Jesaja 41 : 8 – 20 + Joh 15 : 9 – 17
Gemeente,
‘Maar gij Israel, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham…’
Abraham, in de bijbel de vriend van God genoemd… In de Islam wordt er zelfs maar weinig gesproken van de ‘naam’ Abraham, maar wordt hij voortdurend aangeduid als ‘Khalil Allah’, de vriend van God, of zelfs gewoon als ‘el khalil’, de vriend. En nu denken we misschien, ja er is er maar ééntje die de vriend van God genoemd wordt… dat is een niveau die wij in na-bijbelse tijden wel nooit kunnen bereiken…
Broeders en zusters, ik bid u, ja ik smeek u, denk toch niet zo… ook wij kunnen ‘vrienden van God’ zijn.
Dat is het wat we vanmorgen willen bespreken met elkaar, die onvergelijkbare vriendschap van God en mens. We hebben het gelezen in Johannes 15 : ‘Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat ik u gebied. Ik noem u niet meer slaven, want de slaaf weet niet wat zijn heer doet. Maar u heb ik vrienden genoemd, omdat ik alles, wat ik van mijn Vader gehoord heb, u heb bekend gemaakt…’
Jezus zelf inviteert ons om vrienden te zijn… dat is een heel andere vorm van relatie dan dat van de meester en de slaaf, dan dat van de schepper en zijn maaksel…
Laten we ten eerste stilstaan bij het wonderbaarlijke gehalte om een ‘vriend van God’ te zijn…
Wat is de mens, dat God ook maar de geringste aandacht aan hem besteed? Wie van ons zondaren, falende ééndagsvliegen zeg maar, kan aanspraak maken op de vriendschap van de Allerhoogste? Het is nu in zo’n vriendschap dat God zijn ware liefde toont. Want hijzelf heeft daar helemaal geen baat bij, hij ‘wint’ er niets uit. Hij heeft het ook niet nodig. Hij is al ‘volledig’ in zichzelf… het zijn wij mensen die aanspraak nodig hebben van vrienden om emotioneel te overleven… vriendschap is toch één van de belangrijkste overlevings-voorwaarden van de mens. God heeft dat helemaal niet nodig, en toch schenkt hij zijn vriendschap aan die man uit Ur der Chaldeeen, Abraham. Vriendschap is ook nooit iets éénzijdig… als Abraham Gods vriend is, wat we gelezen hebben, dan wil dat ook zeggen dat God Abrahams vriend was… Vriendschap creeert een band van gelijkheid tussen de personen in die vriendschap, en dat klinkt toch wel heel raar als we spreken over God en mens. Dat hoeft ook niet volledige gelijkheid te zijn… een baas en zijn knecht kunnen ook vrienden zijn… maar door die vriendschap komen ze toch een heel stuk dichter bij elkaar. Ook tussen God en mens is er geen volledige gelijkheid… daarom dat Jezus ook zegt ‘ Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat ik u gebied’… God is nog altijd de Meester, maar het gebieden is in vriendschap. En in die vriendschap moeten we heel goed onze plaats beseffen : namelijk dat van schepsel, van dienaar. Dat is het wat Abraham besefte… hij diende God volledig, vertrouwde Hem volledig… en daarom kon hij de vriend zijn van deze God.
En hoe toonde die goddellijke vriendschap zich? De Here bezocht Abraham nu en dan… want vrienden zoeken elkaar toch op. God Zelf kwam op bezoek met 2 van z’n engelen, en Hij ondervond de gastvrijheid van Abraham op het heetst van de dag. Abraham van zijn kant stond elke morgen vroeg op om te gaan naar een afgezonderde plaats om er te praten/bidden met God. Want dat is het wat vrienden toch doen… elkaars gezelschap opzoeken (en dat niet alleen op zondagmorgen, zoals wij dat wel eens plachten te doen)…
En in die ontmoetingen tussen die twee vrienden, worden geheimen uitgewisseld… ontboezemingen, zoals je alleen maar aan een vriend kan vertellen. Uiteraard van Abrahams kant, als falend schepsel, die al zijn tekortkomingen en fouten uit ten opzichte van zijn Maker. Maar ook aan de kant van God zelf, en daarin zien we de vriendschap van God voor Abraham. God licht hem bijvoorbeeld in over zijn plannen met de Kanaanieten, over de geboorte van Isaak… en wanneer God van plan was om Sodom en Gomorra te vernietigen lezen we in Genesis 18 : ‘En de HERE dacht : zou ik voor Abraham verbergen wat ik ga doen?’… Bij Philo van Alexandrie, die de Septuaginta aanhaalt, lezen we zelfs dat er zou staan : ‘zou ik voor Abraham, mijn vriend, verbergen wat ik ga doen…’ Dit is toch vriendschap : dat God wacht met oordeel te vellen tot Hij gehoord heeft wat Abraham, Zijn vriend, erover denkt.
