Galaten 1 : 11 – 24

Gemeente,

‘Maar toen het Hem, die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd en door zijn genade geroepen heeft, behaagd had, zijn Zoon in mij te openbaren…’
Eigenlijk hebben we hier in dit ene zinnetje de samenvatting van het plan van God tot redding van de mens. En dit plan van redding begint, als we ‘t goed lezen, met de wil van God, Zijn wilsbesluit : ‘Maar toen het Hem… behaagd had…’…

Het is dus niet de mens die het initiatief neemt… het is niet de mens die de wil heeft om tot God te naderen. Redding begint niet met de gehoorzaamheid van de mens, zoals het vaak wordt voorgesteld in sommige kerken!… De bron van onze redding ligt in dit ene zinnetje : ‘Het behaagde God…’ … het behaagt God om mensen te redden (die het niet verdienen)!

Op voorhand worden zulke mensen reeds afgezonderd door God (apart gezet) : daarom dat Paulus schrijft : ‘die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd heeft…’ Nog voor de mens ook maar iets zelf zou kunnen inbrengen (ja, nog voor zijn geboorte!), wordt hij reeds gekozen door God tot redding. In geloof mogen we zelfs stellen dat voor het begin van de tijd God mensen uitkoos tot redding naar Zijn eeuwig wilsbesluit.
Het behaagde God om mensen uit te kiezen van voor het begin der tijden… en wanneer de tijd daarvoor rijp is roept hij die mens ‘door zijn genade’ (staat er). Nog eens benadrukken : genade betekent onverdiend, d.w.z. : zonder verdienste van onze kant. En gehoorzaamheid volgt op de roeping…

Het ganse proces is dus : God neemt initiatief volgens zijn heilsplan, en zondert diegenen af die Hij gekozen heeft… dan pas volgt de onweerstaanbare roeping van de uitverkorenen… en daarna pas volgt de gehoorzaamheid die op zijner tijd de vruchten van de Geest zal dragen (dat is het laatste!)…
Maar al te vaak willen we toch weer de prestaties van mensen, van onszelf, laten meetellen in dit proces… waardoor we de volgorde in het goddellijke plan omwisselen en uitgaan van onze gehoorzaamheid, ons ja-woord op God waardoor dan een relatie tot stand komt, we geroepen worden enz… Hier in Galaten 1 toont Paulus ons echter duidelijk dat we niets in de pap te brokken hebben. Dat het God Zelf is die de relatie begint in genade…

Indien wij nu hier in geloven, dat is : ons vertrouwen daarop plaatsen dat het God Zelf is die ons redt… (waarbij onze eigen prestatie van geen tel is)… dan is dat het bewijs voor ons hart dat het ook zo is. Want zo’n geloof kunnen we enkel verkrijgen door de werking van de Geest in ons. Met andere woorden : het geloof is het teken van onze redding, van onze uitverkiezing.
Geloof je deze dingen… dan ben je gered. Twijfelen hieraan is wel menselijk (zoals wel eens gebeurd in hyper-calvinistische middens), maar ook misplaatst.

Christenen hebben wel eens de indruk dat ‘echte’ gelovigen maar een heel klein, select clubje zijn. Meestal van mensen uit onze eigen kerkrichting uiteraard… Onzin natuurlijk, want ook dan zouden we redding weer beperken tot een menselijke prestatie : je moet tot de juiste kerk behoren, je moet de juiste doctrines aangeleerd hebben, je moet de juiste liturgie volgen enz… da’s weer eigen presteren toch?
Nee, broeders en zusters, het is, Godzijdank, Gods genade die bepaald wie gered worden : ‘Daarnaast zag ik, en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen…’ (Openbaringen 7 : 9).

We zouden over dit ganse heilsplan van God nog lang kunnen doorpraten, maar vanmorgen wil ik mij beperken tot dit cruciale stukje in ons vers : ‘Het behaagde God…’
We hebben hier namelijk, ten eerste, het fundament van genade. De reden waarom Paulus gered werd was namelijk dit : ‘Het behaagde God…’, en de enige reden dat wie dan ook het Koninkrijk zal mogen betreden is wel dit : ‘Het behaagde God…’

En dat dit de enige reden was dat Paulus gered werd mag duidelijk zijn uit zijn leven. Had Paulus ook maar enige verdienste? Allesbehalve, want hij was een vervolger van de kerk… één van die mensen die niet neutraal aan de zijkant blijft staan, zoals de meesten in onze maatschappij. Maar iemand die daadwerkelijk alles er aan deed om maar te zorgen dat de kerk en de christenen in moeilijkheden kwamen. Hij was het die had meegeholpen aan de moord op Stefanus… (Hand 7)… Medeplichtig aan de moord op een onschuldig mens… Of met andere woorden : er was niets in hem wat voor God een aanleiding zou kunnen geweest zijn om hem te redden!… Maar toch : het behaagde God om hem te redden, om hem genadig te zijn!

