Lucas 1 : 39 – 56

Gemeente,
‘Mijn ziel maakt groot de Here, en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland (Redder)…’
Mijn ziel maakt groot… mijn geest heeft zich verblijd… (dat zijn de woorden van Maria).
Nu willen we ons de vraag stellen : wat is voor de mensen in deze periode van het jaar de ‘ziel’ (bezieling zouden we kunnen zeggen, het ‘innerlijke’) van het kerstfeest? Wat is de ‘geest’ van het gebeuren?…

Ik denk dat we veel antwoorden zouden krijgen als we ‘t op straat eens zouden rondvragen : wat is voor u de geest, de innerlijke motivatie, van dit kerstgebeuren?… Heel wat antwoorden zouden ongetwijfeld te maken hebben met het typische kerstsfeertje : gezellig samenzijn met familie, de stereotiepe kaartjes die we rondzenden, de kadootjes onder de mooi versierde boom… met andere woorden : voor hedendaagse mensen is kerstmis eerst en vooral een feest van een emotie… tevredenheid, het gevoelen van ‘geluk’… en samen ‘foie gras’ verorberen… dat is wat kerstmis betekent nu in deze tijd…
Nu wil ik dit niemand ontnemen : amuseer u gerust zeg ik maar. Het mag best wel gezellig zijn… als je je partner niet verloren hebt tenminste… of een kind kwijt bent… of in onmin leeft met de rest van je familie… Maar laat dat vooral de ‘pret’ niet drukken (van sommigen)…

Maar wij zijn christenen. Wat is voor ons nu, hier verzameld in de kerk, die innerlijke motivatie om kerst te vieren : wat is voor ons die ‘geest’ van het gebeuren? Wat is voor ons de ziel (bezieling) van dit jaarlijkse evenement?…

Het antwoord vinden we natuurlijk in de bijbel. Laten we namelijk eens kijken hoe de mensen zelf reageerden op het goede nieuws (evangelie!) en op de kerstgebeurtenis.
Elizabeth, de moeder van Johannes de doper, in Lucas 1:41 : ‘… en Elisabet werd vervuld met de Heilige Geest. En zij riep met luider stem en sprak : Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. En waaraan heb ik dit te danken, dat de moeder mijns Heren tot mij komt? Want zie, toen het geluid van uw groet in mijn oren klonk, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot…’ Elizabeth spreekt over de Heilige Geest en ‘opspringen van vreugde’…

Laten we verder kijken naar Zacharias, de vader van Johannes de Doper (Lucas 1:67) : ‘En zijn vader Zacharias werd vervuld met de Heilige Geest en profeteerde, zeggende : Geloofd zij de Here, de God van Israël, want Hij heeft omgezien naar zijn volk en heeft het verlossing gebracht…’ Ook hier opnieuw de Heilige Geest, en het loven van God …. (dat is ook een figuurlijk ‘opspringen van vreugde’).

In Lucas 2:13 zien we de reactie van engelen op het gebeuren : ‘En plotseling was er bij de engel een grote, hemelse legermacht, die God loofde…’ Opnieuw het loven van God…
Verder, in vers 20, zien we wat de herders doen : ‘En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien…’ Opnieuw het loven en prijzen van God.
In vers 25 en volgende zien we de reactie van Simeon : ‘en de Heilige Geest was op hem… en hij loofde God…’ Zien we het voortdurend terugkeren? De band die die mensen hebben met de Heilige Geest en het loven van God?
En in vers 38 de reactie van Anna (u raad het al) : ‘… en zij loofde mede God…’

Elizabeth, Zacharias, engelen, herders, Simeon, Anna… eigenlijk hadden zij allemaal één reactie, geleid zou je kunnen zeggen door de Heilige Geest. En die ene reactie is het loven van God (prijzen van God, opspringen van vreugde…). Hulde bewijzen, aanbidden, vereren… dat is, bijbels gezien, de enig mogelijke reactie voor mensen op wat God laat gebeuren : het ‘goede nieuws’ : de komst van de Heiland (de Redder) in de wereld.

Kerstmis is het vieren van de geboorte van de Redder (de Heiland). En de enige mogelijke innerlijke houding is die van loven en prijzen. Verering met andere woorden : ‘ere’dienst in de ware zin van het woord. De enige juiste kerst’sfeer’ is dan ook een geestelijke houding… een houding van lofprijzing en aanbidding. Welke uiterlijke dingen we daar bij willen sleuren (boompje, kadootjes, kaartjes…), dat is allemaal bijkomstig en van geen echt belang. Het gaat (bijbels) om de houding van het hart.

