Gemeente,
‘blijft… uw behoudenis bewerken met vreze en beven, want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.’ (NBG).
‘Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt.’ (NBV).
Geen makkelijk vers… Moeilijk omdat we al te snel de verkeerde conclusie trekken (en daar zit de nederlandse vertaling helaas voor een stuk tussen). Als je ‘t namelijk oppervlakkig leest dan krijg je de indruk dat je moet werken om gered te worden… dat je je moet inspannen om behouden te worden… (‘blijf u inspannen voor uw redding…’ NBV).
Dat is helemaal niet wat er staat. In die zin is de NBG vertaling misschien de betere : je moet namelijk ‘bewerken’ wat er al is, je redding. Als je bijvoorbeeld een stuk hout ‘bewerkt’ om er een stoel van te maken, dan ontstaat dat hout niet spontaan omdat je ‘werkt’! Nee, het hout is er al, en je ‘bewerkt’ het zodat er iets nuttigs uit dat hout mag ontstaan, namelijk een stoel… ‘Be-werken’ wil dus zeggen : werken met iets dat al aanwezig is.
Want de redding zelf is in genade geschonken (daar zitten wij voor niks tussen)… maar nu moet je die redding ook vorm geven in je leven (Grieks ‘katergazomai’ : het doen van iets wat leidt tot resultaat) : je moet de redding ‘bewerken’ zodat het van passief ‘aanwezigheid-in-je-binnenste’ tot iets actiefs wordt in je leven zodat resultaten zichtbaar worden. Vandaar dat sommige vertalingen ook ‘uitwerken’ hebben : je moet naar buiten toe uitwerken wat van binnen al aanwezig is : je redding.
Eigenlijk gaat de schrijver uit van de tweedeling die we ‘rechtvaardiging’ en ‘heiliging’ noemen.
‘Rechtvaardiging voor God’ (de redding) is iets wat we ontvangen in genade (‘Het is volbracht’) : wij kunnen daar niets aan- of toevoegen. Maar er is ook ‘heiliging’ : dat is het ‘uitwerken’ in je leven van die redding die in ons is, maar zich niet automatisch toont aan de buitenwereld. Hier moet de christen (keihard) ‘werken’ om die genade die hij ontvangen heeft, te delen met zijn naaste… dat gaat echt niet vanzelf… (dat is het waar Jacobus over praat in z’n brief).
De redding is het ‘fundament’ (geschonken door Christus). Dat fundament ligt er al (dit is wat we geloven! Hierop moeten we vertrouwen!)… maar nu moet er ook op gebouwd worden (werken!). Sommige christenen bouwen slechts een hutje van stro (ze ondernemen eigenlijk niets voor de glorie van God… laat de anderen het maar doen), anderen trachtten een kasteel te bouwen (die misschien wel nooit afraakt, maar ze proberen toch maar)… Laten we dan trachten zo stevig mogelijk te bouwen! Dat is onze taak hier op aarde (werken!)…
Werken en geloof zijn dus helemaal niet tegengesteld! Ze liggen in elkaars verlengde : eerst geloof en daarna (onstuitbaar) werken!
Dat is het eerste puntje waar ik even bij wil stil staan : wat moet er dan uitgewerkt worden?… ‘jouw behoudenis, je eigen redding’, staat er geschreven… Heel wat christenen trachtten zich maatschappelijk te engageren… ze zorgen voor armen, politieke vluchtelingen… maar ze vergeten de zorg voor zichzelf, vergeten het ‘bewerken’ van de eigen ziel. Let op, laat ik duidelijk zijn : er is niets mis met maatschappelijk engagement… Ja, meer nog, het is zelfs een noodzakelijke tweede stap! (Iets wat door heel wat christenen vergeten wordt die enkel maar bezig zijn met hun ‘persoonlijk heil’). Maar die tweede stap kan maar genomen worden wanneer we eerst onze eigen redding ‘bewerken’.
Wat bedoel ik daar mee?… Wel… hoe kan je de waarheid verspreiden in deze wereld, deze maatschappij… als je zelf niet op zoek bent naar die waarheid? Als je zelf niet dagelijks worstelt met de waarheid die in de Schriften geopenbaard wordt? Of met andere woorden : hoe zou je de maatschappij kunnen helpen als je ook geen tijd vrijmaakt voor bijbelstudie en persoonlijk gebed?… Dat gaat niet! Dat kan niet!
Hoe kan je bezig zijn met splinters te verwijderen uit het oog van de medemens, als je je niet bewust bent van de balken in je eigen ogen (en dus tracht die dingen bij jezelf te verwijderen)?…
Dit is het waar we aan moeten ‘werken’ voor we de wereld willen verbeteren!
