Efeziërs 1 : 15 – 23

Ef. 1 : 15 – 23 + Jozua 3 : 7 – 17

Gemeente,

‘… en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven…’

De apostel Paulus had de gemeente in Efeze gesticht (dat kunnen we lezen in Handelingen 19), maar was daar al een aantal jaren niet meer geweest. En blijkbaar waren er veel nieuwe christenen bijgekomen die Paulus zelf nooit had gekend. In het begin van de brief verteld hij dan dat hij van hun grote geloof gehoord heeft en van hun liefde voor de naaste.

‘Daarom (om die reden) houd ook ik, gehoord hebbende van uw geloof in de Here Jezus en van uw liefde tot de heiligen, niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden…’ (vers 15).

Dat moet voor de christenen in Efeze heel erg bemoedigende woorden geweest zijn. De grote apostel Paulus heeft gehoord van hun groot geloof, van hun liefde…

Misschien vraag je je nu af : wat betekent ‘om die reden’ (daarom)? In de verzen 3-14 vinden we in het Grieks één lange zin, waarin Paulus beschrijft wat alle christenen bezitten in God, alles wat Christus verricht heeft in hun leven, en de grote waarheden van het christendom. Zodat ze kunnen begrijpen (verstandelijk) wat God voor hen gedaan heeft. Daarom (om die reden), zegt Paulus, heeft hij voor hen gebeden. In vers 17 geeft Paulus dan de inhoud van zijn gebed voor de christenen te Efeze.

‘… opdat de God van onze Here Jezus Christus… u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen…’ Dit is eigenlijk het doel van elk christelijk leven toch : God beter leren kennen!

En dus moeten we ons voortdurend afvragen : gebeurd dat in ons leven? Leren we God iedere dag beter kennen?

Dit is een bijbels principe dat heel erg belangrijk is voor ons : wij zijn gemaakt naar het beeld van God. Wat wil zeggen toch dat de mensheid zich moet spiegelen aan wie God is. We kunnen dus niet leren wie we zelf zijn, als we niet leren wie God is. Hoe meer we te weten komen over deze God, hoe beter we onszelf ook, als beeld van die God, leren kennen. Dat is ook de reden waarom zoveel mensen op de dool zijn in hun leven. Ze leren nooit echt waartoe ze in staat zijn, welke mogelijkheden in hun liggen… omdat ze nooit God hebben leren kennen… en zichzelf dus niet kennen, als beeld.

Denk aan het gebed van Jezus in Johannes 17:3 : ‘Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God…’ Dit is de reden waarom we bestaan : dat we God beter leren kennen. Ik hoop dat dit ook in uw leven plaatsgrijpt : het is trouwens een onuitputtelijke zaak, het kennen van God… daar ben je sowieso je hele leven mee bezig.

Zo bidt Paulus voor hen… hij kan moeilijk bidden voor hun dagelijkse probleempjes, want die kende hij niet. Hij was al jaren niet meer in Efeze geweest. Maar toch bidt hij voor hen, dat ze God beter mogen leren kennen… en dan komen alle andere problemen wel goed!

Maar nu, in vers 18 en 19, gaat Paulus verder… In vers 17 ging het over het kennen van God, dat is met het verstand. Nu bidt Paulus ook voor de verlichting van het hart! In de bijbel is het hart het centrum van de daadkracht : het woordje hart in het Hebreeuws is ‘lev’, waar ons woordje ‘lef hebben’ van komt.

Wat we namelijk verstandelijk leren, met ons verstand, moet namelijk ook ook in ons dagdaagelijks leven een plaats krijgen… wat we verstandelijk leren, begrijpen, moet ook leiden tot gemotiveerd handelen. Woorden moeten ook daden worden! Zo worden we christenen die in staat zijn om te dienen… omdat we de kracht ervaren van datgene wat we geleerd hebben (met ons verstand).

Een christen kan geen ‘ivoren toren’ christen zijn. Dat is waar Paulus ook voor bid… dat we de waarheid mogen voelen, niet alleen in het verstand… maar ook in onze emoties, in de drijfveren van ons leven.

Er zijn drie dingen die we moeten weten en aanvoelen met het hart (waardoor ons dagelijks handelen bepaald wordt), zegt Paulus : namelijk de hoop waartoe Hij ons geroepen heeft, ten tweede hoe rijk de heerlijkheid is van Zijn erfenis bij de heiligen, en ten derde, Zijn overweldigende kracht.

Laat ons deze drie eens nader bekijken… ze zijn namelijk voor een christen de bouwstenen van het leven. Ten eerste is er dus de hoop, waartoe we geroepen zijn. Dit is voor Paulus de hoop om te veranderen in de gelijkenis van Jezus, naar het beeld van God. Hij spreekt daarover op verschillende plaatsen in zijn brieven… ‘Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt ( = verandering) voor ons een alles verre te boven gaande eeuwig gewicht van heerlijkheid…’ (2 Kor 4:17).

Met andere woorden, we moeten dus niet naar de wereld kijken zoals andere mensen dat doen : dat namelijk alles wat je nu hebt, het enige is wat je ooit kunt bereiken. Je moet voor je eigen ‘geluk’ zorgen…nu, vandaag. Vandaar dat zoveel mensen ook uit het echt scheiden, en het ‘opnieuw’ proberen… op zoek naar ‘geluk’. Is een heidens concept overigens. Een christen dient daar niet naar te zoeken… het is leuk meegenomen als u nu gelukkig bent… maar dat is niet het doel van het leven… Het leven is, voor een christen, een training : we worden voorbereid op iets veel groters. Wat dat precies is, kunnen we nu nog niet weten… maar het komt, daarop vertrouwen we. Dat is ons beloofd. En dat mogen we dus nooit vergeten, door alle tegenslagen en mislukkingen en lijden heen. Dit is de hoop van een christen!

