Exodus 20 : 18 – 21 + Ex. 32 : 25 – 35
Gemeente,
‘Het volk nu bleef van verre staan, maar Mozes naderde tot de donkerheid waarin God was.’
Het volk verkrijgt de Wet… niet begeleidt met de zoete geluiden van een harp of een engelenkoor… maar met donderslagen vanop een rokende berg. En zo staat die Wet ook ten opzichte van ons geweten en ons hart… Als de Geest van God ons de Wet werkelijk toont, openbaart in ons leven, dan is dat als donderslagen in ons hart, zodat we alleen nog samen met Habakuk kunnen uitroepen : ‘Toen ik het hoorde, beefde mijn binnenste; op het gerucht daarvan sidderden mijn lippen; bederf kwam in mijn gebeente…’
En God heeft het ook zo bedoeld, dat als we kijken naar die vlammende Wet van God, dat we alle hoop laten varen om gered te worden door het volgen van die weg : de werken van de wet.
Het is op deze gebeurtenis bij de berg Sinai, dat God heel dicht bij de mensen kwam, dichter dan ze blijkbaar konden verdragen… Het naderen van God bracht niets anders dan vrees en beven voor de mens. ‘Het volk bleef van verre staan… ‘God spreke niet met ons, opdat wij niet sterven’ (riepen ze)’.
Het is een nogal moderne opvatting om God alleen te zien als liefde, als een goeie kerel met een grote aaibaarheidsfactor. Laten we de mensen niet al teveel schrik aanjagen… ze zouden eens weg kunnen blijven uit de kerk!… Wel, God komt niet altijd tot de gelovige in licht of het zachte suizen van een koele bries (ook dat!)… Het is niet altijd vreugde als God iets openbaart in je leven… ja, het is meestal andersom zou ik zo denken. Denk maar aan Daniel die door God geraakt, opschrijft : ‘… mijn gedachten ontstelden mij zeer, zodat mijn gelaatskleur verschoot en er geen kracht meer in me was…’
Soms vervult God mij met vrees en beven… en dat geldt des te meer wanneer Zijn Wet dicht tegenover mij staat… zoals het volk Israel tegenover de berg stond. De berg van God! Gerechtigheid van bovenaf.
De mens kan daar niet aan be-antwoorden… kan geen antwoord geven aan deze God… de God van de donderende, brandende Wet! Wanneer die heilige Wet voor ons staat als een spiegel… durven we daar in kijken?…
De Wet van naastenliefde is zo puur, zo zonder compromissen… Er is nog geen enkele dag in mijn leven geweest dat ik deze wet hebben kunnen uitvoeren. Het begrijpen van die wet, het ervaren van die wet in ons leven, brengt ons uiteindelijk op de knieen. Het is als het verblindend licht dat Saulus van Tarsus op de grond sloeg… het doet ons roepen om genade!
Ben ik te hard in mijn preek? Stoor ik jullie zondagsrust? Broeders en zusters, laat je doordringen van de Wet, zuig het ieder moment van de dag op als een spons… en je zult wel stoppen met roemen en tevreden zijn over je gemakzuchtig leventje. Het breekt als geen ander je trots en je genoegzaamheid.
Het is de beste manier om te groeien in nederigheid, en dat hebben we allemaal heel hard nodig.
Een mens kan de schittering van het evangelie niet echt ervaren als hij geen zicht heeft op de donkere wolk op de berg Sinai. Veel van de oppervlakkigheid van de huidige kerk komt voort uit het niet ernstig nemen van die goddellijke eis tot gerechtigheid. Ik bid tot God dat we vandaag hier allemaal de Wet mogen leren ervaren in ons leven, en ons falen ten opzichte van die wet, zodat we ons gaan voelen als de Israelieten bij de berg, die de aanwezigheid van de Hoogste niet konden verdragen.
Zodat we het uitroepen als de profeet : ‘Wee mij! Het is mijn einde, want ik ben een mens met onreine lippen’. De zonden van een enkel uur zijn al genoeg om ons tot wanhoop te brengen.