Petrus toont ons de juiste volgorde in zijn tweede brief (2 Petrus 1:7) : ‘… door uw geloof (1) schraag je de deugd (2), door de deugd de kennis (3), door kennis de zelfbeheersing (4), door zelfbeheersing de volharding (5), door volharding de godsvrucht (6)(nu pas komen we aan ‘vruchten’ naar buiten toe), door godsvrucht de broederliefde (7), en door broederliefde de liefde jegens allen (8).’
Merk op hoe het van het ‘zelf’ uitgaat naar buiten toe : dit is wat Paulus ook bedoeld met zijn ‘bewerken’, ‘uitwerken’… de redding die reeds in je is uitwerken naar buiten toe zodat het (uiteindelijk, als laatste stap) vruchten mag dragen in de maatschappij (zeer zeker!).
Heiliging is, als het goed is, een groeiproces : leren afsterven aan de zonde die in je is en ondertussen de ‘vruchten’ die God wil, laten toenemen in je leven… Ook de vruchten in het maatschappelijk engagement… maar die zijn zinloos en zullen ook niet blijvend zijn, als je de redding die in je is niet ‘bewerkt’ in je zelf.
De schuld van zonde in ons leven is reeds overwonnen door Jezus Christus, de gekruisigde… maar weet, broeders en zusters, dat we keihard zullen moeten werken (!) om de kracht van de zonde die nog in ons rest, te overwinnen! En dat is een strijd die we levenslang moeten voeren!
Het tweede puntje waar ik even wil bij stil staan is : aan de hand van welk ‘model’ moeten we werken? Hoe moeten we te ‘werk’ gaan? Je kan niet zomaar lukraak wat doen, op goed geluk… We hebben een ‘model’ nodig om naar te streven. Welnu, de handleiding om dat te bereiken geeft Paulus in de eerste verzen van onze tekstlezing (verzen 1 – 5).
De grootste richtlijn die Paulus ons geeft is : wees eensgezind (vers 2)(als christenen). Het Griekse woordje betekent zoveel als : voelen en denken op dezelfde bescheiden (!) manier, wat ook ‘wijsheid’ wordt genoemd. Je eigen opinie mag je bescheidenheid ten opzichte van anderen niet overschaduwen.
Als je ‘t dus op z’n Grieks bekijkt dan kan je en mag je van mening verschillen met een medechristen… maar… dat kan nooit leiden tot ruzie, of discussie!… Want christenen moeten eensgezind zijn… In wat? In wijsheid, en dat is bescheidenheid.
Dat wordt dan ook uitdrukkelijk vernoemd in vers 3 : ‘zonder zelfzucht of ijdel eerbejag, doch in ootmoedigheid achtte de een de ander uitnemender dan zichzelf…’ Bescheidenheid! De ander beter achten dan jezelf…
Ach, hoever zijn we daar niet van verwijderd, broeders en zusters…
Dit, de strijd met onze trots, is iets waar we ons ganse leven mee bezig kunnen zijn! Dit is het ‘bewerken’ van de redding die in ons is. Deze worsteling met onze trots, onze hoogmoed, is het proces van ‘heiliging’ in ons leven.
Je eigen geestelijke schoonheid voor God kan gemeten worden aan de hand van de manier waarop je naar andere christenen kijkt. Klagen dat er geen ‘heiligen’ meer zijn in de kerk… toont ons dat je zelf allesbehalve ‘heilig’ bent. Wanneer je klaagt dat er geen liefde is in de kerk, dan toont ons dat er geen liefde meer is in je eigen hart… Wat je denkt van anderen, toont ons hoe je zelf bent… Met het oordeel waarmee je anderen meet, zul je zelf geoordeeld worden…
‘Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was…’ (vers 5). Ja, Jezus is dan ook het perfecte ‘model’, het grote voorbeeld waarnaar we moeten streven in dit leven. Het grote voorbeeld, het model van bescheidenheid en nederigheid. God die het niet te min achtte om mens te worden… de Schepper die schepsel werd. De Koning die dienaar (slaaf) werd. Het perfecte model van nederigheid!
Als derde en laatste puntje wil ik even stil staan bij de belofte en de hoop die Paulus ons hier schenkt in deze verzen. Blijf die redding die in je is bewerken, ‘want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt…’
Waarom doet God dat alles?… Het is om Zijn ‘welbehagen’ staat er. Dat wil zeggen… De logica, de causaliteit van het ‘waarom’ kennen we eigenlijk niet. Het is ondoorgrondelijk voor ons mensen. Het is een mysterie… Het is daarom ‘genade’ voor ons mensen dat Hij dit wil doen. Het had ook anders gekund… en eigenlijk verdienen we het ook anders. We verdienen niets anders dan de dood (waar we zelf voor gekozen hebben).
