Gemeente,
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is…’
Het gesprek met Nikodemus, één van de geestelijke leiders van de joden, een Farizeeër, die in het geheim (‘des nachts’ staat er geschreven) tot bij Jezus kwam. Dit gesprek is van uitzonderlijk belang om het evangelie te begrijpen! Nu als je ‘t oppervlakkig leest, lijkt het een heel bizar gesprek te zijn : opnieuw geboren worden en wind die waait enzo van die dingen… Er zit schijnbaar geen echte lijn in het gesprek. Laten we dan ook trachten het centrale element te vinden in dit gesprek.
Laten we beginnen bij Nikodemus : ‘Rabbi, wij weten dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is…’ (het centrale woord in die zin is : ‘doen’!).
Dit is een typisch uitgangspunt voor een Farizeeër : handelen! Je moet bepaalde dingen doen. De vraag die Nikodemus ongezegd brengt is dan ook : wat kan een mens doen om behouden te worden?… ‘Doen’ is van het allergrootste belang, denken we : wat moet ik doen?, daar draait het om… Het is een thema die alle godsdiensten bezighoud.
Jezus doet de juiste dingen blijkbaar en dan stelt zich dus de vraag in Nikodemus’ hart : hoe kan ik ervoor zorgen dat ik ook dergelijke dingen kan doen? Nikodemus zoekt het geheim van het handelen van Jezus : hoe handel je in je leven zodat God aan je zijde staat? (de centrale vraag).
Het antwoord van Jezus is een radicaal omver werpen van die gedachte : ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.’
Geboren worden is namelijk geen bewuste handeling. Het is niet iets wat je kan ‘doen’!… Het is een nieuwe schepping van Godswege. Het overvalt de mens. De mens zit daar voor niets tussen. De mens presteert niet…
Maar Nikodemus blijft koppig : ‘Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is?…’ Het is niet dat Nikodemus niet begrijpt wat Jezus bedoeld (laten we niet vergeten dat deze Nikodemus één van de geestelijke leiders van zijn tijd was… Hij zal dus wel degelijk begrepen hebben waar Jezus op aanstuurde, zo dom was hij niet), maar Nikodemus blijft met ‘handelen’ in zijn hoofd zitten : de ‘hoe‘ vraag? Of met andere woorden, wat moet of kan ik dan doen om er voor te zorgen dat God mij opnieuw geboren laat worden. Hoe kan ik God zover krijgen dat Hij mij uitkiest om opnieuw geboren te worden?
‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan…’, is het antwoord van Jezus. ‘Uit water en Geest’ : het ‘water’ verwijst naar de doortocht door de Schelfzee bij de uittocht uit Egypte. Alleen God is in staat om het water (die symbolisch staat voor de dood) te openen zodat mensen er doorheen kunnen. Het is een wonder van Godswege : de mens zelf kan niets doen om door dat water heen te komen. Het is het wonder van God die bevrijdt!
Zo is ook de nieuwe geboorte van de mens : een wonder van Godswege… een nieuwe schepping waar de mens voor niets tussen zit…
Jezus maakt een duidelijk afgebakend onderscheid tussen de natuurlijke mens (het ‘vlees’) en de nieuwe ‘geestelijke’ mens : ‘wat uit het vlees geboren is, is vlees (en kan op eigen kracht alleen maar vlees blijven, wat ze ook probeert om te ‘doen’), en wat uit de Geest geboren is (de nieuwe geboorte), is geest…’ (en zal dat voor altijd blijven).
Bekering is, met andere woorden, een machtig ingrijpen van God Zelf. Het is pas na de wedergeboorte dat een mens kan komen (ja moet komen!) tot handelen : het ‘doen’ van de mens is slechts een gevolg (en niet de oorzaak) van bekering.
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is…’
Zowel in het Hebreeuws als in het Grieks zijn de woordjes voor ‘wind’ en ‘geest’ dezelfde (‘ruach’ en ‘pneuma’). Deze mysterieuze zin van Jezus leert ons enkele opvallende aspecten over de Geest van God en het thema van bekering.
