Gemeente,
‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!’
Jeruzalem is ten onder gegaan… Jeremia heeft het allemaal mogen meemaken. Het resultaat van die ellende kunnen we vinden in zijn gedichten, die toepasselijk de ‘Klaagliederen’ worden genoemd : miserie, lijden, afzien… en dat in dichtvorm… Jeruzalem ten onder gegaan… dat was eigenlijk het ondenkbare dat toch gebeurd was… het ergste wat ze zich konden indenken toen : het einde van het volk van God, zo leek het wel. God Zelf had zich afgekeerd van hen… toch?…
En temidden van die nachtmerrie lezen we dan de woorden van de profeet : ‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!’
Heel erg vreemd toch?… Ja, Gods volk (ook nu is dat nog zo) moet heel erg lijden : het leven is toch vol met tegenslagen en pijn en miserie… maar Gods genade zal altijd die ellende overstijgen, dat is wat de profeet ons hier poogt te zeggen, zijn boodschap. En ook wij mogen leven vanuit die belofte… zelfs al is er vanalles fout gelopen in het afgelopen jaar. En ik denk dat we echt geen moeite moeten doen om vanalles te bedenken wat gruwelijk en pijnlijk misgelopen is in dat jaar dat achter ons ligt… Dat is vaak ook het makkelijkst om te herinneren natuurlijk… de slechte dingen…
Broeders en zusters, laten we echter trachten Jeremia te imiteren : laten we ons voortdurend de genade van God herinneren… de zegeningen die Hij ons toebedeeld heeft in dat afgelopen jaar, en die Hij ons ook zal schenken in het jaar dat voor ons ligt, iedere dag opnieuw!
Merk op hoe Jeremia spreekt van ‘barmhartigheden’ (‘ontferming’ NBV, we zouden ook genade of medelijden kunnen vertalen)… Barmhartigheid (hoewel een ouwbollig woord misschien) toont heel goed waar het om gaat (denk aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan) : God schenkt ons zegeningen, hulp, zonder dat wij daarvoor iets kunnen terugdoen (net zoals de man die voor dood lag op de weg tussen Jeruzalem en Jericho niet in staat was om iets te doen). Of met andere woorden : wij verdienen die zegeningen die we van God ontvangen eigenlijk niet : ze worden ons geschonken in genade.
Die zegeningen, die barmhartigheden die we niet verdienen, zijn veel talrijker dan we meestal (willen) beseffen (we denken vooral aan ons lijden natuurlijk). Laten we daarom vandaag trachten stil te staan om te zien wat God wel niet allemaal voor ons gedaan heeft in dat jaar dat achter ons ligt, en wat Hij wel niet allemaal zal doen voor ons in dit jaar dat voor ons ligt!
Ten eerste toont Jeremia ons hoe de zegeningen van God telkens nieuw zijn : ‘elke morgen zijn zij nieuw’. Broeders en zusters, als je elke week een nieuwe preek moet bedenken, dat is al voor een mens een zware belasting. Maar God heeft iets nieuws voor ons elke morgen! Elke morgen, vanaf de eerste januari tot en met de laatste december!
En wat mag dat dan wel allemaal zijn, die zegeningen die telkens nieuw zijn voor ons, iedere dag? Die zegeningen waaraan we zo makkelijk voorbijgaan… vaak omdat we ze ‘normaal’ vinden, omdat ze zo vanzelfsprekend lijken dat we er eigenlijk niet meer bij stil staan.
