Gemeente,
‘Jezus zeide tot hen : Vult de vaten met water. En zij vulden ze tot de rand.’
U kent het verhaal ongetwijfeld… Jezus’ eerste wonder : op een huwelijksfeest waar de voorraad wijn uitgeput raakt… Jezus die dan water in wijn veranderd… en voor u denkt aan allerlei beschonken toestanden, wijn in die tijd was maar heel licht alcoholisch.
En zo begint de taak van Jezus : niet met een wonder van wraak zoals Mozes, die water in bloed veranderde, maar met een wonder van vrijgevigheid : water in wijn veranderen. Het Koninkrijk van de hemel is niet alleen een koninkrijk van primaire behoeften : alleen brood en water (alleen redding), maar de genade is nog veel rijkelijker dan dat. Wijn wordt in het OT altijd gebruikt als beeld van overvloedig welzijn, geluk, het goede wat het leven te bieden heeft. Jezus is dus niet alleen het levende water die redding brengt (genade), maar ook de wijn van het leven zodat de mens zich mag verheugen, gelukkig mag zijn.
Nu wat dit eerste wonder van Jezus betreft : het is een heel erg typisch wonder (het typeert Jezus). Het is eigenlijk een eenvoudig wonder, onopvallend in eenvoud. Zou je niet juist verwachten dat Jezus als Koning er de schriftgeleerden en Farizeeen zou bijhalen om te tonen wat Hij allemaal wel kan… of misschien er koning Herodes bijsleuren, zoals Mozes deed bij de Farao?… Niets van dat alles : gewoon een eenvoudig huwelijk in een dorpje… geen machthebbers, maar gewone alledaagse mensen.
En op dat eenvoudige feest gaat Jezus ook niet naar de bruidegom of naar de verantwoordelijke ceremoniemeester… maar hij spreekt tot de dienaren, in stilte zou je kunnen zeggen, onopvallend!
Jezus gebruikt ook de dingen die reeds voor handen zijn : de kruiken, gewoon water… het wonder gebeurd onopvallend, bijna op natuurlijke wijze zou je kunnen zeggen. Dat is het typische aan de wonderen van Jezus : er wordt helemaal geen show opgevoerd (het showelement is het kenmerkende voor goochelaars en charlatans). En daar leren we onmiddellijk al een belangrijke les voor elk christen : maak geen show van het geloof (wat in de kerk nogal eens gebeurd helaas). Eenvoud in het hart, eenvoud in handelen. Wees jezelf : tracht niet op stelten naar de hemel te lopen. …
‘Jezus zeide tot hen : Vult de vaten met water.’… Welke principes kunnen we daaruit leren?
Ten eerste, en dat is een beetje een algemene regel (er zijn dus uitzonderingen natuurlijk) : wanneer Jezus een wonder verricht of een zegening brengt, gaat daar altijd een opdracht aan mensen aan vooraf. Een bevel aan mensen, een opdracht aan mensen… Jezus had evengoed kunnen zeggen (zoals in de schepping) : Er is wijn (en er was wijn)… schepping uit het niets. Maar dat zie je dus niet bij Jezus… denk aan het verhaal van de genezing van die blinde man : Jezus brengt modder aan op z’n ogen en geeft hem dan een opdracht : ‘Ga naar de vijver van Siloam om je daar te wassen’… Een opdracht!…
Alsof Jezus niet in staat zou geweest zijn om de man onmiddellijk te genezen…
Zelfs in gevallen waar het helemaal absurd lijkt, geeft Jezus een opdracht : bij het dode meisje van Jairus… waar Jezus zegt : ‘Meisje, sta op’! Of bij Lazarus in het graf : ‘Lazarus, kom naar buiten’… er is dus telkens een opdracht voor de mensen als Jezus een wonder bewerkstelligd! Zo is het trouwens ook gesteld met ‘geloof’… Wat zegt Christus aan de zondaar? ‘Geloof!’ Een opdracht toch? Of met andere woorden : vertrouw op wat Jezus voor ons gedaan heeft. Ik zeg u, de mens kan dat niet uit zichzelf. Dus de opdracht van Jezus om te ‘geloven’ is even absurd als de opdracht aan het dode meisje om op te staan… en toch geeft Jezus zulke opdrachten… vaak schijnbaar onmogelijke opdrachten… We zouden graag hebben dat het beter gaat met deze wereld… God grijpt niet rechtstreeks in, maar : ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen…’ De mens heeft een opdracht.