Ten eerste : de Geest van God is als de wind… de werking is onverwachts. ‘De wind blaast, waarheen hij wil…’… Het ene moment is het windstil en plots (ongezien, onverwacht) komt er een windstoot… Waar zal de wind waaien? In wie zal de Geest waaien?… Hij die het werk van de Geest kent verwacht het onverwachte! Wie had ooit gedacht in Jeruzalem dat Saulus van Tarsus, de Farizeeër, zich zou bekeren??… Waarom is de ene mens gegrepen door de woorden van een preek, terwijl een ander er totaal niets aan heeft?
De werking van Gods Geest is niet alleen onverwachts, maar ook onverklaarbaar. In het weerbericht doen geleerde bollebozen alsof ze weten welke wind er zal waaien in de komende dagen… Hoe vaak hebben ze het bij het rechte eind?… Waarom bekeert de ene mens zich en de andere niet?… Dat is toch iets onbegrijpelijks…
De wind en de Geest zijn niet alleen onverwachts en onverklaarbaar… het is ook onvoorspelbaar. De Geest van God is absoluut vrij en beweegt waarheen Hij wil… niet waar wij het gepland hebben dat Hij zou moeten gaan.
Wie is er meester van de wind? Niemand toch… De Geest is als de wind, zijn heerschappij is volkomen. Hij gaat waarheen Hij wil om Zijn redenen… niet de onze. Niet de richting en de windkracht die wij wel zouden willen…
Ten tweede wil ik opmerken dat wind niet op alle ogenblikken met dezelfde kracht waait. Sommige ogenblikken in de kerkgeschiedenis waait er een krachtige wind… is er een krachtige werking van de Geest merkbaar in de kerk… In onze huidige ‘moderne’ kerk hier in West-Europa lijkt het voorlopig wel windstil te zijn… geen lovertje aan de boom beweegt nog… Helaas…
Maar… dat kan elk ogenblik veranderen, want niemand van ons is meester van de wind. Hij waait waar en wanneer en zo krachtig als Hij zelf wil. Laten we dat goed voor ogen houden wanneer we wanhopen over de huidige kerk en haar werking in de wereld.
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid…’ We kunnen de Geest niet zien, net als de wind… maar we kunnen hem blijkbaar wel horen! Het is daarom dat de verkondiging van het Woord zo belangrijk is (en toch zo verwaarloost in zovele kerken), want geloof komt door het horen van het evangelie!
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat…’ Wij weten niet vanwaar hij komt… Wij weten niet vanwaar de Geest in ons leven is binnengekomen. Sommigen zullen zeggen : wij zijn bekeerd op dit of dat ogenblik en ze kunnen zich het juiste moment precies herinneren. Maar zo’n ogenblik is altijd het gevolg van iets dat al bezig was in ons binnenste. Het zijn niet wij die God zoeken en Hem vinden en daarom de Geest ontvangen… Nee, God zoekt ons, vindt ons en schenkt ons in genade Zijn Geest : daarom overvalt bekering ons. Het is iets dat van buitenaf onverwachts, onverklaarbaar, onvoorspelbaar… ons overvalt. Of vaak weten we niet eens wanneer onze bekering precies heeft plaatsgevonden… want we weten niet vanwaar de wind (de geest) komt of waar hij heengaat… Zijn komst is genade!
En het ogenblik dat we eindelijk uitroepen : ‘Ik geloof’!, dan roepen we dit enkel maar omdat we reeds geloofden voordat we riepen! Het is daarom dat er staat dat ook geloof een gave van God is.
‘Gij weet niet vanwaar hij komt’ in je leven… Zo weten we ook niet waar hij heengaat in ons leven.
Dat is : de Geest werkt in ons leven. Hij betracht iets in ons leven… niet naar wat wij denken dat onze talenten zijn. Maar zoals Hij zelf wil, zo werkt Hij in ons leven. Je leven loopt dan ook vaak heel anders dan je gedacht had of gewild had.
