! Dat is te zeggen : twee is meer dan één (wat weinig is), en toch minder dan veel. Het is afgeteld met andere woorden. Hij gaf wat hij kon geven zonder zichzelf in armoede te storten… Hij plaatste de hulpbehoevende op zijn ezel, waardoor hij zelf moest te voet gaan! Dat is de essentie van naastenliefde.
Nu wil ik een stapje verder gaan en de vergelijking maken tussen deze Samaritaan en Jezus zelf!
Want wij zijn als die gewonde man voor dood achtergelaten… De dieven die ons overvallen hebben op de levensweg zijn onze verleidingen… de wonden in ons lichaam zijn ontstaan door ons vallen voor die verleidingen… de fouten in ons leven ten opzichte van de ander, de naaste… de littekens op onze ziel.
Kunnen we hulp verwachten van onze medechristenen?… Nee, ouderling en diaken passeren zo snel mogelijk aan de andere kant van de weg… er wordt meer geroddeld over onze fouten dan dat er geholpen wordt…
Maar zie, dan komt er ginds een Samaritaan, een totaal Andere. Als we kunnen vermijden we Hem liever, die Samaritaan. We denken niet graag aan Hem, we praten liever niet met Hem… Hij is zo totaal anders, zo afwijkend van ons… wat er eigenlijk ook op wijst, broeders en zusters, dat onze zo gekoesterde geloofsopvattingen, waar we zo graag over strijden met andere gelovigen… dat die misschien eigenlijk wel niet zo heel belangrijk zijn. Dat die geloofsopvattingen… ja, afwijkend zullen blijken te zijn wanneer de Samaritaan in ons leven binnen komt… Hij komt niet om terecht te wijzen, niet om de les te spellen over dogma’s… maar met uitgestrekte hand… om te helpen. En hij heeft ons hier gebracht in de kerkgemeenschap… een herberg als het ware, waar we mogen tot rust komen, waar we trachten te herstellen… de olie en de wijn van het evangelie in onze wonden aangebracht…
Wonderlijke liefde in het hart van deze Samaritaan toen Hij ons vond op de levensweg… ons eruit tilde ondanks de vijandschap, de minachting in ons hart.
Ja, Jezus als Samaritaan was nog zoveel meer dan de Samaritaan van de gelijkenis.
En ja, deze Samaritaan genaamd Jezus liep niet alleen het risico van ontmoeting met diezelfde dieven op die weg… Deze Samaritaan liet zich ook overvallen op die weg zodat wij niet langer overvallen zouden worden…
Deze Samaritaan liet zich ook doden op de weg, zodat wij in veiligheid in de herberg tot rust zouden kunnen komen!
Wees dan volgelingen van deze Samaritaan… en niet alleen in woorden (en geloofsovertuiging), maar ook in daden van naastenliefde op de levensweg!
Amen.