Die opdracht nu (‘Vult de vaten met water’), moet niet in twijfel getrokken worden, of bevraagd worden. Daar zijn wij mensen nogal goed in. Hoeveel modern wetenschappelijk geschoolde dominees zouden deze opdracht van Jezus opvolgen denkt u?… Water? We willen toch helemaal geen water op een huwelijk. Het is toch geen reinigingsfeest? Ja, de moleculaire structuur van water is toch helemaal anders dan van wijn?…
Daarom is het advies van Maria des te belangrijker : ‘Wat Hij u ook zegt, doet dat!’ Laten we de opdracht die we krijgen, onmiddellijk trachten uit te voeren. En inderdaad, soms lijkt de opdracht zinloos of naast de kwestie. Maar dat is slechts schijn. God ziet het verband, wij nog niet. We willen wijn, maar moeten de vaten met water vullen. Raar toch?… Het is niet aan ons om alles te begrijpen, maar om gehoorzaam te zijn. Soms lijkt de weg die we moeten volgen niet te zullen leiden naar het beoogde resultaat, en dan bedenkt de mens allerlei plannetjes (denk aan Abraham en Sara die een kind willen)… we willen vaak meer doen dan wat er eigenlijk van ons gevraagd wordt, met alle gevolgen vandien… ‘Wat Hij u ook zegt, doet dat!’
Dus ten eerste Jezus geeft een opdracht aan mensen. Ten tweede moet de mens gehoorzamen…
Ten derde zien we dat we moeten gehoorzamen tot het maximum van onze capaciteiten, onze talenten. Want we lezen ‘En zij vulden ze tot de rand’. Je kan een waterpot vullen en je kan een waterpot vullen. Je kan er wat water ingieten zonder je te vermoeien… klein potje water. En je kan gieten en blijven gieten tot de pot zo boordevol zit, dat het water eigenlijk al over de rand heen stroomt. Je kan de pot dus ‘vol maken’ (volmaakt maken). Zo is het met de opdracht die Jezus ons geeft : we kunnen wat aanmodderen zonder ons te vermoeien… of we kunnen tot het uiterste gaan! Als de opdracht is ‘Bekeer je’ (en die opdracht hebben we allemaal), dan is dat niet van één dingetje, maar van je ganse verkeerde levenswandel. Als de opdracht is ‘Geloof!’ (ook dat hebben we), dan is dat vertrouwen op Hem in alles wat je doet (niet alleen op zondagmorgen). We moeten een ‘overvloeiende’ bekering hebben, een ‘overvloeiend’ geloof! Als je bid, bid met kracht om bergen te verzetten. Als je leest in de Schrift, lees van kaft tot kaft (niet hier en daar een favoriet tekstje)… Laat je christelijk handelen, handelen zijn tot aan de rand (vol!), volmaakt, overvloeiend! Niet halfbakken, niet lauw… zelfs al begrijpen we de opdracht die God ons geeft niet volledig.
Ten vierde moeten we niet alleen gehoorzamen tot het maximum, maar we moeten ook komen tot ‘handelen’. Een christen kan niet aan de kant blijven staan of in zijn luie zetel blijven zitten. Hij moet handelen, naar zijn capaciteiten, talenten (het maximum daarvan)… Er zijn namelijk veel christenen die, als Jezus hun zegt ‘Vul de vaten met water’, aan Jezus antwoorden : ‘Wij vertrouwen op U, dat U dat zelf wel kan. U kan zelfs wijn maken uit lucht, dus wij vullen niets met water’… En dat klinkt misschien heel erg vroom… maar is dat wel geloof, is dat vertrouwen? Uiteindelijk doen ze niet wat er gevraagd wordt! God vraagt mensen anderen te helpen, te bekeren, te steunen… Vertrouwen is toch doen wat Hij van ons vraagt, zelfs al is het moeilijk of niet altijd duidelijk waarom. Geloof is vertrouwen dat God een wonder kan voltrekken door ons handelen heen.
En dat brengt ons op het vijfde punt, namelijk : ons handelen alleen is natuurlijk niet voldoende. Wij vullen de vaten vol met water… zo vol, dat ze eigenlijk overstromen. Dat is wat de mens kan. Dat is ook de opdracht die hij gekregen heeft, en die hij, hopelijk, naar beste vermogen tracht uit te voeren.
