Gemeente,
‘En de Here zeide tot hem : Sta op en ga naar de straat, die de Rechte heet, en vraag ten huize van Judas naar iemand uit Tarsus, genaamd Saulus, want zie, hij is in gebed…’
Saul(us) (zijn naam verwijst naar de joodse koning) wordt al enkele malen vernoemd in het verhaal van de moord op Stefanus. Hij zorgde voor de kleding van de moordenaars… hij was een medeplichtige dus. Zijn naam zal later veranderen naar Paulus (‘klein, gering’) : het is een bijbels gegeven dat wanneer iemands leven werkelijk ingrijpend veranderde ook zijn naam veranderde : van een ‘koning’ naar ‘klein, gering’. De eersten zullen de laatsten zijn… en wie ‘gering’ is in deze maatschappij zal hoog aangeschreven staan bij God, en omgekeerd.
De bekering van Saulus mag een wonder genoemd worden, niet alleen de manier waarop het gebeurde, maar dat het gebeurde. Soms wordt het wel voorgesteld alsof Saulus in gewetensstrijd verkeerde op weg naar Damascus en zich daarom bekeerde… maar dat slaat nergens op als je het verhaal leest. Want wie was deze Saulus?…
Hij was een Farizeeër, een leerling van de grote Gamaliël (Hand. 22:3), waarvan wel beweerd wordt dat hij christenen goed gezind was (Hand. 5:34vv). In Filippenzen 3:6 zegt Paulus ons over zichzelf : ‘naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk!’
Er zijn er niet veel die dat kunnen zeggen…
En toch staat er in onze tekstlezing : ‘En Saulus, nog dreiging en moord blazende tegen de discipelen des Heren…’ Onberispelijk naar de geboden en wetten en toch dreiging en moord blazende… Hij was met andere woorden rotsvast overtuigd van zijn gelijk. Het oorspronkelijke Griekse woordje wat vertaald wordt in onze NBG met ‘blazen’ verwijst naar in- en uitademen. Zijn tegenstand van de christenen maakt deel uit van het fundament van zijn leven : dreiging en moord komen op natuurlijke wijze (net zoals ademen) wanneer je rotsvast overtuigd bent van je eigen gelijk en van de foute leer van die anderen.
Dat hij zich dus bekeerde mag wel degelijk een wonder genoemd worden. Het is niet iets dat hij zelf presteerde. Het is zeker niet door eigen inzicht dat hij zich bekeerde…
‘En het geschiedde, toen hij Damascus naderde, dat hem plotseling licht uit de hemel omstraalde…’
Het gebeurde niet op een of andere religieuze plaats (tempel, synagoge, kerk) waar je toch tot inzicht kan komen door de boodschap die er gebracht wordt… De Geest van God is als de wind en waait waarheen Hij wil… Op weg naar een heidense stad in een heidens land (Syrië)… daar wordt de apostel van de heidenen bekeerd. Niet door eigen prestatie, niet vanwege een eigen inzicht… maar door de Geest die tot hem komt… ‘plotseling’ staat er geschreven! Plotseling, ja onverwachts (Grieks ‘echaiphnes’)… Onverwachts! Het lag helemaal niet in de lijn van de verwachtingen! Saulus was helemaal niet in een geestesstrijd verwikkeld aangaande het christelijk geloof! En ook niet dat hij via innerlijke worstelingen tot de juiste conclusie kwam… Niets van dat alles.
Dat Saulus zich ‘plotseling’ bekeerde is niets anders dan genade! Omdat God tot ons spreekt… antwoorden wij. Omdat Hij ons zoekt… vinden wij Hem. Dat Saulus zich ‘plotseling’ bekeerde is niets anders dan een machtig ingrijpen van God. Een wonder in genade!
‘… en ter aarde gevallen, hoorde hij een stem tot zich zeggen : Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?’ (vers 4), zoals ook Mozes de stem van God mocht horen van boven het verzoendeksel (Num. 7:89).
Wanneer God spreekt wordt verzoening aangeboden aan de mens die het mag horen! Ja, geloof komt, wordt door de Geest geschonken, bij het horen van deze goede boodschap, het ‘evangelie’.
Saulus werd geroepen bij zijn naam, en dat tweemaal : ‘Saul, Saul…’ Omdat hij zich de koning zou herinneren die David, de knecht des Heren, vervolgde. Saul die nu ook de zoon van David vervolgde. En tweemaal, omdat Saulus werkelijk vastzat in z’n verkeerde overtuigingen. God moet hem roepen en opnieuw roepen… hem bekeren is niet evident.
