Jakobus 1 : 19 – 27

Gemeente,

‘Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. En weest daders des woords en niet alleen hoorders…’

Broeders en zusters, het is een goede zaak om het woord van God te horen verkondigen. Dat is toch een reden, om niet te zeggen de hoofdreden, waarom we naar de kerk gaan. En daarom is iedereen ook welkom natuurlijk… wie zouden we het recht kunnen ontzeggen om het woord van God te horen verkondigen? Vaak zitten we tijdens de eredienst naar de ander te kijken : Wat doet die hier? Kan hij niet wat stiller geeuwen? Waarom vindt hij het plafond zo interessant?…

Iedereen is welkom, om wat voor reden ze ook hier mogen komen. Ze komen! …. En horen het woord van God verkondigt! Dat ze komen en dat ze zo het woord van God horen, soms ongewild, is natuurlijk goed… maar het kan altijd beter. De landbouwer zaait ook niet zomaar lukraak wat zaadjes in ‘t rond in de gedachte van ‘er groeit wel wat’… Nee, de goede landbouwer treft voorbereidingen… hij bemest zijn land, ploegt het… zodat de vruchten die uit de zaden mogen komen overvloedig mogen zijn.

En zo zouden wij moeten staan tegenover de eredienst en de preek. We kunnen zomaar de kerk binnenrollen en wat luisteren, halfslachtig… en dat is goed!… Maar het kan beter. Goed voorbereid en met de juiste ingesteldheid komen luisteren naar het verkondigde woord! Want dat is het waar het in de eredienst om draait. De preek, de verkondiging van het woord (als het goed is, sommige preken zijn geen verkondiging meer helaas… maar dat is een heel andere zaak).

In de Rooms-katholieke eredienst is niet de verkondiging centraal maar de beleving van de sacramenten, de handelingen. Verkondiging duurt maar gemiddeld zo’n 4 minuten in de RKK. In de synagoge is de lezing van de Tora centraal (gemiddeld zo’n 4 hoofdstukken per sabbath). Maar bij ons is het de verkondiging van het woord. Het is dus geen detail… het is niet iets om slapend door te brengen…het is de essentie van onze eredienst. En het woord van God is kostbaar in deze dagen, laten we dus onze kans om ermee om te gaan, om het te verkondigen en te horen, niet verprutsen!

En daarom bid ik vandaag dat de Geest van God mij mag helpen u duidelijk te maken hoe u moet horen… hoe u moet luisteren naar de verkondiging.

Ten eerste, begint het al voor de eredienst : ‘Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid’. Ten tweede hoe we ons moeten gedragen tijdens de verkondiging : ‘neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan’. En ten derde, de instructie die Jacobus ons meegeeft voor na de verkondiging :

‘En weest daders van het woord, en niet alleen hoorders…’

Laten we dus beginnen met het eerste puntje : de juiste voorbereiding om de luisteren naar de goede boodschap, wat we moeten doen voor de eredienst zelf maar begint. De voorbereiding in het hart.

Want we kunnen toch niet zomaar naar de kerk komen, zoals we naar de supermarkt zouden gaan… en zelfs om naar de supermarkt te gaan bereiden we ons toch vaak voor met een lijstje. Hoeveel te meer voorbereiding zou er moeten zijn als we naar de kerk komen. Toen Mozes voor God verscheen bij de brandende struik, moest hij ook zijn sandalen uitdoen… hij kon niet ‘zomaar’ komen voor God, in de aanwezigheid van God.

Hoe moeten we ons nu voorbereiden als we naar de verkondiging komen? Als onze gedachten vol zitten met de gewone alledaagse koetjes en kalfjes, dan is er geen plaats meer voor Gods waarheid. We moeten ons zo voorbereiden dat we klaar zijn om te ontvangen in onze gedachten wat God ons wil meedelen op die ochtend. Er moet ernstige voorbereiding zijn voordat we kunnen komen in de aanwezigheid van de meest heilige God… En soms zien we dat ook aan de mensen in de kerk, uitwendig dan bedoel ik. We trekken ons ‘zondagse pak’ aan, uit respect voor God. Helaas leidt dat vaak tot vergelijkingen tussen de mensen die in de kerk zitten… en kunnen we opnieuw wat kritiek geven op een ander… en missen we daardoor wat de eigenlijke bedoeling was. Nu dat uitwendige zondagse pak is, als het goed is, een uiterlijk teken van een innerlijke ingesteldheid. En daarom is mijn advies, reinig je hart meer dan je kledij! Kom voor God met een nieuwe geest, in plaats van in nieuwe kleren!

