Genesis 4 : 1 – 16

Genesis 4 : 1 – 16

Gemeente,

‘Ook Abel bracht een offer, van de eerstgeborenen van zijn kleinvee en van hun vet. De HEERE nu sloeg acht op Abel en op zijn offer…’
Het verhaal van Kaïn en Abel… Een te bekend verhaal wellicht. En maar al te vaak staan we dan vooral stil bij de al dan niet historische waarheid van het verhaal : Is dit eigenlijk wel echt zo gebeurd, vragen we ons af? …
En we missen zo de diepere betekenis van het verhaal. Ja eigenlijk is dit verhaal van de eerste mensen het verhaal van ‘de’ mens. De mens in zijn relatie tot de naaste en in zijn relatie met God. Eigenlijk zien we hier in Gen 4 reeds een samenvatting van de grote lijnen van de ganse bijbel.

Want dit verhaal van Kaïn en Abel is een heel uitzonderlijk verhaal : er gebeuren een heleboel dingen voor het eerst in de wereld. De eerste mens wordt geboren : Kaïn (herinner U dat noch Adam noch Eva geboren waren). We krijgen dus ook de eerste familie op de aarde… en toen Abel geboren werd krijgen we de eerste broeder op aarde. We krijgen dus de eerste gemeenschap van mensen. En zo komen we tot de eerste misdaad tussen broeders (een moord). Maar het verhaal toont ons veel meer dan enkel die misdaad : Genesis 4 is ook het verhaal van de eerste eredienst (de offers die de beide broers brachten)… we zien de eerste huichelarij (het voorwenden van geloof), de eerste valse religie. De eerste zelf-rechtvaardiging van de mens… en de eerste algemene genade voor alle mensen.

Dit verhaal van Kaïn en Abel is in de eerste plaats het verhaal van de gevallen mens (Kaïn is het hoofdpersonage, want merk op dat Abel geen woord zegt). Het is het verhaal van Kain en van zijn relatie met zijn broeder en met God. Het is het verhaal van de gevallen mens, van U en van mij! Daarom is het o zo belangrijk om er vanmorgen even bij stil te staan.

U weet dat namen in de bijbel ongelooflijk belangrijk zijn. Een naam toont ons de essentie van een persoon. De naam van iemand zegt ons wie hij of zij werkelijk is. ‘En Eva (de moeder van al het levende) werd zwanger en baarde Kain, en zei : ik heb een man van de HEERE gekregen!’ (vers 1).
Dat is namelijk wat de naam Kain betekent, met dit kleine, maar belangrijke verschil : ‘Kain’ komt van het Hebreeuws ‘qanah’ (verkrijgen)…. Opvallend en belangrijk is dat het stukje wat Eva erbij voegt : ‘van de HEERE’ daar niet inzit! ‘Qanah’ betekent enkel ‘verkrijgen’, en in die zin staat het ook voor ‘bezittingen’ (alle dingen die ik verkregen heb in mijn leven). Centraal voor Kain is dus het verkrijgen, de bezittingen… Eva weet zich nog afhankelijk van God : we verkrijgen het (kind), maar alleen door de hulp van de HEERE. Maar dat vinden we niet terug in de naam Kain zelf : voor Kain is alleen het ‘verkrijgen’ belangrijk, de bezittingen (zonder de HEERE). Bovendien komt er nog een aspect bij : ‘qanah’ kan dus staan voor bezittingen, maar de nadruk ligt op het zelf gemaakte, het zelf gewerkte (uit eigen kracht, eigen prestatie). Dat zien we bijvoorbeeld in 4:22 : ‘Ook Zilla baarde : Tubal Kain, een smid, vader van alle koper- en ijzerbewerkers…’ Kain staat dus ook voor de groep werklieden die zelf dingen maken (en zo bezittingen verwerven).
De bezittingen die verkregen zijn, zijn zelf gemaakte prestaties. Dit is heel belangrijk om het verhaal van Kain en Abel in de juiste context te plaatsen!

De naam Abel daarentegen beduidt heel iets anders : het komt van het Hebreeuwse woord ‘hebel’, wat eigenlijk zoveel als ‘lucht’ betekent, in de zin van de lucht die uitgaat bij de adem van een mens. De korte ademstoot van een mens. Daarom wordt het woord ook vaak gebruikt om de kortheid van het menselijk leven aan te duiden. Heel mooi staat het in Psalm 144:4 : ‘De mens lijkt op een zucht (ons woordje ‘hebel’, Abel), zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw…’
U kent ongetwijfeld ook de uitdrukking die we terugvinden bij Prediker en die vaak vertaald wordt als ‘ijdelheid der ijdelheden’ (NBG). Een betere vertaling zou echter zijn ‘een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig…’ (HSV), want ons woordje ‘hebel’ (Abel) komt ook hier, bij Prediker, terug (‘hebeel habelim’)! Het menselijke leven is een zucht, o zo kortstondig,…
Hoe toepasselijk is die naam Abel niet : zo kort leeft de mens. En Abel werd wel vermoord en misschien denkt u : ach was dat niet gebeurd had hij ‘lang’ kunnen leven… Maar wat is ‘lang’, broeders en zusters? Zeventig, tachtig jaar? Is dat lang?… Werkelijk?…

Deze twee namen : Kain en Abel, zullen ons de sleutel geven om het verhaal op de juiste wijze te begrijpen. Kain : (zelf gepresteerde) verkregen bezittingen, en Abel : lucht, het korte leven, het o zo ‘onbelangrijke’ eigenlijk.

