Gemeente,
‘En Hij riep met luider stem : Lazarus, kom naar buiten! De gestorvene kwam naar buiten…’
Het verhaal van de opwekking van Lazarus… Een heel erg gekend verhaal. Een typisch zondagschool verhaal ook. En meestal blijven mensen steken in de vraag of dat dat wel kan, of dat zoiets ook nu nog zou kunnen… welles-nietes over gebedsgenezing, doden opwekken… dat soort discussies.
Niet dat die discussie niet interessant zou zijn… maar als we alleen dat afvragen dan missen we wel de essentie van deze gebeurtenis. Want dit ‘verhaal’ toont ons, denk ik zo, de essentie van het evangelie.
Jawel, de essentie van het evangelie! Laten we aandachtig lezen.
Lazarus en zijn zusters Maria en Martha woonden in Bethanië, een klein dorpje vlakbij Jeruzalem (aan de andere zijde van de olijfberg eigenlijk). Lazarus wordt ernstig ziek en de zusjes sturen een boodschap naar Jezus (vers 3) : ‘Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek’. Hier zien we dus de speciale band die er is tussen Jezus en Lazarus. De mens (Lazarus) is dierbaar voor de messias (Jezus). Het zinnetje zegt ons niet hoe Lazarus tegenover Jezus stond… maar toont ons de liefde van Jezus voor Lazarus.
‘Toen Jezus het hoorde, zeide Hij : Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods…’
De ziekte van Lazarus heeft blijkbaar een doel (dat is iets wat je als mens eventueel van je eigen lijden kan denken, maar nooit van een ander). Merk op dat er staat : ‘deze ziekte is niet ten dode…’, en toch sterft Lazarus. Dat lijkt misschien een tegenstelling te zijn : maar blijkbaar is er dood en Dood (met hoofdletter) in het verhaal. Dat is iets wat straks duidelijker zal worden (hoop ik).
Toch blijft Jezus nog twee dagen ter plaatse, en dan staat er ‘daarna zeide hij tot z’n discipelen…’ Daarna! Dat wil dus zeggen na twee dagen, of wel op de derde dag vertrok hij naar Bethanië. Het getal drie is in het Hebreeuws altijd het getal van beslissing : zal Abraham Isaak offeren? (op de derde dag kwamen ze op de berg Moria). Zal Jona aan zijn einde komen in de vis? (en op de derde dag spuwde de vis hem uit op het strand). Zal Jezus opstaan uit de doden? (op de derde dag stond hij op uit het graf)… en hier hebben we dus hetzelfde. Het beslissende ogenblik is aangebroken.
De reis nam wat tijd in beslag uiteraard, en wanneer ze aankomen in Bethanië, blijkt Lazarus al 4 dagen in het graf te liggen. Zijn beslissend moment (zijn ‘derde’ dag) is al voorbij, zou je kunnen zeggen. De mens is niet in staat tot het beslissende. De dood is het werkelijke, natuurlijke einde van de mens.
En zo komt Jezus bij het graf te staan… tegenover de dood. En dan staat er (vers 35) : ‘Jezus weende’… (tussen twee haakjes : dat is het kortste vers in de bijbel). ‘De Joden dan zeiden : Zie, hoe lief Hij hem had…’ Opnieuw de nadruk op de wel speciale band tussen de messias en de mens ‘Lazarus’ : de mens ‘door God geholpen’ (de betekenis van de naam Lazarus van het Hebr Eliëzer). Als er geen hulp zou zijn van Godswege, dan zou de mens in de dood blijven, in het graf!
En zo komen we bij vers 43 : ‘En na dit gezegd te hebben, riep Hij met luider stem : Lazarus, kom naar buiten…’
De clue van het verhaal, de pointe : Jezus geeft een bevel aan een dode… Een dode kan toch niet horen? Een dode kan toch niet denken?… of verwerken met z’n hersens wat hij gehoord heeft?… Een dode kan dan ook niet antwoorden… er is de volslagen onmogelijkheid om te reageren op welke prikkel dan ook. Er is geen kracht meer, geen wil, geen prestatie…
Vers 44 : ‘De gestorvene kwam naar buiten…’ Lazarus doet precies wat Jezus van hem gevraagd heeft. Omdat we het verhaal te goed kennen, broeders en zusters, beseffen we eigenlijk niet echt wat hier gebeurd… we appreciëren het onmogelijke van deze situatie niet echt. Of we doen water in onze wijn en we zeggen wat de liberale theologie ons voorhoudt : eigenlijk was hij niet echt dood… hij leed aan één of andere zeldzame ziekte waarbij de hartslag zo miniem wordt dat je ‘t niet meer opmerkt… of het verhaal is puur symbolisch, een gelijkenis… of… yadayada…
Ik wil dat we stilstaan bij het onmogelijke van de situatie : hij die dood was kwam tot leven op bevel van Jezus. Hoe was dit mogelijk? Waarom gebeurde dit?… Omdat Jezus hem het bevel gaf. Omdat Jezus hem die onmogelijke mogelijkheid schonk. Had Christus hem geen leven geschonken, dan had hij niet kunnen gehoorzamen!… (Vers 25) : ‘Ik ben de opstanding en het leven; wie in mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven…’ Wat hier gebeurd in dit verhaal is een samenvatting van het evangelie (de goede boodschap) : het wonder van de opdracht aan een dode (die op geen enkele manier kan be-antwoorden), zodat hij tot leven komt en de kracht ontvangt om te antwoorden. De Here Jezus beveelt een dode op te staan, zodat hij kan geloven, begrijpen, en zich bekeren. Het evangelie geeft opdracht aan doden (u en ik) om te doen wat eigenlijk onmogelijk is voor ons om te doen!