Elke morgen, elk ochtendgloren beëindigt een nacht… Waarom slaapt een mens? Heeft u daar al ooit eens over nagedacht?… (en er zijn ongetwijfeld allerlei heel mooie biologische redenen daarvoor…). Maar slaap is als een voorbode van de dood : dat is, we zijn ons in onze slaap niet meer bewust. De slapende draagt het uiterlijke van de dood reeds… Wel iedere nieuwe morgen kunnen we opstaan en zeggen : wat een genade dat ons bed vannacht niet ons graf geworden is. Wat een genade dat ons huis niet in vlammen is opgegaan deze nacht… wat een genade dat er geen inbrekers geweest zijn… wat een genade dat ons kind niet gestorven is zoals de eerstgeboren kinderen in Egypte terwijl we sliepen…
En let wel, sommigen van ons hebben deze dingen moeten meemaken… vreselijke nachten in ons leven die we nooit zullen vergeten… Maar elke morgen waarin we wakker worden zonder lijden en tranen… vanwege een kalme, rustgevende nacht… is daarom juist een genade van God. Een nieuwe genade die Hij ons schenkt. Zo brengt ook elke nieuwe morgen een nieuwe dag : tijd om de naaste lief te hebben… tijd om je te bekeren van foute levenswandel, nieuwe mogelijkheden!…
Ja een christen moet elke morgen God danken dat hij opnieuw een dag heeft mogen ontvangen in genade. Een nieuwe dag waarin hij met God kan wandelen, zoals Henoch deed… een nieuwe dag waarin hij kan vertrouwen op God zoals Abraham deed… een nieuwe dag waarin hij kan werken voor Christus zoals Paulus deed…
God schenkt ons elke dag : laten we daarom, broeders en zusters, de waarde leren van elke dag. Elke dag, als goddellijk geschenk… niet om te verprutsen in ijdel tijdverdrijf. ‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw’… want elke morgen is nieuw, is onverdiend!
Ik denk ook dat ik mag zeggen dat elke nieuwe morgen ook nieuw manna brengt aan elk van ons. In onze westerse maatschappij is het o zo vanzelfsprekend dat we een dak boven ons hoofd hebben, eten en drinken, warmte… we staan daar niet bij stil wat voor zegening dat eigenlijk is : iedere morgen opnieuw. Wat een genade, wat een zegening is het dat wanneer we wakker worden er een ontbijt op ons wacht… Mochten we dat ooit moeten missen, dan zouden we wel ontdekken wat voor unieke zegening dat eigenlijk is…
Maar, denkt u misschien, er zijn zoveel dingen die ik toch niet heb in mijn leven… al die luxe, weet u wel, en zonder die spulletjes ben ik ongelukkig… ach, broeders en zusters, we zijn zo gezegend met eenvoudige dingen en we beseffen het niet eens… 1 Tim. 6:8 : ‘Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn…’
Laten we het nog eens herhalen, want ik ben bang dat heel wat mensen, en vooral juist zij die eigenlijk al teveel hebben, het nogal eens willen vergeten : ieder van ons is elke morgen opnieuw afhankelijk van Gods voorzienigheid.
Dat is wat betreft de zegeningen van God op materieel gebied… hoe veel te meer geldt deze uitspraak van Jeremia die voor ons ligt ook op geestelijk gebied : ‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!’… Broeders en zusters, elke morgen beginnen we als opstandige wezens in zonde tegen God. We doen nog maar onze ogen open en duisternis neemt bezit van onze gedachten… ja, we kunnen met moeite ademhalen zonder aanstoot te geven aan God in ons hart, onze gevoelens, onze gedachten… Maar Zijn barmhartigheden houden niet op! Elke morgen van het nieuwe jaar dat voor ons ligt komt er met elke nieuwe zonde in ons, nieuwe vergeving in genade geschonken…
Dagelijks worden onze voeten gewassen door de Meester. Dat is de barmhartigheid van elke dag…
Dagelijks worden we ook geconfronteerd met nieuwe verleidingen… of het zijn de oude, vertrouwde verleidingen maar in een nieuw jasje… die verleidingen voor u persoonlijk, waar u juist zwak tegenover staat (bij ieder van ons is dat anders, de vijand kent de openingen in uw geloofsharnas om het zo te zeggen). Het is barmhartigheid van God dat u daar tegen bestand bent, dat u weerstand kan bieden…
Iedere morgen krijgt u kracht om weerstand te bieden… en mocht u toch vallen voor zo’n verleiding… (o hoe menselijk) : Hij zal uw wonden verzorgen! Iedere dag opnieuw…
Elke dag brengt u ook een taak, een christelijke taak. Alles wat u gisteren deed (of in het afgelopen jaar), kan geen excuus zijn om vandaag (of in het nieuwe jaar) op je lauweren te gaan rusten. Er is een taak die voor u ligt (en die is bij een ieder van ons anders… oordeel dus ook niet over een ander).