En die juiste geestelijke houding vinden we nu bij Maria. Want wat doet zij? We hebben het mogen lezen : een lofprijzing! Dit ‘Magnificat’ heeft helaas een Rooms sausje gekregen in de loop der eeuwen, waardoor we er enigszins allergisch voor geworden zijn misschien. En dat is dan wel jammer, want het betreft een heel mooi stukje uit de Schrift.

Lucas 1:46 : ‘Mijn ziel maakt groot de Here…’ Dat is eigenlijk net dezelfde reactie als wat we gezien hebben bij de anderen in dit bijbelstuk (Elizabeth, Zacharias, de herders…) : dit is verering, aanbidding, dankbaarheid voor wat er gaat gebeuren… ‘mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland (Redder)’… Maria heeft te horen gekregen van de engel dat ze de beloofde Koning (= messias) in de wereld mag brengen : dankbaarheid en lofprijzing zijn de enigste mogelijke reacties.

Als we nu naar die houding van verering kijken bij Maria (in het Magnificat), dan kunnen we daar enkele puntjes uit leren. En wel ten eerste : verering en aanbidding ontstaan in het innerlijk van de mens. (Het is geen uiterlijk iets). We zien dat al in het begin van de psalm : ‘mijn ziel maakt groot… mijn geest verblijd zich…’

Aanbidding welt op uit het binnenste van de mens (ziel en geest). Het is niet iets wat zich alleen aan de buitenkant bevindt : aanbidding, verering… dat kan geen vaste routine zijn, met een vaste liturgie bijvoorbeeld… uitgekiende tradities enzo…
Het zoekt natuurlijk wel manieren om zich te uiten, maar die traditionele elementen (waar wij overigens ook aan vasthangen, en daar is op zich niks mis mee) zijn cultuurgebonden… en dus tijdelijk, bijkomstig. Aanbidding van God is in eerste plaats een geestelijk iets! Aanbidding van God is niet : naar de kerk komen… niet : welbepaalde verplichte kerstliedjes zingen… zelfs niet : naar een kerstpreek luisteren… Al deze dingen zijn enkel maar het gevolg van een aanbiddend hart, die een wijze zoekt om zich te uiten.

In feite is het zelfs zo dat als je alleen maar met die buitenkant bezig bent (uit sleur of traditie), dan beledig je God daar mee. Want die dingen vraagt Hij helemaal niet. Het gaat Hem om de houding van het hart… en dat zich dat dan moet uiten in bepaalde typische kerst-activiteiten… ok, dat wil Hij er nog wel bijnemen… Maar de houding van het hart (aanbidding) is allesbepalend : ‘God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid…’ (Joh. 4:24).

Aanbidden in geest en in waarheid… dit is een innerlijk beleven.
Be-leven : (het woordje zegt het zelf) het is intens… het kan niet oppervlakkig zijn, uitwendig zijn. En dat is, denk ik zo, het gevaar van traditie : de ge-ijkte kerst-ritueeltjes zeg maar. De profeet Jesaja zegt het zo (Jes. 1:14v) : ‘Uw nieuwemaansdagen en uw feesten (traditionele kerst zonder inhoud zeg maar) haat ik met heel mijn ziel, zij zijn Mij een last. Ik ben moede ze te dragen…’ Gans dat eerste hoofdstuk van Jesaja overigens, staat vol met kritiek op traditie zonder be-leven! Traditie zonder intense innerlijke betrokkenheid…

Echte eredienst, echte aanbidding is niet één periode van het jaar (de emotionele kerstperiode)…
Het is een dagelijkse manier van leven… daarom staat er ook dat Maria zegt : ‘Mijn ziel maakt groot…’
Ze gebruikt geen verleden tijd, geen toekomende tijd… maar tegenwoordige tijd, actief… ze is er nu, en op elk ogenblik, mee bezig om het te doen… Het is een… ‘way of life’ geworden : ‘Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles…’ (1 Thess. 5:16v)… en dus : niet alleen op kerstmis…

Dit was dus ons eerste puntje : de juiste houding voor een gelovige op kerstmis is een innerlijke, een geestelijke houding van verering, van dankbaarheid voor datgene wat God voor ons gedaan heeft in Jezus, de beloofde messias. En die juiste houding beperkt zich niet alleen tot de kerstperiode… maar is tot een dagelijkse houding geworden in het leven van een christen!… Als kerstmis grotere emoties in u teweeg brengt dan andere periodes van het jaar… is het misschien een goed idee je geloof eens grondig te herbekijken.
Want de grootste emotie die u kan hebben, iedere dag van het jaar, is dankbaarheid voor de God die ons redt : JEZUS (Jozua) is geboren : ‘JHWH redt’! Dit is ons tweede puntje : kerst is de verering van deze reddende God… niet zwijmelen over al of niet ‘witte’ kerst, gezelligheid en denneboompjes… De reddende God daar gaat het om : het ‘goede nieuws’ die ons openbaar werd gemaakt op ‘kerst’ : de geboorte van de Redder…