Ja, trek de kleren aan van gerechtigheid en heiligheid door de genade van Jezus Christus, veel meer dan een mooi zondags pak, die alleen maar het uitwendige vlees siert.

Nu dat we ons moeten voorbereiden voor we naar de eredienst komen, mag duidelijk zijn. Hoe doen we dat nu? Eigenlijk heb ik het al even aangeraakt : namelijk het gaat om een innerlijke ingesteldheid.

‘Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid’. Sommige dingen moeten verwijderd worden voor er plaats is in onze gedachten om het woord van God te kunnen ontvangen. Leg af alle ‘vuilheid’ : oftewel elke vorm van zondige gedachten. Zonde is per definitie al datgene waardoor je de naaste niet liefhebt. Datgene waardoor je gedachten in beslag genomen worden zodat je geen plaats meer hebt voor de hulpbehoevende naaste. Hoe meer je die zonde uit je gedachten kan bannen, hoe meer ruimte er ontstaat voor de naaste… en voor het ontvangen van het woord van God! God kijkt vooreerst naar de ingesteldheid, niet naar het zondagse pak, hoe goedbedoeld ook. Is er berouw? Over de vele, nog alledaagse zonden? Abel en Kain, beide brachten ze hun offer. Maar God aanvaarde dat van Abel, niet van Kain… vanwege zijn ingesteldheid en niet om uitwendige redenen, want beiden brachten immers een offer. Onze gezangen, onze gebeden, onze verkondigingen (en ons horen ervan) zijn waardeloos als we ons niet gereinigd hebben van onze overtredingen. Broeders en zusters, zonde is een ziekte tot de dood. We raken er in dit lichaam niet vanaf. Maar we kunnen het beseffen en berouw hebben… dat is denk ik de ingesteldheid waarmee je naar de verkondiging moet komen. Het is de ingesteldheid die het ‘horen’ mogelijk maakt… het horen van die gans andere woorden. Gans andere woorden van leven. Zonder die ingesteldheid vooraf is het horen van welke preek dan ook, hij mag nog zo goed gebracht worden, eigenlijk een onmogelijke zaak (hoewel voor God niets onmogelijk is… soms breekt Hij door met grote kracht). Nu tot zover de voorbereidende ingesteldheid vooraf.

Ten tweede hoe we ons moeten gedragen tijdens de verkondiging : ‘neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan’, zegt Jacobus ons. In onze vertaling staat er ‘neemt met zachtmoedigheid’, maar het Griekse woordje dat hier vertaald wordt met ‘nemen’, kan evengoed met ‘ontvangen’ vertaald worden. En dan staat er ‘ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante woord’… en eigenlijk past dat ook beter in de context. Het woord wordt immers in ons geplant en dus kunnen we het ook maar ontvangen. ‘Ontvangen’ is eigenlijk een heel erg evangelisch woord… het is de deur waardoor de genade van God tot ons komt. We worden niet gered door eigen werk, eigen prestatie, maar door het ontvangen van wat God ons in zijn goedheid geeft. We moeten leren het woord te ontvangen, en daarom ook natuurlijk in zachtmoedigheid, in nederigheid tegenover de verkondiging… als we voortdurend menen het beter te weten, als we maar met een half oor luisteren naar de preek en bij onszelf denken ‘wat een zwans’… hoe zouden we ooit de boodschap kunnen ontvangen? Als we al op voorhand de spreker veroordelen (om wat voor reden dan ook), of ons wapenen tegen het gesprokene door een dam op te werpen in onze gedachten… dan kan het levende water toch nooit tot in je hart vloeien?

En daarom dus ‘ontvangen in zachtmoedigheid’… Velen ontvangen de goede boodschap nooit omdat ze niet zachtmoedig zijn, omdat ze niet open staan voor de boodschap. Ze komen wel naar de kerk, maar de enige stoel waarop ze willen zitten is de rechtersstoel… om de andere kerkgangers te bekritiseren, te veroordelen… om de predikants’ boodschap eens te toetsen aan de eigen vastgeroeste overtuiging…

Op het eerste gezicht is het verkondigde woord ook vaak saai, ouderwets klinkend, pijnlijk ook vaak…maar ontvang het in zachtmoedigheid… sta er voor open. De basishouding van de luisteraar zou moeten zijn : ‘wat wil God mij persoonlijk duidelijk maken in deze verkondiging?’