Kain nu werd een landbouwer staat er geschreven (‘bewerker van de aardbodem’), en Abel werd een ‘herder van kleinvee’. En dit begin van het verhaal, broeders en zusters, deze geboorte van nieuw leven en het opnemen van hun belangrijke taken op deze wereld, is een hoopvol begin! Dit is belangrijk om op te merken, want het toont ons de genade van deze God. Ondanks de zondeval, ondanks het falen van Adam en Eva, is God daar onzichtbaar in hun midden met zegeningen! Eigenlijk verdienden ze de onmiddellijke dood… maar zo is God niet. Nieuw leven, de geboorte van Kain en Abel, een nieuw begin… hoop! En een heel belangrijke belofte van God Zelf : (Gen 3:15) ‘En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar nageslacht. Dat zal u de kop vermorzelen…’ De belofte dat het kwaad eens de kop zal vermorzelt worden! Wat kunnen wij anders doen dan hopen op deze belofte van God zelf? Dit is geloof!…
En misschien dacht Eva wel aan deze belofte van God Zelf toen ze Kain baarde : zal deze zoon die ik gebaard heb de kop van de slang (het kwaad) vermorzelen? Is het misschien deze die we verwachten??…. Laten we deze belofte ook in gedachte houden wanner we verder gaan met ons verhaal.

Want wat blijkt? ‘Godsdienst’ komt in de wereld! Zowel Kain als Abel brengen een ‘offer’ aan deze God van die wonderlijke belofte. Voor ons die de bijbel kennen lijkt dat misschien zo evident dat we erover heen lezen. Maar vergeet niet : dit is het eerste ‘offer’ van mensen aan God! En daarom uitermate belangrijk om godsdienst (‘religie’) en ware eredienst uit elkaar te houden! Want Kain valt in de valstrik van religie en Abel brengt ware eredienst. Het is heel erg belangrijk voor ons om te gaan zien waar het fout loopt : waarom wordt het offer van Kain niet aanvaard en dat van Abel wel?…

Laten we eerst en vooral toch ook vaststellen dat beide broers ‘godsdienstig’ zijn! We leven in een tijd van atheisme waardoor we wel eens durven denken dat ‘godsdienstige’ mensen automatisch de ‘goeie’ zijn en de atheisten de ‘slechte’. Zo werkt het helemaal niet. Ik zou zelfs durven beweren dat zowat alle mensen op één of andere manier ‘godsdienstig’ zijn (in de breedste zin van het woord) (zelfs de zogenaamde atheisten)… de vraag is alleen : in wat geloven ze? Waar stellen ze hun vertrouwen op?… In het geval van de atheisten zal dat bijvoorbeeld zijn : ze vertrouwen op ‘de mensheid’, of geloven in ‘het goede’…. Je kan zelfs vertrouwen op ‘jezelf’, en zo komen tot zelf-rechtvaardiging. Ja, de mens is inherent godsdienstig : dat wil zeggen : de mens stelt zijn vertrouwen altijd op iets.

‘En het gebeurde na verloop van dagen dat Kain van de opbrengst van de aardbodem aan de HEERE een offer bracht. Ook Abel bracht een offer, van de eerstgeborenen van zijn kleinvee en van hun vet… De HEERE nu sloeg acht op Abel en op zijn offer, maar op Kain en op zijn offer sloeg Hij geen acht. Toen ontstak Kain in grote woede…’ (verzen 4-5).
Waarom aanvaardde God het offer van Abel maar niet dat van Kain?? Als je ‘t oppervlakkig leest staat er geen enkele aanwijzing in om dat te verklaren. Het lijkt eigenlijk, menselijk gesproken, zelfs volledige willekeur van God te zijn… De sleutel tot het juiste begrijpen ligt natuurlijk in de namen die we daarstraks even belicht hebben!

‘Kain’ betekent ‘verkrijgen’, en daarom staat het ook voor ‘bezittingen’, en vooral die bezittingen die door eigen kracht, eigen prestatie verkregen zijn. En dat is het wat Kain offerde aan God. De landbouwproducten die Kain offerde beschouwde hij zelf als verkregen door eigen prestatie, eigen inzet! “Zie God, wat ik U breng : dit heb ik gedaan voor U! Heb ik dat niet ‘goed‘ gedaan?… Is mijn prestatie niet beter dan dat van een ander?”… Zelf-rechtvaardiging, broeders en zusters… Hoe snel sluipt het niet in onze harten binnen… En dit is de mens, zo bent U, zo ben ik, van nature. We verheffen ons boven de naaste. Je kijkt naar je naaste (je broeder Abel) en je veroordeelt hem, en je rechtvaardigt jezelf. Dit is de essentie van wat ‘zonde’ is… ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’, zal Kain vragen. En dat is precies wat we moeten zijn!