Wel, God schenkt u iedere dag opnieuw de kracht om die taak te volbrengen (zelfs al lijkt het menselijk gesproken zo moeilijk, zo vaak stil te vallen). Dit is een troost ons beloofd en iets waarop we mogen vertrouwen : God schenkt ons de kracht, iedere dag opnieuw, die we nodig hebben om de taak die Hij ons voorbestemd heeft (en die is voor iedereen anders!), te vervullen. Er is dagelijkse genade voor dagelijkse verplichtingen…
Ik hoop en bid dat u tot dit besef mag komen in uw leven : hoe gezegend we zijn door Gods barmhartigheden elke morgen van het jaar opnieuw. En als u tot dit besef komt… dat al die vanzelfsprekendheden in uw leven eigenlijk toch niet zo vanzelfsprekend zijn… wat houdt dat dan praktisch in voor uw geloofsleven, dag in dag uit?
Toch wel dat we God dankbaar moeten zijn! Dat we hem elke dag op een nieuwe manier danken voor die schijnbaar ‘kleine’ dingen van het leven… Niet alleen danken in woorden (gebed), maar ook danken in daden : dat is dat we iedere dag opnieuw die dankbaarheid uitstralen naar onze naaste, voor de zegening die hij is in ons leven!
Dat we ook elke dag mogen komen tot een nieuwe beleving van geloof… Laat iedere nieuwe zegening elke morgen een bevestiging zijn van uw vertrouwen op deze God van genade. Al deze barmhartigheden van God iedere morgen opnieuw zijn als het ware getuigen tegen ons ongeloof. Heeft God u ooit in de steek gelaten? Heeft hij u ooit zijn dagelijkse zegeningen onthouden?… Menselijk gesproken lijkt het misschien soms zo… maar dat is omdat we ‘natuurlijke’ verwachtingen hebben. Het is de bijbelse belofte dat God ons schenkt wat we nodig hebben, iedere morgen opnieuw.
Als er zo’n nieuw vertrouwen komt in uw leven, dan zal er ook een nieuw gebed opwellen in je binnenste, iedere dag opnieuw. Bidt elke dag opnieuw, broeders en zusters : en vertrouw erop dat hij je (klein) geloof ver zal overtreffen in zijn zegeningen.
En als u zo tot nieuw leven komt, elke morgen opnieuw, dan zullen er ongetwijfeld ook nieuwe plannen uitgebroed en uitgevoerd worden om God te eren… en dat is iets wat de kerk in onze huidige tijd best kan gebruiken.
‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!’… Groot is uw trouw! Zo groot… daar is nog nooit een uitzondering op geweest. Nooit, Here, is er een tijd of een ogenblik geweest… nooit een morgen geweest dat U niet in Liefde en Rechtvaardigheid hebt gehandeld met ons. Er is geen enkele belofte in de Schrift die niet uitgevoerd is geweest of niet uitgevoerd zal worden. Dat is de enigste zekerheid in dit aardse leven! Geen enkele zonde van u of van mij heeft God ooit on-trouw gemaakt : dat is het onvoorstelbare ‘evangelie’ (het goede nieuws). Er is niets in hemel of aarde die in staat zou zijn om Zijn trouw aan ons te breken!
Als we dit geloven, als we hierop ons vertrouwen stellen dan kunnen we, wanneer het leven een dal van diepe duisternis wordt (en zulke ogenblikken zijn onafwendbaar)… dan kunnen we samen met Job fluisteren : ‘Wil Hij mij doden, ik blijf op Hem hopen…’ (Job 13:15). ‘De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd’ (Job 1:21)… Broeders en zusters, wanneer het leven zo loopt dat je je niet kan verheugen in het licht van Gods aangezicht, blijf toch vertrouwen op de schaduw van zijn vleugels waaronder we altijd schuilen : ‘Zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!’
Amen.