En voor hen die denken : overdrijf toch niet zo, het valt best wel mee met me hoor! Ik steel niet, ik pleeg geen overspel, enz… ik ben een brave burger… Maar gerechtigheid is veel meer dan dat, broeders en zusters : het is niet alleen bepaalde dingen niet doen… het is ook een aantal dingen wel doen! Zoals M.L.King het zei : ‘Het is omdat goede mensen niets doen, dat kwade krachten ongestoord hun gang kunnen gaan’… Bijbelse gerechtigheid is ook actief bezig zijn met naastenliefde. Aha, ik hoor u al verstommen! Hoeveel hebben we niet nagelaten om te doen deze afgelopen week?…
De kruik moet eerst in scherven voor de Pottenbakker er iets nieuws van kan maken.
‘Slechts van horen zeggen had ik van u vernomen, maar nu heeft mijn oog u aanschouwd. Daarom herroep ik en doe boete in stof en as’…. En de Israelieten bleven van verre staan bij het zien van de donderende Gerechtigheid van deze God.
En daarom keren de Israelieten zich naar Mozes! Spreek jij maar, Mozes, met deze brandende God, en kom ons dan alles vertellen!… Hoe vaak waren ze niet in opstand gekomen tegen Mozes, hadden ze hem zelfs willen stenigen… en nu is hij als bemiddelaar plots de grote redder geworden.
Er was nood aan een be-middelaar : iemand die de afstand kon wandelen tussen de mens en God. Iemand die de afstand kon overbruggen. Die terug een brug kon bouwen tussen de Schepper en zijn ontrouw maaksel. Die terug verzoening kon bewerkstelligen tussen die twee, eigenlijk vijandige, partijen… en die persoon was Mozes!
Niemand was zo zachtmoedig als hij, staat er geschreven. Hij was de enige waarvan er in de bijbel geschreven staat dat hij de ‘vriend’ van God was. Hij wordt ook omschreven als de ‘grootste’ profeet. Voor het jodendom is hij trouwens nog altijd in die functie de belangrijkste figuur uit de Tenach. Hij is eigenlijk een bijna bovenmenselijk figuur. God zelf zal hem begraven wanneer hij gestorven is…
En kijk… wat lezen we?… ‘maar Mozes naderde tot de donkerheid waarin God was’. (vers 20:21) En wat lezen we in hoofdstuk 32 : ‘vergeef toch hun zonde, en zo niet, delg mij dan uit het boek dat Gij geschreven hebt…’ !
Iets waar veel mensen overheen lezen, maar o zo bijbels, o zo belangrijk! Hij was bereid zichzelf te offeren om verzoening te verkrijgen tussen God en mens! Dit is de kern van het evangelie.
Maar ook Mozes maakte een fout. Ook hij schoot tekort. Ook hij kon het beloofde land niet binnenkomen…
Was Mozes zonder fouten geweest dan was hij de Messias geweest!… God zou het offer aanvaard hebben. Verzoening zou een feit geweest zijn tussen God en zijn volk, dankzij Mozes. Maar de mens schiet altijd tekort… ook Mozes… zelfs Mozes, de vriend van God. En de mensheid moest nog wachten op de volmaakte Messias, de volmaakte bemiddelaar… En ook Jezus naderde, net zoals Mozes, de donkerheid waarin God was. Ook Jezus ging de duisternis in… en Hij kwam terug uit de duisternis… met het offer aanvaard!
Eigenlijk is Mozes dus een beeld van de komende Jezus, zoals vaker in het OT beelden staan van NT-ische zaken. Ook Jezus brengt het volk van gelovigen naar het beloofde land… ook hij wil zich opofferen om verzoening te verkrijgen tussen God en het volk… ook hij brengt ons de wet van God : dat is : hij interpreteert voor ons de wil van God… Hij is onze leider door deze levenswoestijn op wie we ons vertrouwen moeten stellen willen we aan de overkant komen.
Het is dankzij onze angst en beven voor de Rechtvaardige Wet van God dat we reikhalzend komen tot de middelaar : Mozes, Jezus! Als je uiteindelijk van jezelf denkt dat je wel goed genoeg bent voor God (een typisch hedendaags verschijnsel)… als je denkt dat je wel alleen die berg Sinai kunt beklimmen om tot bij God te komen… dan heb je die middelaar ook niet meer nodig natuurlijk… Althans dat is dus wat mensen denken die zich van hun tekortkomingen niet bewust zijn. Ja, God walgt van de ondraaglijke lichtheid van de huidige kerk.