Dat kan tegenvallen, meevallen… het hangt uiteraard ook van het talent van de spreker af… MAAR dus ook van de ingesteldheid van zij die luisteren!

En wat moeten we nu ‘ontvangen in zachtmoedigheid’? ‘… het in u geplante woord’. We zouden eigenlijk ook kunnen vertalen : ‘het in u ge-ente woord’. Bij enten wordt een driehoekige vorm uitgesneden tot halverwege de kern van het hout, en daarin wordt dan de nieuwe tak, de ent aangebracht. Niemand heeft ooit het woord van God ontvangen zonder eerst gesneden te zijn geweest. Om het woord van God te kunnen ontvangen moet er eerst een wonde gemaakt zijn geweest. Om heel exact te zijn, moeten we zelfs zeggen dat er twee wonden zijn, namelijk die van de ent en die van de plant waarop de ent wordt aangebracht. En is het niet een gezegend iets wanneer onze gewonde, doorboorde Redder in contact mag komen met ons gewonde hart?

Dat inge-ente woord wil dus zeggen dat we ‘t ook alleen maar kunnen ontvangen wanneer we onze gewonde toestand beseffen, wanneer we ons gewond willen opstellen tegenover de goddellijke tuinman… Het is daarom dat we gelezen hebben in het Johannes-evangelie : ‘De geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut : de woorden die ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven… niemand kan tot mij (Jezus) komen, tenzij het hem van de Vader (de tuinman) gegeven zij.’ Inge-ent is!

Dit is hoe we ons moeten gedragen tijdens een preek… en dit is dus ook wat een preek zou moeten zijn : het enten van het levende woord in de wonde van ons leven.

En ten laatste, ons derde puntje, willen we even stilstaan bij wat Jacobus ons meegeeft voor na de verkondiging : ‘En weest daders van het woord, en niet alleen hoorders…’

Broeders en zusters, ik sta bijna iedere week in een preekstoel… maar ik ben waardeloos voor jullie als jullie ook niet doen wat er gezegd wordt. Ik heb vandaag gesproken over hoe we ons moeten voorbereiden op de verkondiging en hoe we moeten zijn tijdens die verkondiging… berouw hebben, ontvangen in zachtmoedigheid… dat de heilige Geest jullie mag leiden zulke dingen ook te doen. Weinig kennis hebben maar veel doen met die kennis is veel belangrijker dan veel kennis maar weinig ermee aanvangen. Iemand die perfect weet hoe hij een winkel moet openhouden is daar niets mee als hij geen winkel heeft! En zo is het ook met ons, broeders en zusters. De buitenwereld kijkt naar ons… niet naar wat we weten… maar naar ons handelen. Als wij ons hypocriet opstellen, vals zijn in ons dagelijks leven, kortom ons onchristelijke gedragen… dan veroordeelt de wereld de boom waar zo’n vruchten aanhangen. Mensen lezen de bijbel niet… maar ze ‘lezen’ wel u! Als mensen zeggen : ‘die kerkgangers zijn geen haar beter dan alle andere mensen… waarom zouden we onze tijd gaan verknallen bij zo’n groepje die we in elk cafe kunnen vinden?’…

Er gebeurd niets op zondag, er gebeurd niets in deze preekstoel, er gebeurd niets in deze kerk… als we geen daders zijn van het woord. Eigenlijk wat tijdens een verkondiging gebeurd is het ploegen en het zaaien… uw dagdagelijkse praktijk, uw daden zijn de oogst…

‘Weest daders, en niet alleen hoorders : dan zoudt gij uzelf misleiden’… Iemand misleiden is erg, jezelf misleiden is nog erger… en jezelf misleiden over de toestand van je ziel is wel het ergst vanal. Velen denken dat het wel goed zit met hen… want ze zitten in de ‘juiste’ kerk, luisteren naar de ‘juiste’ preken… en wanneer iemand afwijkt van de ‘juiste’ leer hebben ze het direct gemerkt… nee, zo werkt het niet, broeders en zusters…

Dat God ons mag geven dat we iedere zondag opnieuw, het ons gebrachte woord ook trachten te doen in de week die voor ons ligt. Wat deze verkondiging dus betreft : Leg alle zondigheid af, bereid je steeds voor op de verkondiging en leer luisteren in zachtmoedigheid! Laat ons begeren te leven als Christus, en zijn Geest te ademen.

Amen.