Maar om één of andere reden (‘Zijn welbehagen’) kiest God er toch voor om mensen te redden.
Dit is Zijn belofte en de bron van alle hoop : aangezien het Zijn welbehagen is (en niet ons presteren) is het ook onmogelijk dat we verloren gaan als christen. Zou God kunnen falen in hetgeen Hij begonnen is in jou??… Onmogelijk!
Daarom maakt Hij niet alleen een nieuwe schepping in je (de nieuwe natuur), maar zelfs het willen om te doen wat God wil, en het werken dat daaruit voortvloeit, wordt door God in je gewerkt.
Want… laten we eerlijk zijn ten opzichte van onszelf, broeders en zusters…
Als we uit onszelf, op eigen kracht, proberen onze fouten ten opzichte van onze naaste recht te zetten… als we uit onszelf proberen om onze zonden te laten afsterven… lukt dat enigszins in uw leven?… Willen we dat eigenlijk wel, diep van binnen?…. (Ik ken mijzelf, helaas, maar al te goed).
‘…God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt…’ Hier wordt ons hulp beloofd : God die ons helpt in een levensoefening die te zwaar is voor ons om zelf tot een goed einde te brengen. Wij kunnen dat niet uit onszelf!
Maar Hij kan dat wel! En Hij helpt ons. Hij helpt ons te ‘willen’, dankzij de nieuwe natuur die Hij in ons geschapen heeft. En Hij helpt ons te ‘werken’ : dat we kracht mogen ontvangen om de nieuwe wil die in ons is te ‘bewerken’ zodat ze ook ‘vruchten’ mag en kan dragen in ons leven.
Hij werkt in ons de wil en het verlangen naar heiligheid. Dat zit niet in onszelf, maar is Zijn verlangen in ons. Hij werkt in ons de overtuiging dat zonde in ons leven moet afsterven. En zelfs al lukt dat niet onmiddellijk, het verlangen is er. Hij werkt in ons ook… pijn en de ondraagelijk belasting van schuld wanneer we (weeral) zondigen (onvermijdelijk). Hij werkt in ons de vastbesloten overtuiging dat we niet opnieuw gaan vallen voor diezelfde zonde in ons leven (zelfs al gebeurd het morgen opnieuw omdat wij als mens voortdurend tekort schieten).
Wanneer je weeral wanhoopt omdat je tekort schiet… om dat je veel minder heilig bent dan je wel zou willen… geloof… vertrouw op de kracht die God in je ‘wil’. Besef ten volle de liefde van deze God voor je. Om je in Zijn hand te houden zal deze God zelfs het ‘willen’ in je willen en het ‘werken’ in je werken! Eénmaal behouden en gered zal Hij je nooit loslaten.
Voorbede.
Hemelse Vader,
leer ons te geloven, te vertrouwen
dat redding reeds geschonken is door U in genade.
Dat het niet afhangt van wat wij ook maar presteren.
Maar leer ons ook dat er wel degelijk ‘gewerkt’ moet worden…
Geef ons de kracht die we dagelijks nodig hebben,
om die redding die er al is in ons,
ook uit te werken naar buiten toe.
Dat wij die redding, die rechtvaardiging,
ook leren bewerken tot heiliging,
tot vruchten in ons leven die eer en glorie geven aan U, Vader.
Zonder Uw hulp kunnen wij onze tekorten nooit overwinnen…
Zonder Uw wil in ons dwalen we af naar allerlei afgoden…
Zonder Uw kracht falen we voortdurend in ons werken…
Wij danken U dat U ons verlost hebt van de schuld van zonde,
verlos ons nu ook van de kracht van de zonde,
die nog steeds zo’n invloed heeft in ons leven.
Dat we tot het besef mogen komen dat we niets hebben
om over te roemen… dat we niets hebben
waardoor we ‘beter’ zijn dan een ander.
En wanneer dan Uw wil in ons is,
en Uw werken in ons gewerkt wordt,
laat ons dan ‘vruchten’ dragen tot Uw eer en glorie.
Vruchten van persoonlijk heil,
maar ook vruchten in relatie met de naaste…
En laat ons daar niet stoppen…
maar laat ons zo komen tot maatschappelijk engagement…
zorg voor de minstbedeelden, de zieken, de armen, de vluchtelingen…
Naastenliefde in Uw Naam.
Amen