Gemeente,
‘Juist door zijn ellende redt Hij (God) de ellendige, en door de verdrukking opent Hij hun oor…’
Het boek Job handelt over het lijden. De vraag naar het waarom van het lijden van de mens op deze aarde. Het is dus sowieso geen makkelijk boek… Het loont echter de moeite om Job aandachtig te lezen, want het boek geeft wel degelijk een antwoord op die vraag naar het lijden. Het is geen makkelijk antwoord… en het wordt ook heel vaak ontkent… ook al omdat je dat antwoord in het boek Job ook niet zomaar klakkeloos aan een mens kan serveren die diep in de put zit door een ondragelijk lijden… Het is eigenlijk geen antwoord die kan functioneren in een pastoraal gesprek. (Denk ik zo… Pastoraat is helaas geen gave die ik bezit).
Laten we eerst even naar de structuur van het boek Job kijken. Een kort overzicht.
In de hoofdstukken 4 tot en met 31 komen eerst de drie ‘vrienden’ van Job aan bod met hun goddeloze theorieën over het lijden van Job. Die drie ‘vrienden’ worden krachtig en met succes bestreden door Job. Hun volledig foute gedachte was dat ‘prestatie’ samenhangt met ‘beloning’ of ‘straf’ zou je kunnen zeggen. Lijden wordt dan straf voor een bepaalde zonde in je leven, en zegening wordt beloning voor goed gedrag. Compensatie-theologie : voor wat hoort wat. Omdat Job erg aan het lijden is moet hij dus wel ergens een zware zonde bedreven hebben… Deze gedachte komen we helaas maar al te vaak tegen in heel wat kerken en bij heel wat gelovigen. Deze gedachte, laten we heel duidelijk zijn, is volledig fout. Er is geen oorzakelijk verband tussen specifiek lijden en specifieke zonden.
In de dialogen met de drie vrienden zie je de antwoorden van de drie vrienden op Jobs argumenten steeds korter worden tot ze uiteindelijk volledig zwijgen en alleen Job nog verder spreekt. Die structuur is zo opgesteld om aan te tonen dat Job gelijk heeft in zijn ontkrachting van hun argumenten. Na de drie ‘vrienden’ blijft de vraag van Job dus nog altijd onbeantwoord, en die vraag luidt : waarom moet een ‘rechtvaardige’ (Job) lijden in zijn leven op deze aarde?… Want laten we duidelijk wezen : Job wordt als een ‘rechtvaardige’ voor God gekenmerkt : (Job 1:1!) ‘… Job, en die man was vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad.’ ! Het mag duidelijk zijn dat zijn grote lijden dus niets te maken heeft met bepaalde ‘zonden’ in zijn leven. En daarmee hebben de drie zogenaamde ‘vrienden’ met hun foute compensatie-theologie afgedaan.
Maar dan verschijnt de jonge Elihu op het toneel. Hij is jong staat er geschreven en dus naar menselijke maatstaven genomen minder ‘wijs’ dan Job en de drie ‘vrienden’. Het is juist daarom dat we bijbels naar hem moeten luisteren want menselijke wijsheid is dwaasheid in de ogen van God en omgekeerd. De rede van Elihu wordt in moderne theologie eigenlijk niet zo ernstig genomen en maar al te vaak simpelweg ontkracht door het argument dat die ganse rede van Elihu (hfdst 32-37) een latere toevoeging zou zijn aan het boek Job. Dat is een heel jammere evolutie want juist hier in Elihu horen we het Woord van God aangaande het lijden van de mens. Of althans de aanzet hiertoe, want in de hoofdstukken 38 – 41 spreekt God dan zelf met de eindconclusie.
Daar zijn enkele belangrijke redens om Elihu centraal te maken in het boek Job en om te luisteren naar zijn woorden. Een eerste reden haalden we al aan : Elihu is ‘jong’ (de eersten zullen de laatsten zijn en omgekeerd). Een tweede reden is de lengte van Elihu’s rede : 6 hoofdstukken (veel langer dan de manke theorieën van de drie ‘vrienden’). Er wordt eigenlijk teveel aandacht aan besteed om zomaar onzin te zijn. Een derde belangrijke reden om Elihu ernstig te nemen is het ontbreken van een antwoord. De drie vrienden worden bestreden door Job… dat is niet het geval bij Elihu. Job zwijgt… hij geeft Elihu geen antwoord… wat erop zou kunnen wijzen dat Job beseft dat Elihu een punt heeft. Een vierde reden zien we in de reactie van God Zelf : Hij veroordeelt wel de drie vrienden (in 42:7), maar vermeld Elihu niet. Daar God hem niet veroordeelt mogen we aannemen dat Elihu blijkbaar zinnige dingen zegt.