Hoe bewerkstelligde God de bekering van Saulus? Wat is het eerste waar hij Saulus op wijst? ‘Waarom vervolgt gij Mij?…’ Of met andere woorden, het eerste is een aanklacht, het wijzen op de zonden van Saulus! Een mens moet zichzelf eerst als zondaar zien… voordat hij bereid zal zijn om de genezing te zoeken en te aanvaarden. Iemand die van zichzelf denkt dat hij wel goed genoeg is, zoekt helemaal geen verzoening! Schuldbelijdenis is altijd de eerste stap (o hoe populair in de kerken tegenwoordig).
Vanaf dat ogenblik is Saulus dan ook blind… dat wil zeggen : hij is voor het eerst in z’n leven tot het besef gekomen dat hij eigenlijk ‘blind’ is : dat hij niet de waarheid ziet, waarvan hij eigenlijk dacht dat hij hem in pacht had. Drie dagen lang zal hij ook niet eten of drinken… dat wil zeggen : Saulus is tot het besef gekomen dat hij als dood is voor God (zoals Jona drie dagen in de vis verbleef)… dood in z’n zonden en overtredingen (dat is die schuldbelijdenis waar elk mens toe moet komen!). Drie dagen was hij als dood vòòr de werkelijke opstanding in z’n leven. Saulus was als het ware drie dagen afgedaald in de hel : het besef van eigen schuld… Broeders en zusters, zonder zo’n inzicht is bekering… oppervlakkig, tijdelijk…
‘En de Here zeide tot hem (Ananias) : Sta op en ga naar de straat, die de Rechte heet, en vraag ten huize van Judas naar iemand uit Tarsus, genaamd Saulus, want zie, hij is in gebed…’
Die drie dagen ‘in de hel’ brachten Saulus tot gebed! Ja, voor de eerste keer in z’n leven! Voor de eerste keer in z’n leven ademde Saulus een echt gebed (in plaats van dreiging en moord te ‘blazen’). En zo’n echt gebed wordt opgemerkt in de hemel. Want staat er niet (in Lucas 15:7) : ‘Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben’.
En wat voor een gebed zal dit dan wel geweest zijn? Toch wel een roep om genade!
Zoals de tollenaar in Lucas 18 : ‘O God, wees mij, zondaar genadig!’ Dit is het gebed dat God hoort. Dit is het gebed die aanleiding geeft tot blijdschap in de hemel!
Was dit het eerste gebed van Saulus? Nee toch… Bad hij niet elke dag verscheidene malen zoals het een goed Farizeeër betaamt? Uiteraard, maar wat bad hij tot op dit ogenblik? ‘O God, ik dank U, dat ik niet zo ben als de andere mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als deze tollenaar; ik vast tweemaal per week, ik geef tienden van al mijn inkomsten…’…
Zo’n zelfrechtvaardigend gebed wordt niet gehoord in de hemel… is geen reden tot blijdschap in de hemel. Ja, zo’n gebed is uiteindelijk geen gebed.
Het ellenlange afdreunen van traditionele gebeden als een routine… het had Saulus tot niets gediend. Mooigevormde zinnen, ja poëzie in zijn gebeden… het was voor hem een mislukking.
Maar die ene schreeuw om genade!… Het eerste echte gebed van Saulus!… Recht uit het hart… Het nederige hart dat zich afhankelijk weet van deze God van genade.
Die woorden van God tot Ananias : ‘want zie, hij is in gebed…’, worden door God dan ook gebruikt als een argument. Ten eerste een argument voor de veiligheid van Ananias. Want Ananias was uiteraard bevreesd voor Saulus daar hij zijn reputatie kende. Hoe moeten de christenen in Damascus gebibberd hebben toen ze hoorden dat Saulus naar hen op weg was… En dan te moeten horen dat hij zich bekeerd zou hebben… hoe onwaarschijnlijk zal dat niet geklonken hebben. Maar het argument dat God gebruikt om Ananias te overtuigen is dat Saulus aan het bidden is! Iemand die werkelijk bidt (we hebben het niet over het aframmelen van routine gebeden) vanuit het hart : zo iemand kan je vertrouwen.
Iemand die in het geheim van zijn binnenste met God tracht te communiceren : zo iemand heeft het hart op de juiste plaats. En zo kunnen we ten tweede zeggen dat die woorden van God tot Ananias : ‘want zie, hij is in gebed…’, ook een argument zijn voor de oprechtheid van Saulus.