En daarom sluiten die twee ook een ‘verbond’. Vaak wordt bij ‘verbond’ gedacht aan een verdrag, met regels tussen twee partijen. Maar dat is een veel te koude benadering van het woordje ‘verbond’. Een verbond is een toenadering tussen twee elkaar respecterende, ja liefhebbende partijen… net zoals een huwelijk eigenlijk… da’s ook veel meer een verbond, dan een verdrag. En dat is wat gebeurd tussen God en Abraham, een verbond ‘als’ een huwelijksrelatie… vriendschap, respect, gelijkheid…
En het is uit zo’n vriendschap, uit zo’n verbond, dat er dan ‘zegen’ voortvloeit. Vrienden zegenen elkaar, dat is, ze helpen elkaar wanneer ze maar kunnen. Want dat is wat ‘zegen’ is : de hulp van God. Vaak heel anders dan we gedacht of gewild hadden, dat wel. Dat is trouwens ook de grootsheid van Abraham, dat zijn geloof, zijn vertrouwen zo groot was in zijn Vriend, dat de grootste test die hij moest ondergaan in zijn leven, de grootste miserie, het offeren van zijn eigen zoon Izaak, dat hij dat zag als een zegen.
God nu luisterde ook daadwerkelijk naar zijn vriend Abraham. Goede vrienden zijn er om je te beinvloeden (op een positieve manier). Abraham pleit voor Sodom en Gomorra, zijn vijanden. Meer nog dan pleiten, hij bekritiseert er zijn Vriend voor : ‘… zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?’… Want ook dat kunnen vrienden. Niet altijd de ander maar gelijk geven (dat is wel heel oppervlakkige vriendschap), maar de ander durven bijsturen! Abraham wil zijn Vriend redden van het maken van een domme fout, van onrechtvaardig gedrag… ook dat is vriendschap.
Meer nog… vrienden blijven elkaar ook helpen zelfs wanneer er dan zo’n domme fout gebeurd, wanneer één van de vrienden de mist in gaat. Het verbond valt niet zomaar uit elkaar door een misstap. Abraham faalde verscheidene malen… doen alsof zijn vrouw zijn zuster was om zichzelf het vege lijf te redden… de slavin Haggar tot vrouw nemen… en toch blijft de Here bij zijn vriend en redt hem uit de nood. Het is niet zoals in onze huidige maatschappij dat één foutje vaak aanleiding geeft tot echtscheiding. Het is bij elkaar blijven, door goede en kwade dagen… ook dat is vriendschap! Goede vriendschap heeft een blijvend karakter… anders is het geen echte vriendschap… Dat zien we dan ook in onze tekst vandaag : God spreekt Israel aan als het nageslacht van ‘zijn vriend Abraham’… vriendschap gaat verder dan de dood. Ja, nu nog, tot op de dag van vandaag, is God de vriend van Abraham…
In de bijbel is Abraham de enigste mens die de vriend van God genoemd wordt. En daarom is hij ook de hoogste van alle voorbeelden die in de bijbel ons voor ogen staan. Ondanks ook de fouten die hij maakte (geen mens is perfect), was zijn vertrouwen volledig… Job, bijvoorbeeld, hoe rechtvaardig ook, had ruzie met God, twijfelde, stelde vragen… David, de man naar Gods hart, ging door een dal van diepe duisternis, overspel, moord… Abraham maakte ook wel zijn fouten, maar hij wankelde nooit in zijn vertrouwen in zijn Vriend : wat zijn Vriend beloofde, dat zou ook gebeuren. Er was hem een kind beloofd : Abraham twijfelde daar nooit over! Wel probeerde hij God een handje te helpen, dat wel, en dat was dan zijn fout. Maar die ‘fout’ toont ons juist zijn onwankelbaar vertrouwen dat er een zoon zou komen! Hij twijfelde nooit aan het eindresultaat, wel aan de manier waarop het er dan wel moest komen. Zo vertrouwde hij er ook volledig op dat God zijn zoon Izaak uit de dood zou doen opstaan. Daarom wordt Abraham de vader van de ‘gelovigen’ genoemd… gelovigen in de zin van zij die hun vertrouwen (100%) stellen op God, hun Vriend.