En een vijfde, hoogst belangrijke, reden vinden we in de namen van de personages zelf. De drie ‘vrienden’ heten Bildad, Sofar en Elifaz. ‘Bildad’ betekent zoveel als ‘tegenstrijdig, verwarrend’ (da’s al niet positief). ‘Sofar’ zou kunnen ‘onbeschaamd’ betekenen (ook niet positief)… En Elifaz’ naam is het klapstuk, want het betekent : ‘mijn god is goud’ (of ook wel ‘mijn god is kracht’). Zijn God is dus niet de God van hemel en aarde, de bijbelse God, maar een God die te vinden is in ‘kracht’… in ‘prestatie’ zou je kunnen zeggen. En dat is ook juist het punt die de drie ‘vrienden’ maken : lijden is een gevolg van je eigen ‘prestatie’ (zonde), of zegening is een gevolg van je eigen ‘prestatie’ (als je een brave burger bent)… Daar waar de naam Elihu zoveel betekent als ‘Hij is mijn God’. Deze God die zich openbaart in het boek Job is zijn God. De God die zich openbaart in het lijden, is zijn God.
En de zesde reden om naar Elihu te luisteren is dat Elihu wel degelijk met een nieuw inzicht komt en een verklaring biedt voor het schijnbaar willekeurige lijden van een rechtvaardig mens.
Elihu begint zijn rede (in hoofdstuk 32) met een klacht tegen de drie vrienden van Job en een klacht tegen Job zelf. Het argument die Elihu hanteert is dat ‘rechtvaardigen’ moeten lijden. Lijden is daarbij geen straf voor specifieke zonden (wat de drie vrienden beweerden), maar een zuivering van de ‘rechtvaardige’. Lijden maakt ons bewust van nieuwe dimensies in God’s werkelijkheid. Lijden toont de ‘rechtvaardige’ zijn blijvende onvolmaaktheden in dit leven. Lijden is voor Elihu een leerproces die het geloof van de ‘rechtvaardige’ verdiept. Lijden is een leerproces van heiliging…
Daarom gaat voor Elihu Job ook in de fout. Eigenlijk, zou je kunnen zeggen, hanteerde Job namelijk net dezelfde compensatie-theologie als de drie vrienden. Want Job beroept zich voortdurend op zijn rechtvaardigheid en meent daarom (consequentie, voor wat hoort wat) niet te moeten lijden. Job is rechtvaardig en dus kan er geen lijden zijn in zijn leven (meent hij)… Job is met die gedachte eigenlijk net hetzelfde als de drie vrienden. Job rechtvaardigde zichzelf ten overstaan van God…
Voor Elihu is God een liefdevolle Vader. En Job is helemaal niet zo zuiver als hij wel beweerde te zijn. Eigenlijk laat God de slepende ziekte van Job toe omdat God houdt van Job (dit is heel moeilijk voor ons om te aanvaarden!). Lijden is geen straf… het is geen haat of onverschilligheid van deze God. Het is liefde (dat is het heel moeilijk aanvaardbare punt die Elihu maakt). Want dit lijden van Job legt de trots bloot van Job. De trots die Job had over zijn rechtvaardigheid. Job’s oor wordt geopend hiervoor door zijn lijden. God’s liefde toont zich in lijden. Lijden is het canvas waarop het leven geschilderd wordt.
Dat is er wat in ons vers staat (Job 36:15) : ‘Juist door zijn ellende redt Hij (God) de ellendige, en door de verdrukking opent Hij hun oor…’ In en door ellende (lijden) worden we gered.
Het lijden van Job brengt de verborgen zonde van trots in Job aan het licht. Het is iets waar Elihu verscheidene malen op wijst : (Job 33:8-12) ‘Maar te mijnen aanhoren hebt gij (Job) gezegd… ‘Ik ben rein, zonder overtreding, ik ben zuiver en zonder ongerechtigheid’… Zie, daarin hebt gij ongelijk, antwoord ik u, want God is meerder dan een sterveling…’
Job gaat in de fout wanneer hij zich beroept op zijn onschuld buiten de genade van God (alsof het een eigen prestatie is). En Job komt dan ook tot inzicht! Hij volgt Elihu’s gedachtengang want in Job 42:6 lezen we hoe Job zich bekeert van zijn trots : ‘Daarom herroep ik en doe boete in stof en as…’!
Als de rede van Elihu (de hoofdstukken 32 – 37) een latere toevoeging zou zijn zoals heel wat critici beweren, waarom doet Job dan boete in stof en as?? Hij heeft de drie vrienden toch maar netjes terechtgewezen?… Job is rechtvaardig en zuiver dan?…
Voor Elihu is er blijkbaar zoiets als een ‘rechtvaardige zondaar’… da’s een heel nieuwtestamentische gedachte eigenlijk. Rechtvaardig voor God wil blijkbaar niet hetzelfde zeggen dat er geen zonde meer zou zijn in je leven. Herinner u dat in Job 1:1 Job wel degelijk een rechtvaardige wordt genoemd… en nu blijkt hij toch ook ‘trots’ te zijn. God rechtvaardigt een mens in genade (een vrije gave, niet gebonden aan één of andere prestatie)… maar die mens zondigt nog altijd van nature (de ‘oude’ mens zou Paulus zeggen). En daarom zegt Elihu ons (36:8-10) : ‘Maar zijn zij… gevangen in banden van ellende (lijden!), dan brengt God hun hun daden onder het oog, en hun overtredingen, omdat zij overmoedig (trots!) handelen, en opent God hun oor voor de vermaning…’
Het boek Job focust natuurlijk op Job en op zijn verborgen zonde van trots… Voor iedereen die moet lijden is de leerschool echter anders. Je kan het motief van het lijden niet van de ene persoon op de andere plaatsen. Het is dus niet omdat Job moet lijden om zo zijn trots te ontdekken dat iedereen die moet lijden bijgevolg trots is. Dat was zo voor Job. Maar voor elk van ons is het anders. Lijden is bovenal… een individuele leerschool.