Iemand die werkelijk bidt zonder dat iemand anders er op staat te kijken, in het geheim, in privacy… zo iemand is een christen. Want hij doet het niet om anderen te behagen of om ze een rad voor de ogen te draaien, maar om werkelijk God te raken. Vroomheid in de eigen privacy, in het eigen huis, is uiteindelijk de beste vroomheid. Gebed in het hart toont ons de werkelijkheid van bekering!
Meer nog dan dit : gebed in het hart (nog eens, ik heb het niet over routine aframmelen) is een teken van uitverkiezing. Want in vers 15 gaat God verder met zeggen tot Ananias : ‘Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen…’ Het gebed van Saulus van vers 11 wordt dus in rechtstreeks verband gelegd met zijn uitverkiezing door God (vers 15). Saulus bidt voor het eerst in z’n leven vanuit het hart omdat God hem gekozen heeft (niet omgekeerd).
Dit is dan ook werkelijk iets dat we ons mogen afvragen aangaande onszelf. Is het zo in uw leven dat God kan zeggen : ‘want zie, hij/zij is in gebed…’? Bent U in gebed zoals Saulus?…
Bidt U regelmatig, iedere dag? En vooral bidt U vanuit het hart, in het geheim voor het aangezicht van God?
Zo ja… dan bent U een uitverkoren werktuig, door Gods genade, net zoals Saulus : ‘want zie, hij/zij is in gebed…’
Verkeer je in twijfel? Is geloof te moeilijk? Ben je bang dat je uiteindelijk toch geen kind bent van God?… Het is ongetwijfeld omdat je bidden steeds minder wordt… Er zijn zelfs christenen die niet eens bidden… Verschrikkelijk is dat… voor henzelf.
Broeders en zusters, wil je gelukkig zijn in dit leven (ik heb het niet over de maatstaven van deze maatschappij)? Kom er toe om dagelijks te bidden vanuit het hart, in het geheim voor God.
Moet zoiets een uur duren? Dat kan, dat mag… maar het hoeft helemaal niet. Kort en krachtig is goed genoeg voor deze God die ons liefheeft. Eigenlijk moeten we vooral leren zoals Saulus die ‘dreiging en moord blazende’ was… die dreiging en moord in- en uit- ademde… zo moeten we gebed leren in- en uit- ademen in ons leven. Het leven moet doordrenkt zijn van gebed. Gebed zou het fundament moeten zijn van je leven, van het handelen in je leven.
Want God luistert wel degelijk, en Hij handelt er ook naar… dat mogen we geloven. Meestal niet zoals wij wel zouden willen… Meestal niet op het ogenblik dat wij verlangen… Maar Hij antwoordt altijd, op Zijn tijd, op Zijn manier…
Ja, jaren kunnen voorbijgaan en plots komt het Antwoord… zo duidelijk komt dat Antwoord dat je tot het inzicht komt dat de vraag die je jaren tevoren stelde eigenlijk de verkeerde was…
Broeders en zusters, ik wil u smeken te komen tot gebed. Dat is geen makkelijke weg. Volharding is belangrijk wat het gebed betreft. Leer het zoals in- en uit- ademen. Hou nooit op met bidden, zoals je ook nooit ophoudt met ademen. Zodat God mag zeggen wanneer Hij naar je ziet : ‘Want zie, hij/zij is in gebed’!
Voorbede.
Hemelse Vader,
Leer ons om dagelijks te bidden.
Ja, leer ons om te bidden zoals we
in- en uit-ademen.
Geef ons de kracht om te bidden
vanuit het hart.
Dat we ons niet laten verleiden
tot het aframmelen van routine-gebeden.
Maar dat we werkelijk mogen spreken met U.
Schenk ons zo’n geloof
dat we steeds ons gebed beginnen
met een schreeuw om genade.
Gebruik het bidden in ons
om ons de werkelijkheid van
onze bekering te tonen.
Laat ons niet overmand worden door twijfel,
door ongeloof, door onze zwakte…
Maar schenk ons Uw kracht
in ons bidden tot U.
En wanneer we dan bidden
laat ons leven vanuit de verwachting van Uw antwoord.
Dat we open mogen staan voor Uw antwoord…
zelfs wanneer jaren voorbijgaan…
en zelfs al is het een heel ander antwoord
dan wat we verwacht hadden of gewild hadden…
Want zie, Vader, wij zijn in gebed…
Amen.