(Ef. 2:1) ‘Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden…’ Dit is geen beschrijving van Lazarus… dit is een omschrijving van elk van ons… ‘wij allen hebben vroeger daarin verkeerd…’ (vers 3). Of met andere woorden wij waren allemaal dood. Dood voor God, spiritueel dood, dood voor de waarheid.
Vaak wordt het voorgesteld alsof er alleen wat ‘probleempjes’ zijn tussen mens en God. Dat de relatie een ‘beetje’ verstoord is. We hebben enkele ‘misstapjes’ gedaan… Eigenlijk is de mens over ‘t algemeen genomen ‘goed’, maar met hier en daar wat foutjes, die we dan moeten trachtten weg te werken.
Nee, broeders en zusters, de mens is absoluut dood voor God en het is volslagen onmogelijk voor hem om in relatie te komen met God uit eigen kracht. Dat is het wat het evangelie ons hier zegt. Het loon van de zonde is… wat?… de dood!
Deze gedachte komt op heel wat plaatsen in de bijbel terug : de mens is niet alleen onwetend, niet alleen blind voor de waarheid, niet alleen zwak en machteloos… hij is simpelweg dood, geestelijk dood… er is geen Leven in hem (of haar).
De natuurlijke gedachten van de mens zijn tegengesteld aan God (Matt 15:19) : ‘Want uit het (menselijke) hart komen boze overleggingen…’ (+ een ganse opsomming van zonden).
Dat wil niet zeggen dat mensen nooit geen goede dingen doen. Er zijn genoeg voorbeelden van mensen (ook ongelovigen of anders gelovigen) die op menselijke wijze goede dingen doen : die anderen helpen, die troosten, die vriendelijk zijn en behulpzaam… En toch is dit menselijke ‘goed’ geen spiritueel goed.
‘Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij voor? Ook de zondaars doen dat…’ (Lucas 6:33). Jezus zegt hier dus dat ook zondaars (een bepaalde vorm van) ‘goed’ kunnen doen. We moeten die twee vormen van ‘goed doen’ wel duidelijk uit elkaar houden : goede dingen kunnen uiteindelijk alleen God behagen als het gebeurd tot Zijn eer… als het gebeurd in naam van Zijn Zoon.
Met andere woorden, gebeurd iets niet tot Gods eer (ligt het motief ergens anders), dan is de handeling (hoe ‘goed’ en ‘rechtvaardig’ dat het ook zou mogen lijken) innerlijk dood. Zolang er geen relatie is met de Levende God, is de natuurlijke mens innerlijk dood.
Hoe wordt de mens nu uit die toestand gered? Als we de tekst lezen in Ef. 2 dan staat er niet : ‘en op een goeie dag kom je dan tot een beter inzicht…’, ‘je euro valt en je kiest voor de juiste weg…’ Nee!
(Ef. 2:4) ‘God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde (denk aan de liefde die Jezus voelde voor Lazarus!), waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen (ja wij zijn als Lazarus, gestorven en liggend in een graf!), mede… (wat?) levend gemaakt met Christus… door genade…’ In Zijn opstanding gaf hij het bevel aan ons (zou je kunnen zeggen, net als aan Lazarus) om op te staan uit de dood… die innerlijke dood van de natuurlijke mens.
Ok, zul je zeggen : maar we moeten toch maar ‘geloven’. We zijn toch gered (opgestaan uit die dood), omdat we geloven (redding als gevolg van geloof)!… Dit is een gedachte die we helaas overal tegenkomen, doorheen de kerkgeschiedenis, in vrijwel alle denominaties…
Maar wat zegt ons de Schrift? Ef. 2:8 : ‘Want door genade zijt gij behouden, door het geloof (aha, blijkbaar is die gedachte dus toch juist, maar dan staat er :), en dat niet uit uzelf : het is een gave van God…’
Het geloof (het vertrouwen op wat God voor ons gedaan heeft) is een geschenk van deze God. Eigenlijk zouden we kunnen zeggen, aan de hand van het verhaal van Lazarus : het geloof is als de opdracht die Jezus gaf aan de dode Lazarus. Geloof is dus… het gevolg van redding. Geloof is de vrucht van opstanding. Wij draaien dat zo graag om, omdat we dan trots kunnen zijn op eigen prestatie : ja wij geloven toch maar en die ander niet (die gaat dus lekker naar de hel : eigen schuld, dikke bult).