Psalm 119 : 71 : ‘Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest (lijden!), opdat ik uw inzettingen zou leren…’
Er is met andere woorden een dimensie van geloof die we alleen kunnen leren door persoonlijk lijden heen. God heeft het zo gewild (hoe graag we het ook anders zouden hebben).
Dit is de les die we mogen leren uit het boek Job : een gelovige zal lijden! Dat heeft niets met straf te maken (Christus droeg de straf in onze plaats aan het kruis… het hoeft dan ook niet opnieuw te gebeuren).
In de Hebreeënbrief wordt deze gedachte van lijden als leerschool bondig samengevat in hoofdstuk 12:11 : ‘Want alle tucht (leerschool) schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen (lijden), doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn (geoefend doorheen lijden!), een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid…’
Want zij die lijden ‘leren’. En wat mogen ze dan wel leren? ‘Gerechtigheid’ staat er. Dat is : mensen die lijden leren, als het goed is, zichzelf beter kennen… ze verkrijgen een dieper inzicht in het eigen zelf. Ze kunnen bijvoorbeeld hun eigen zwaktes beter leren kennen… waar schiet ik tekort… op welke punten beantwoord ik nog niet aan het beeld van God. Meer nog dan dit : lijden is, als het goed is, de leerschool van heiliging in mijn leven. Door eigen lijden heen leren we namelijk mee-lijden met de naaste. Wie zelf veel heeft meegemaakt zal open staan voor het lijden van de ander!
Uiteindelijk moeten we kijken naar onze Meester, Jezus de Christus, en Zijn lijden… Zijn lijden in het leven (ontberingen en spot)… en Zijn lijden in Zijn sterven aan het kruis. En Hij volbracht dit lijden, vrijwillig, om mee te lijden met de mens en zo verzoening te bewerken tussen God en mens.
Als Hij zo moest lijden, wie zijn wij dat we zouden ontsnappen aan lijden? Maar God gebruikt dit ten goede voor zij die geloven.
Paulus, die heel wat lijden mocht meemaken, schrijft ons in 2 Kor. 1: 8-9 : “Want wij willen u niet onkundig laten, broeders, van de verdrukking (lijden), die ons in Asia overkomen is : bovenmate en boven vermogen hebben wij een zware last te dragen gehad (!), zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten (ja, zo erg kan het worden)… opdat wij niet op onszelf vertrouwen zouden stellen, maar op God, die de doden opwekt…”
Daarom lijden we, broeders en zusters. Dit is de boodschap van Job…
Ik wenste wel dat ik een andere boodschap had. Dat lijden vermeden kan worden als gelovige…
Maar niets is minder waar : lijden is de leerschool van heiliging. (Jacobus 1:2-3) : “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen (en dus lijden) valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt…”
Ik bid u dan sterkte toe en zegen… om het lijden te dragen in uw leven.
Voorbede.
Hemelse Vader,
zorg dat we niet worden zoals de drie ‘vrienden’,
en lijden koppelen aan vermeende zonden,
zodat we weeral kunnen oordelen over een ander, de naaste.
Maar leer ons dat we ‘rechtvaardig’ zijn in Uw ogen,
net zoals Job, door het verzoenende werk van Jezus, Uw Zoon.
En dat er dan ook geen straf meer is voor specifieke zonden.
Maar geef ons dan ook de kracht om ons lijden te dragen.
Het lijden die ons tot zuiverend inzicht wil brengen…
Inzicht in de tekorten van ons leven…
Inzicht in het mee-lijden met de naaste…
Inzicht in die vreemde leerschool van heiliging
die U voor ons bereid hebt doorheen het kwaad van het lijden.
Vader, wij danken U dat U alles doet meewerken ten goede
van hen die geloven…
En daarom mogen wij weten
dat U ook zelfs in lijden een boodschap tot ons brengt.
Maar laat ons niet ten ondergaan in dit lijden,
dat soms zo zwaar is om te dragen…
dat het leven zelf soms ondraaglijk wordt…
Laat ons nooit alleen Vader,
schenk ons mensen die ons steunen, die ons dragen,
zoals wij op onze beurt hen willen steunen,
wanneer het leven in lijden verzandt…
Schenk ons dan vanmorgen Uw kracht,
schenk ons Uw zegen.
Dit bidden wij U in Jezus’ Naam.
Amen.