Maar komt er daardoor wijn op het feest?… Geen druppel! Het blijft water natuurlijk… Wat een mens ook betracht, zelfs voor het goede doel (namelijk werken voor het feest), het blijft menselijke inspanning. En dat is niet in staat om een mens te redden : de mens kan geen wijn aanbrengen in het feest. Paulus schrijft dat hij wel kan planten, en Apollos kan wel water geven… maar alleen God kan de groei geven!… Predik het evangelie, tracht mensen te overtuigen, geef het goede voorbeeld… maar als God niet zelf ingrijpt, gebeurd er niets. Wij moeten vullen met water… maar Hij maakt er wijn van. Dat is iets wat we als dienaars altijd goed voor ogen moeten houden, dat we onszelf niet te onmisbaar gaan vinden…
Het zesde punt die ik onder uw aandacht willen brengen : het menselijke handelen heeft wel degelijk zijn plaats in dit alles. God had inderdaad onmiddellijk wijn kunnen maken in die vaten, zomaar uit lucht. Maar dan was het wonder minder duidelijk geweest. Had Jezus gezegd : schep wijn uit die vaten. Dan hadden mensen kunnen denken dat er blijkbaar nog altijd wat wijn in had gezeten (zonder wonder). Maar door er water in te laten gieten, kon er onmogelijk nog wijn in zitten en moest er wel een wonder zijn om er nog wijn van te kunnen maken! Een beetje zoals Elia die op de Karmel water liet gieten over het offer zodat het duidelijk was dat alleen God het in brand kon laten vliegen, en dat het niet één of ander trucje was. En daarom moet de mens handelen… vullen met water… zodat het duidelijk mag zijn dat het wonder… juist niet van mensen afkomstig is.
Broeders en zusters, als u Jezus wilt kennen… als u zijn wonderlijke kracht wil voelen… ga dan uit in de wereld, doe de taak ons opgedragen : niet in spetterende wonderen, maar in het aanbrengen van eenvoudig ‘water’, dat is de dagdaagelijkse taak van een christen. De dagdaagelijkse handelingen van een christen, die op zichzelf/uit zichzelf geen kracht hebben, maar waaraan God zijn kracht verleend. God maakt een wonder (wijn) van ons ‘water’. Stel daarop uw vertrouwen en er zullen ‘wonderen’ gebeuren (let wel, misschien wel andere dan u gedacht had).
Broeders en zusters, iedereen van ons heeft zekere talenten die God kan gebruiken voor zijn grote werk.
In het verhaal zien we Jezus de dingen gebruiken die voor handen waren : de bedienden, de vaten, het water… Dat is de wijze van zijn handelen met ons : er is wel een wonder, maar doorheen bestaande middelen. En misschien denkt u bij uzelf : ach, ik ben zo speciaal niet… ik ben geen Paulus, of een Billy Graham… Die vaten en dat water, dat was ook niet zo speciaal hoor. En toch gebruikte Jezus ze. Zo is dat ook met onze mogelijkheden. Laten we de vaten vullen die ons ten deel zijn gevallen in dit leven. Of dat nu gigantisch grote gouden vaten zijn voor de ene, of een heel klein potje voor de ander… misschien hebt u maar een klein bekertje gekregen in talenten?… maar vul het tot de rand, ja laat je inspanningen overvloeien, en God zal daar gebruik van maken, zelfs al heb je maar zo’n klein potje om te vullen. God zal wijn maken van dat water in je leven!
Het meest eenvoudige talent kan God gebruiken om zijn doel te bereiken (een aarden vat, een beetje water). Veel te veel mensen proberen uit zichzelf een gouden vat te zijn en zelf wijn te bedenken…
Dat is niet nodig… wat God wel van ons vraagt is dat we onze talenten tot de rand vullen. We kunnen als christen niet passief in onze luie zetel vallen. Gebruik wat je gekregen hebt (het aarden vat) en vul het tot de rand, ja, laat het overvloeien. God zal daar wel wijn van maken.
En wat is dat dan in uw leven, concreet, dat vullen met water? Dat is denk ik bijvoorbeeld, bezig zijn met de Schrift… lezen, bestuderen, er mee bezig zijn. Naar de eredienst komen, luisteren naar een preek (een preek is maar water op zich, maar God kan daar wijn van maken in de hoorder)… al die godsdienstige dingen gaan je niet redden op zich, maar je bent wel bezig met het vullen van de pot… en dan zal God daar wijn van maken in je leven.
Dat God ons de genade mag geven in ons leven gehoorzaam te zijn aan de opdracht : ‘Vul de vaten met water’… en dan zullen we Hem éénmaal ontmoeten op dat hemelse huwelijksfeest om samen de nieuwe wijn te drinken.
Amen.