Als we echter naar het verhaal van Lazarus luisteren dan zien we dat er geen enkele verdienste is aan de kant van Lazarus die dood was, totdat hij het bevel kreeg tot opstanding. Het is Jezus die hem liefhad, die hem levend maakte… niets eigen prestatie!
Ef. 2 is natuurlijk het meest bekende vers misschien om die gedachte te ondersteunen, maar toch vind je het ook voortdurend terug in kleine details doorheen het NT.
Filip. 1:29 : ‘Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden…’ Dat we in Hem geloven, is ons ‘verleend’ : het is ons gegeven!
Filip. 1:6 : ‘Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten…’ Hij is er mee begonnen! En Hij zal het ook voortzetten tot het heerlijke einde toe!
Kol. 2:13 : ‘Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold!’ Hij is het die ons levend maakt, die alle obstakels opruimt… We zouden nog hopen teksten kunnen aanhalen… maar laat ik afsluiten met een tekst van Petrus :
2 Petrus 1:1 : ‘Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus…’ Het geloof, schrijft Petrus, is iets wat je krijgt! En dat is, zo staat er, de gerechtigheid van deze God. Het is de gerechtigheid van deze God (totaal Anders dan alle andere goden!) dat je het Leven krijgt, gratis en voor niks. In alle andere godsdiensten, waar ook ter wereld, wordt je telkens geacht iets te doen. En omdat je iets doet (en het hopelijk goed genoeg doet), krijg je een beloning.
Alle godsdiensten werken eigenlijk volgens het Romeinse principe : ‘do ut des’ : ‘ik geef opdat jij zou geven’. ‘Voor wat, hoort wat’, zouden we nu zeggen. Het is omdat we ‘braaf’ zijn, dat we gered worden. Dat soort gedachten is ‘natuurlijk’ voor de mens. Zo werkt het in onze bovenkamer.
Maar dat is niet wat gebeurd bij de opstanding van Lazarus… De Here Jezus had hem lief, hebben we gelezen. Hoe was de relatie van Lazarus nu ten opzichte van Jezus?… Dat wordt nergens vermeld. Eigenlijk was er helemaal geen relatie tussen Lazarus en Jezus. Want Lazarus was dood… zo dood als een pier. Finaal afgelopen, weet je wel. Zijn beslissend moment was al voorbij (4 dagen lag hij al in het graf, de derde dag was gepasseerd… en er was niets gebeurd).
Zo is het met elke mens, zo was het ook met ons voor onze bekering. God zelf moet ons de kracht geven om te geloven, om te Leven en tot relatie te komen met Hem. De natuurlijke mens kan dat niet uit zichzelf. Daarom dat het beeld van ‘dood’ wordt gebruikt in de schrift : doden zijn tot absoluut niets in staat.
Broeders en zusters, het verhaal van Lazarus is zoveel meer dan een zondagschoolverhaaltje. Het toont ons de essentie van het ‘evangelie’ : de goede boodschap : het is God Zelf die ons ten Leven roept!
Voorbede
Hemelse Vader,
Wij willen U danken voor het geloof
dat U in ons hebt levend gemaakt.
Zonder Uw bevel aan ons geestelijk graf,
waren we als niets…
Leer ons te beseffen dat alles begint bij U,
dat we niets hebben waarop we trots zouden kunnen zijn.
Er is in ons geen prestatie,
geen beslissend moment.
Het enige wat we kunnen is antwoorden,
nadat U ons tot Leven hebt gewekt.
Leer ons leven vanuit die gedachte, Vader,
zodat we niet neerkijken op anderen,
in de gedachte dat we toch veel beter gepresteerd hebben…
Alles wat we hebben ontvangen,
is een geschenk van U, in vrije genade.
Geef ons het inzicht dat U ons geholpen hebt,
zoals U ook Lazarus geholpen hebt,
dat U ons tot leven hebt gewekt in uw opstanding 2000 jaar geleden.
Wij smeken U, Vader,
kom ook zo tot alle mensen,
die zich, geestelijk dood en onbewust, niets aantrekken
van U en van de medemens.
Voltrek uw grootste wonder Here,
en schenk Leven aan een ieder die dood is.
Gij alleen zijt Leven, Vader.
Amen