Dit verklaart meteen ook de ‘grote woede’ van Kain (in vers 5 : ‘Toen ontstak Kain in grote woede…’). Waarom die grote woede?.. omdat hij zich tekort gedaan voelde door God! Had hij dat toch maar even mooi gepresteerd dat offer… en God apprecieerde het niet! Hoe durfde God zoiets te doen? Kain had recht op de dankbaarheid van God…. Dacht Kain, vanuit zijn zelf-rechtvaardiging.

Het offer van Abel daarentegen is geheel anders. Herinner U de naam Abel : ‘lucht, leegte, het korte korte leven van de mens, ijdelheid der ijdelheden, zo vluchtig…’ En welk is het offer dat Abel bracht?… ‘Ook Abel bracht een offer, van de eerstgeborenen van zijn kleinvee…’ Het Hebreeuwse woord (tso’n) betekent ‘kleinvee’, en daar worden schapen en geiten mee bedoeld, maar vaak wordt het met ‘schapen’ vertaald (NBG). En hoe noemen we het eerstgeborene van een schaap?… Een ‘lam’ toch… Abel offerde in feite een lam. Het bloed van het lam reinigde Abel van zijn zonden voor God.

Leviticus 17:11 : ‘Want het leven… is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt!’… Hoe wonderlijk staat het daar : dat God zegt : ‘Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven…’ Dat OT-zinnetje krijgt zo’n nieuwe betekenis vanuit het NT! Al die offers van het OT, waar dieren geofferd werden tot verzoening van zonden, verwijzen naar (zijn een voorafschaduwing van) dat ene offer van het NT : Jezus de Christus en die gekruisigd tot verzoening van al onze zonden. En dit offer van Abel is daar de allereerste voorafschaduwing van! … En daarom aanvaardde God het offer van Abel, omdat Abel zich niet beriep op eigen kracht, op eigen prestatie (zoals Kain dad deed)… maar zich afhankelijk wist van een Ander, die in zijn plaats stierf voor zijn zonden (een plaatsvervangend offer!).

Dit verhaal van Kain en Abel is dan ook het verhaal van valse religie tegenover ware eredienst. Elke onwaarachtige godsdienst steunt altijd op zelf-rechtvaardiging. En we vinden dit in zowat alle godsdiensten en filosofieën terug : telkens wordt je geacht iets te doen zodat je de liefde van de godheid verdient. Je moet bepaalde handelingen verrichten (rituelen volgen op de juiste manier), of bepaalde geloofsregels altijd correct toepassen, een brave burger zijn… en alleen dan pas, door eigen inzet, eigen prestatie, dan pas zal God je liefhebben. Wij doen iets, waardoor God ook iets terug doet. Dit is het kenmerk van valse religie…

Abel zag het anders (en zo zou elk christen het ook moeten zien) : het Lam dat voor mij gestorven is, plaatsvervangend, en al mijn schulden droeg, heeft mij onvoorwaardelijk lief! Daarop, en alleen daarop, kan en mag ik mijn vertrouwen stellen. ‘Dit hebt Gij voor mij gedaan, wat heb ik ooit voor U gedaan?’ (Zinzendorf)… Wij zijn afhankelijk van genade, wij hopen op de belofte ons gegeven

Broeders en zusters, wij waren allen eens Kain, en zo makkelijk keert hij ook terug in ons leven. Wees op je hoede voor de hoogmoed van zelf-rechtvaardiging! Wordt een Abel iedere dag van je leven. Wees nederig, kom tot het besef van je kleinheid voor God en de kortheid van het leven. Stel je vertrouwen op de beloftes van God ons gegeven in de bijbel (ons enigste houvast)! Stel je vertrouwen op die Ander die voor ons stierf aan het kruis van Golgotha, zoals het Lam dat Abel als offer bracht!


Voorbede.

Hemelse Vader,

Breng ons dagelijks tot het besef

hoe gevallen we zijn.

Hoe we steeds iedere dag, elk ogenblik,

tekort schieten in naastenliefde

en aanbidding en verering van U.

Wij smeken U om ons te behoeden

voor de Kain in elk van ons :

dat we steeds maar weer menen dat Uw liefde

alleen maar te winnen is door onze prestatie.

En wanneer we eens wat goeds presteren,

menen we zo snel beter te zijn dan de ander.

Behoed ons voor deze hoogmoed,

die telkens zo snel ons hart binnensluipt.

Maak ons iedere dag tot een Abel,

leer ons nederigheid en vertrouwen.

Leer ons om alleen te vertrouwen

op dat ene Lam dat geofferd werd,

plaatsvervangend voor ons…

Gij hebt beloofd dat het kwaad eens

de kop zal vermorzeld worden.

Schenk ons hoop in onze harten,

om te hopen, te vertrouwen,

op Uw belofte aan ons.

Maak ons tot dragers van die hoop,

zodat wij die mogen uitdragen in deze wereld.

Hoop brengen, liefde en geloof,

aan de naaste in ons leven.

Amen.