‘Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten…’ Waarom dan Maria? Waarom? Omdat je de ‘moeder van God’ bent?… Nee!… ‘omdat de Machtige grote dingen aan mij gedaan heeft…’ (vers 49). Het is niet Maria die we dankbaar moeten zijn omdat ze vanalles gepresteerd heeft… Het is niet ‘Wees gegroet Maria, vol van genade…’ (vers 29), maar wel ‘Wees gegroet, gij begenadigde…’

Of met andere woorden : de Machtige heeft aan haar grote dingen gedaan in genade. Ook Maria heeft zelf genade ontvangen. Ze is ‘vol van genade’ omdat ze die ontvangen heeft van een Ander. Dat wil zeggen : ook zij verdiende het niet. Net zoals God grote dingen doet in ons leven, zonder dat wij het verdienen : namelijk redding! Ook wij zijn ‘vol van genade’… begenadigd door deze reddende God!

Kunnen we geloven dat deze heilige God zondaren redt?… Dat is het uitgangspunt voor elke eredienst, en in ‘t bijzonder die van kerst. Dat zinnetje van Maria in het Magnificat is als het ware de samenvatting van hoe onze innerlijke houding moet zijn ten opzichte van kerst : ‘ Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten, omdat de Machtige grote dingen aan mij gedaan heeft…’

Dat gold zowel voor Maria… Dat geldt voor u… Dat geldt voor mij : God heeft machtige dingen gedaan aan ons. Dat is het waar we dankbaar voor zijn op kerst.
Dit is het uitgangspunt : immense dankbaarheid wat Hij voor ons gedaan heeft! En daarom : lofprijzing, verering, aanbidding…

En niet alleen voor ons persoonlijk! Het is niet alleen een individuele aangelegenheid (‘ik ben lekker gered en de anderen kunnen de boom in’). Nee, want er staat : ‘… en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen…’ (vers 50)… Van geslacht tot geslacht : voor elke generatie opnieuw!

Overigens is het niet alleen dankbaarheid voor die redding (redding van zonde en dood)… hoewel dat natuurlijk het meest centrale en belangrijkste element mag genoemd worden. Maar we zien ook dankbaarheid voor andere dingen in het Magnificat : ‘Hij heeft eenvoudigen verhoogd’ (vers 52)… Dankbaarheid zou ik zeggen dat deze wereld en deze maatschappij met haar foute ‘waarden’ niet het laatste woord heeft. Dat deze God niet alleen redt, maar aardse wantoestanden omdraait in zijn almacht. ‘Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden…’

Dit is een belofte waar we op kerst extra aandacht aan mogen geven : redding is niet alleen persoonlijk, maar ook voor anderen, ja ook voor de wereld zelf.
‘Hij heeft zich… zijn knecht aangetrokken om te gedenken aan barmhartigheid…’ (vers 54). Denken aan Gods barmhartigheid, denken aan Gods genade voor ons, denken aan Gods redding van ons : dat is de essentie van kerst.


Voorbede.

Hemelse Vader,

Wij bidden U niet om ‘gezelligheid’,

Wij vragen U niet om een ‘witte’ kerst (laat het maar gerust regenen)…

Want wij hebben eigenlijk niets meer te vragen…

U heeft immers al alles gegeven in uw zoon Jezus de Christus,

onze Heiland, onze Redder.

Vervul ons dan vanmorgen met de Heilige Geest

zodat ons hart mag opspringen van vreugde,

net zoals bij Elisabeth, Zacharias, de engelen, de herders, Simeon en Anna…

Schenk ons diezelfde wijsheid en kracht die ook zij hadden

om U te danken, te loven, te aanbidden…

Geef ons het inzicht om ons niet blind te staren op het uiterlijke…

de verplichte tradities en routine die zogenaamd bij ‘kerst’ horen.

Maar be-keer ons hart tot een innerlijke houding van verering,

zoals we die hebben mogen vinden bij Maria.

Zodat onze ziel U groot mag maken,

zodat onze geest zich mag verblijden over Uw werk als Redder.

Maak ons tot getuigen van Uw redding aan deze wereld!

Ja, Uw redding is voor elke generatie opnieuw :

maak ons dan tot instrumenten in Uw hand

om het evangelie, de goede boodschap van redding voor de mensen

te brengen in deze wereld die U liefhebt.

Wij prijzen Uw heilige naam om Uw barmhartigheid!

Wij prijzen Uw heilige naam om Uw genade!

Wij prijzen Uw heilige naam om Uw Redding aan ons betoont!

Amen.