Ja, er was zelfs niets in Paulus die meewerkte aan zijn bekering… er was geen aarzeling in zijn slechte handelen, geen twijfel aan de eigen motieven. U kent toch de scene : Paulus trots rijdend op zijn paard, op weg naar Damascus… ‘dreiging en moord blazende’ (staat er geschreven)… met brieven op zak om onschuldigen te kunnen mishandelen… … Wie kan hem stoppen op zijn pad van moord en doodslag??
Op die weg naar Damascus grijpt God genadig in : draait hem 180° graden om : ziende wordt hij blind. Dat wil ook zeggen dat hij die meende te ‘zien’ (de waarheid zien) nu inziet hoe blind hij eigenlijk wel was. Het is niet door één of ander denkproces dat Paulus tot dat inzicht kwam, niet door één of ander intellectueel begrijpen of moreel inzicht… het werd hem gegeven in genade : openbaring!…

Drie dagen lang kon hij niet zien, en hij at of dronk niet… Of, met andere woorden, hij was eigenlijk als dood. En na die drie dagen werd hij gedoopt : of met andere woorden : zoals Jezus drie dagen in het graf lag en daarna tot opstanding kwam… zo kwam ook Paulus van dood naar Leven!
En dat dus niet van uit eigen kracht, maar dit alles gebeurde zoals God het wilde, zoals het God ‘behaagde’ zouden we kunnen zeggen.

Zo komen we natuurlijk tot de eeuwige vraag : waarom de één wel en de ander niet? Waarom kiest God de ene mens in genade, en schijnbaar de ander niet?… Het is onmogelijk het heilsplan van deze oneindige God met ons eindig verstand te doorgronden. God volgt niet de weg van ‘het goede’, zoals menselijke filosofen die bepaald hebben… maar datgene wat God doet is goed, omdat Hij het is die het doet!

Ik meen, dat wat we hier hebben, één van de meest essentiële christelijke geloofswaarheden betreft : en daarom ook is het de meest onbegrepen waarheid. De waarheid waar bijna alle mensen aanstoot aan nemen… Zij menen dat ook God onderworpen moet zijn aan het Goede… dat ook God verantwoording moet afleggen, bepaalde regels moet volgen… Onzin natuurlijk : God is God. Niemand en niets kan zich meten met Zijn majesteit… Mensen willen wel een god, maar geen God…

God hoeft zich niet te verantwoorden aan ons… Hij spreekt en het gebeurd! Wie zijn wij dat we aanmerkingen zouden hebben op zijn heilsplan?… God als pottenbakker mag doen met het klei wat Hij maar wil. Zo simpel is dat… God heeft het Recht om te doen wat Hij wil… kunnen we het doorgronden, des te beter… kunnen we het niet doorgronden… daarom is het nog niet minder zijn Recht.
In onze menselijke oren klinkt dit als een dictator… alles en iedereen ten prooi aan willekeur (jij gered, jij niet gered, naargelang het God toevallig goed uitkomt enz…). Vergeet echter niet dat we te antropomorf (te menselijk) denken over deze God : we plakken onze eigen tekortkomingen ook op Hem. Maar God is niet alleen Majesteit, Hij is ook Rechtvaardig.
God kan niet onrechtvaardig handelen, want wat Hij ook doet is Rechtvaardig, omdat Hij het doet.