Deze vorm van ‘vertrouwen’ is de definitie van de vriendschap met God. Doe dit en je mag jezelf vriend noemen van God. Twijfelen, niet volledig vertrouwen… is de dood van vriendschap. Ten opzichte van andere mensen is vertrouwen vaak misplaatst (om niet te zeggen altijd). Maar ten opzichte van God kan en mag er geen wantrouwen zijn. Geloven zonder beperking… dat is vriendschap met God.
En uit zo’n vertrouwen, uit zo’n vriendschap, vloeit er onmiddellijke gehoorzaamheid. Wat God ook vroeg aan Abraham, hij deed het, onmiddellijk…. ‘Ga weg uit je geboortestreek, naar een land dat je van haar noch pluim kent’… en zoef, Abraham is al op weg. ‘Ga en dood je eniggeborene…’, en ‘in alle vroegte de volgende morgen’ (staat er geschreven) was hij al op weg, met enthousiasme. Denk je eens in dat wij ook zo zouden zijn… Hoe zou de doodse kerk weer stralen van leven!
Dit is dan ook de titel waarnaar we zouden moeten streven ons ganse leven lang… ‘vriend van God’ te zijn! Willen we dat?… Wel dan moet je in de eerste plaats terug verzoend worden met Hem. Je kan geen vijand blijven en ook verwachten vriend te zijn. Da’s nogal overduidelijk. Dus eerste stap is verzoening met God, terug rechtvaardig worden voor God door het offer van Jezus, terug herboren worden door de werking van de Heilige Geest… Maar… dat maakt je nog geen vriend van God…
Je bent dan wel gered… je kan God jouw vriend noemen dat wel… maar zelf een vriend te zijn van God, dat gaat nog veel verder.
Eigenlijk is dat de situatie waarin de meesten vertoeven denk ik zo. God is wel onze vriend, maar het omgekeerde is er niet : wij zijn nog geen vriend van God. Want om wederzijdse vriendschap te hebben, zodat het van twee kanten komt, moeten we zijn zoals Abraham… deze God die voor ons gekozen heeft, moet ook door ons ‘gekozen’ worden. Wijzelf moeten ook kiezen… dat zijn actieve beslissingen in ons leven. Niet alleen op zondagmorgen passief in de kerk zitten en lekker gered zijn… We moeten voortdurend, iedere dag, iedere minuut, kiezen in ons leven… keuzes maken zodat we gelijkgestemd worden aan God. Zodat we dezelfde ingesteldheid krijgen… eigenlijk moeten we voortdurend sleutelen aan ons leven, zodat we dezelfde weg gaan als deze God. Het is alleen maar als je dezelfde weg gaat dat je ook samen kunt wandelen. Kan God een vriend hebben die andere interesses heeft, die niet begaan is met heiligheid? Kan God een vriend hebben die andere regels volgt, die ongehoorzaam is, die geen naastenliefde betracht?… Broeders en zusters, de Heilige Geest moet ons maken tot beeld van God, een evenbeeld in alle opzichten, in alle keuzes die we maken, in alle betrachtingen in ons leven, in alle denkwijzen…, voordat we vrienden van God kunnen zijn. We kunnen geen vriend van God zijn, zolang ons leven geregeerd worden door ons ‘zelf’ (door egoisme). We moeten leren liefhebben wat God liefheeft, en haten wat Hij haat (dat gaat echt niet vanzelf!), voordat we vriend van God kunnen genoemd worden. Ons leven moet parallel lopen aan Zijn leven… dan ga je ook in dezelfde richting… zoals vrienden doen.
En als we zover gekomen zijn, dat we in dezelfde richting wandelen… dan komen we ook in de buurt van God. En dan is er, net zoals bij Abraham, dagelijkse interactie met God. De vriend van God kan geen dag van zijn leven hebben, zonder zijn God, zonder zijn Vriend. Dan betrek je die Vriend ook bij alles. Vanzelf! Want hij is je Vriend… Hoe kan je nu vriend van God zijn door één uurtje per week, op zondagmorgen, bezig te zijn met die God? Hoe kan je nu vriend van God zijn als je denkt dat je hem alleen maar ontmoet in de sacramenten…
Broeders en zusters, willen we vrienden zijn van God, dan moeten we partners zijn van God. Hij geeft ons alles als vriend… wel, ook wij moeten leren alles te geven om vriend te zijn… zoals Abraham… zelfs je eigen eerstgeboren zoon… dwz datgene wat het allerbelangrijkste is in je leven… Ik bedoel te zeggen : wat het allerbelangrijkste was in je leven… want vanaf nu is die Vriendschap met de liefhebbende God het allerbelangrijkste.
Amen.