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is…’ Een ieder die uit de Geest geboren is (wedergeboren is), is eigenlijk een raadsel, een mysterie voor andere mensen en dat is hij ook voor zichzelf. Want zo’n wedergeboorte houdt een fundamentele verandering in. Die verandering is voor een buitenstaander niet te begrijpen… En voor hij die veranderd is, is het alsof de wereld zelf ingrijpend veranderd is… niet altijd ten goede overigens (in sommige kerken is het de gewoonte het wedergeboren leven voor te stellen als rozegeur en maneschijn… dat is het niet in alle opzichten).
Want we hebben geen grotere vijand dan onszelf : dit is het raadsel, het mysterie, de paradox : de wedergeboren mens leeft nu nog in een lichaam des doods. De wedergeboren mens is nu nog ‘vlees’ en ‘geest’… De wedergeboren mens is nu nog een mengeling van ‘natuur’ en ‘genade’.
Het leven na de bekering, na de wedergeboorte, is dan ook een voortdurende worsteling! (De één heeft er misschien meer last van dan een ander naargelang de talenten die je gegeven zijn of de tekorten in je leven). (Ja, een bisschop kan een pedofiel blijken te zijn en toch ook een gelovige zijn! Oordeel niet te snel. Veroordeel het gedrag, maar niet de mens. Het is niet omdat we worstelen met het vlees dat we niet gered kunnen zijn. Wat overigens niet wil zeggen dat we zo’n gedrag goedkeuren! Ieder zal verantwoordelijkheid dragen voor de daden die hij stelt).
Bovendien is het leven na de bekering… strijd (tegen het vlees) in vrede (die de Geest je brengt). Dit is de paradox van het geloofsleven. En voor een gelovige is dit een moeilijke weg. Je hebt de Geest ontvangen en daarom zou je rechtvaardig moeten zijn… en toch worstel je nog voortdurend met zonden in je leven! Dit is ook vaak de oorzaak van twijfel en wanhoop in het leven van de gelovige. Broeders en zusters, het ervaren van die strijd in jezelf is juist een teken van geloof! De ongelovige worstelt niet met zichzelf! Ja, hij is zich onbewust van zijn zonden en geniet er zelfs van… daar waar de gelovige in een gevecht verwikkeld is… met zichzelf… bewust van zijn eigen zonden… en tracht ze te overmeesteren… wat in dit leven niet altijd lukt. Maar de overwinning is ons beloofd! In genade!
Ja, de wedergeboren mens is een mysterie voor anderen en voor zichzelf. Verwacht niet dat je begrepen zult worden door de wereld. Gij, geheel anders!
Geheel anders door de werking van de Geest in ons. De werking van de Geest die we uiteindelijk niet kunnen volgen. ‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is…’
Onverwachts, onverklaarbaar, onvoorspelbaar werkt Hij in ons. Hij kiest Zich een volk temidden van ons. Wie zijn wij dat we dit zouden begrijpen?…
Roem niet op eigen prestatie, broeders en zusters. Wij zitten er voor niets tussen dat we wedergeboren zijn. Maar wees Hem eeuwig dankbaar voor Zijn onnavolgbare werk in ons.
Voorbede.
Hemelse Vader,
Maak duidelijk in ons leven
dat het niet wij zijn die door handelen,
door één of andere prestatie,
U overhalen om ons te redden.
Maar dat U het bent die ons uitkiest,
ons opnieuw, geestelijk geboren laat worden,
door de werking van Uw Heilige Geest in ons.
Een werking waar we geen controle over hebben,
die we niet eens kunnen begrijpen…
Geef dat wij in Uw kerk
het geluid mogen horen van de Geest,
Uw Woord die er verkondigd wordt.
Geef ons de kracht die we nodig hebben
iedere dag van ons leven,
om te worstelen met onze oude natuur.
Laat ons niet ontmoedigd worden,
laat ons niet de hoop verliezen,
wanneer zonden binnensluipen in ons leven.
Maar wij vragen U om Uw Geest,
steeds meer Vader.
Nu wij opnieuw geboren zijn,
schenk ons steeds meer Uw Geest,
zodat we mogen opgroeien van pasgeboren babies
tot Uw kinderen,
tot Uw zonen en dochters!
Amen.