Mocht er iemand verloren gaan… dan zal dat rechtvaardig zijn en het is niet aan ons om hierover te oordelen. Vergeet niet, broeders en zusters, dat die Majesteit en die Rechtvaardigheid van deze God ook altijd samen met Genade beoefend worden… Ja, onbegrensde Liefde… Als mensen kunnen we ons eigenlijk niet voorstellen wat dat betekent….
Dus met andere woorden : veel van de tegenstand tegen de leer van uitverkiezing en genade komt voort uit het niet begrijpen van God. Noch Zijn Majesteit, noch Zijn Rechtvaardigheid, noch Zijn Genade…

Mensen hebben d’r geen zicht op… en als we soms een glimp mochten opvangen van deze wonderbaarlijke dingen, dan is het de Geest die het ons schenkt! De mens wil ook altijd alles begrijpen, beredeneren met zijn kleine hersentjes… maar deze geloofswaarheid is alleen maar te geloven… je stelt je vertrouwen erop, zelfs al begrijp je het niet (of niet volledig) : gaat een mens verloren, dan kunnen we de Rechtvaardige God daar niet van beschuldigen (want Hij is rechtvaardig)… wordt iemand gered dan moeten we de Genadige God daar alle eer voor geven (want Hij is genadig).
Als één iemand van ons gelooft… dan is het omdat het ‘God behaagde’ dat we zouden geloven.

En zo komen we op het tweede puntje : ‘het behaagde God’, is het fundament van genade en kan niet anders zijn dan het fundament van onze nederigheid. Dat volgt logisch uit het eerste : het is Gods genade die ons redt. Alles wat we zijn, alles wat we hebben (talenten…)… hebben we te danken aan deze God. Bijgevolg is het onmogelijk jezelf beter te achten dan een ander. Doe je dat wel, dan zondig je… Je bent misschien intelligenter dan een ander op een bepaald gebied… maar dat talent heb je gratis gekregen… Je bent misschien handiger dan een ander op een bepaald gebied… maar dat talent heb je gratis gekregen… Je bent misschien gered en een ander niet… maar dat talent heb je gratis gekregen…

Dat is wat bedoeld wordt als er in de bijbel staat dat er niets is waarop je zou kunnen roemen…
Er rest ons alleen nederigheid… Hoe moeilijk is deze boodschap niet? Voor mezelf, voor U….
Wat voor talent we ook hebben : het behaagde God… Zodat Paulus kan zeggen : ‘Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben…’ (1 Kor 15:10). Hoe meer je ontvangen hebt (en naast allerlei talenten rekenen we daar dus ook redding bij), hoe groter je schuld bij God.
Christen zijn kan dus niet betekenen dat we bij de pakken blijven zitten. Maar actief zijn in de kerk naar de talenten die je ontvangen hebt (en die zijn heel verscheiden naar de mens).

‘Het behaagde God’ is dus fundament van genade, en de reden tot nederigheid voor de mens. Ten derde is het ook : ons fundament van hoop. Want wat bakken wij er van, als mensen? In de kerk? In ons persoonlijk leven?… Niet teveel denk ik zo (zeker als ik naar mezelf kijk)… En toch behaagt het God om mensen zoals Paulus te redden, te veranderen… van moordenaar naar dienaar.
Wel zo is het ook met U en mij : wat je ook gedaan hebt (of niet gedaan hebt) het behaagt God om U te redden. Wie vertrouwt op de Rechtvaardige Genade van deze Majesteit, ja van zo iemand heeft God het behaagt hem of haar te redden… van dood naar Leven… te veranderen, nederig te maken, zich in te zetten voor anderen… Stel U vertrouwen hierop : dat het God behaagt U te veranderen.

Voorbede.

Hemelse Vader,

Wij willen nederig buigen voor Uw Majesteit.

Wij willen ons onderwerpen aan Uw Rechtvaardigheid.

Wij willen U danken voor Uw Genade.

Wij willen U danken en Uw Naam prijzen,

dat het U behaagt mensen te redden,

dat het U behaagt mensen te veranderen,

van innerlijke dood naar Leven te brengen.

Waarom hebt U ons uitgekozen van voor het begin der tijden?

Waarom hebt U ons geroepen?

Wij begrijpen het niet Vader… en hebben er geen zicht op.

Schenk ons geloof, schenk ons vertrouwen!

Geef ons kracht om te handelen

naar onze talenten die U ons gegeven hebt.

Alles wat we zijn, alles wat we hebben,

hebben we te danken aan U.

Leer ons om dan ook niet te oordelen,

Leer ons om de ander niet te minachten,

Ons niet meer te achten dan onze naaste.

Wij zijn niets Vader,

alles wat we zijn, zijn we door Uw genade.

Wij bidden U dat het U mag behagen,

deze morgen, dat we Uw licht mogen uitdragen in deze wereld.

Amen.