En daarom is er dus de Wet (om die tekortkomingen duidelijk te tonen)… daarom is er donder en bliksem op de berg Sinai…de duisternis van de wolk… het brandende vuur… de mens is ver, ver verwijderd van deze God. De mens heeft de bemiddelaar broodnodig. Hij is de enige levende weg tot deze brandende God. Mozes in het OT, Jezus in het NT.
Besef je falen, nader tot de middelaar!… Vrees en beven voor God ploegt diep, zodat geloof kan zaaien en liefde kan oogsten. Maar zonder die vrees en dat beven voor God verzanden we in stijfburgerlijk humanisme… Het is vrees en beven die ons bidden passioneel maakt en niet oppervlakkig… Het is vrees en beven die ons doet verlangen naar de uitleg van het Woord, een echte verkondiging… Het is vrees en beven die mij doet preken… Hoe zou ik ooit voor God durven verschijnen na falende verkondiging?…
Ik noem maar enkele dingen, broeders en zusters… Maar geloof kan en mag geen routine worden. Het is een opdracht, een taak op leven en dood.
Ja, het is liefde van God dat we lijden in de woestijn, dat er geen vanzelfsprekendheden zijn… dat er donder en bliksem is in ons leven. Ja, het is liefde van God dat we onszelf voortdurend moeten bevragen. Het is aan hun vragen dat je een christen herkent (niet aan hun antwoorden).
Het is denk ik, een belangrijk inzicht om te begrijpen dat God in ons leven spreekt met donder en bliksem : het lijden dat we mee maken, de vele dingen die toch zo fout kunnen lopen, de miserie van ons bestaan… ook daar spreekt God tot ons…maar tracht dus naar die dingen te kijken in geloof, niet in angst.
Want wat zijn de eerste woorden die deze brandende God spreekt vanuit donder en bliksem tot de angstige Israelieten? ‘Ik ben de HERE, uw God, die jullie bevrijd heeft uit Egypte, het land van slavernij’. Bevrijding uit het slavenhuis. Het zijn woorden van liefde die komen uit de donder en bliksem. Woorden van liefde uit het vuur dat soms woedt in ons leven. Dat er ellende is in ons leven is niet bedoeld om ons te straffen… maar om ons te tuchtigen (nog zo’n woord die de moderne mens niet zo graag hoort).
Een heel erg moeilijke les voor elk christen is de filosofie van Job : ‘De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd’…en verder zegt Job : ‘zouden wij het goede van God aannemen en het kwade niet?’
God spreekt vaak ruw in ons leven… maar toch is Hij dezelfde God die ons bevrijdt heeft van onze slavernij aan de afgoden in ons leven. Die ons geleidt heeft door water heen (de doop) naar de woestijn van ons leven op weg naar het beloofde land. Maar we zitten dus wel in een woestijn : zo is ons leven hier op aarde. Een moeilijke tocht waarin God zich aan ons toont als een onbegrijpelijke duisternis met donder en bliksem… En in die wanhoop toch van die woestijn, en die duisternis, en die donder… zie daar is Mozes! Zie, daar is Jezus! Onze middelaar. Gestorven, zodat wij kunnen leven…
Zijn liefde voor ons is dus een zekerheid, zelfs al lijkt het vaak heel ver weg in ons leven. Maar het is aan de hand van die redding van zonde en dood, dat we elk gebeuren in ons leven moeten interpreteren… zelfs elke pijnlijke gebeurtenis… moeten we trachten te ontsluiten, te begrijpen met de sleutel van Zijn eeuwige liefde voor ons. En als we zo leren zien naar de problemen en het lijden in ons leven, dan wordt elke droeve lijn in ons leven draaglijker, zoeter…
‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe’. Wie Jezus volgt door de levenswoestijn (zoals de Israelieten Mozes volgden), ondanks de donder en de bliksem die ons zo’n angst aanjaagt, die zal komen in het beloofde land.
Dat is de hoop ons verkondigd : Jezus, net als Mozes in het OT, onze middelaar bij God.
Amen.