We laten ons dus niet verleiden door de filosofie van deze wereld, dat je alles wat je wil hebben, nu moet hebben… als christen is het voorbijgaan van tijd, door zelfbeheersing, een loutering tot verandering, om aan zijn beeld gelijk te worden. Alle dingen, waar we vaak nu als mensen naar verlangen, zijn eigenlijk bijkomstig… onbelangrijk. Verlies dus de hoop niet : al lijkt alles, menselijk gezien, verkeerd te gaan. Al wordt je versleten, oud, afgetakeld, ziek… Ons doel is LEVEN, heerlijkheid bij God. Dat is ons eindpunt : een nieuw beginpunt. Oud zijn, betekent in onze maatschappij : afgeleefd, versleten… bijbels gezien betekent het : wijzer geworden, dichter bij God, dichter bij de beloofde heerlijkheid en het nieuwe begin!

Paulus bidt dus voor de christenen van Efeze dat ze zich bewust mogen zijn in hun hart van die grote hoop die we hebben als christen. Een hoop die verder gaat dan de aftakeling, de dood…

Ten tweede bidt hij voor de heerlijkheid van Gods erfenis bij de heiligen (dat klinkt eigenlijk nogal ingewikkeld zo… vaak lezen we dan daarover heen, en beseffen eigenlijk niet echt wat de bedoeling ervan is… ). Wat is Gods erfenis bij ons?… In de Schrift lezen we hoe we, toen we christenen werden, God ons gaven, talenten heeft geschonken, die we kunnen gebruiken om anderen te helpen… om de gemeente op te bouwen… Dat is Zijn erfenis aan ons. Daar bidt Paulus voor : dat we onze talenten mogen beseffen en gaan gebruiken voor de ander. God werkt door mensen heen. Vaak wachten we en bidden we voor een wonder, die als het ware uit de hemel zou moeten komen vallen… maar een wonder gebeurd bijna altijd door mensen heen.

Zo moeten we onze gaven gaan gebruiken om mensen te veranderen, om te keren, van de dood naar het leven. We spraken daarnet over het heidens begrip van ‘geluk’ : iets heel erg individueels, iets egoistisch uiteindelijk ook… het gaat in deze wereld altijd over mijn geluk… Wel, voor een christen is het grootste ‘geluk’ het besef dat je iemand anders hebt kunnen helpen : dat is het mooiste gevoel die er is… iemand heeft zich kunnen optrekken aan je boodschap van hoop… of je hebt iemand kunnen ondersteunen in een tijd van moeite en verdriet… een helpende hand, een troostend woord… dat zijn de mooiste ogenblikken van ‘geluk’ voor een christen!

Daarom moeten we, broeders en zusters, in ons leven heel erg stilstaan bij de gave die God ons geschonken heeft. We moeten beseffen wat dat is…zodat we ons aan het werk ermee kunnen zetten om anderen te gaan helpen. Dat is Gods erfenis aan ons!

Nu kun je misschien zeggen bij jezelf : allemaal goed en wel, beste voorganger, maar ik heb niet de kracht omdat te doen… het lukt me nooit, ik schiet altijd tekort…

Daarom bidt Paulus, als derde puntje, voor Gods overweldigende kracht! ‘… en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven…’ (vers 19) Klinkt eigenlijk heel erg werelds misschien : iedereen wil altijd kracht en macht…

Ik ben bang dat we eigenlijk een heel erg verkeerd beeld hebben van die kracht… een heel erg werelds beeld. ‘Kracht’ in deze wereld wil zeggen : sterk staan, de beste zijn in… Veel christenen zoeken dan ook op de verkeerde manier naar die goddellijke ‘kracht’ : ze denken dat ze innerlijk sterk moeten staan, nooit mogen twijfelen, of dat ze zich super-competent moeten voelen, of dat ze misschien één of ander wonder moeten hebben meegemaakt… of dat ze misschien zelf in staat moeten zijn om wonderen te voltrekken (gebedsgenezingen en dat soort dingen)… Als we zo denken dan begrijpen we eigenlijk niet waar Paulus het over heeft als hij het woordje ‘kracht’ gebruikt. De kracht van God is heel anders! De kracht van God is het omgekeerde van wat deze wereld ‘kracht’ vindt.

Toen je christen werd heb je automatisch die kracht ontvangen. Je ontvangt de Heilige Geest, en dat is de kracht van God die in ons werkt. Maar, zul je zeggen, ik ‘voel’ eigenlijk niets… Wel, we moeten trachten te begrijpen hoe die gans andere kracht nu eigenlijk werkt.

Dat is ook wat de apostel aangeeft in het volgende vers, de beschrijving van wat die kracht is : ‘zijn kracht aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en (wereldse) macht en kracht…’

De opstanding van Jezus is dus het model van die kracht die we bezitten als christen. Ook hier kijken we weeral naar de verkeerde details : we concentreren ons op de aardbeving die toen gebeurde, of op de angst van de Romeinse soldaten, de grote, zware steen die weggerold wordt… dat lijkt allemaal heel erg krachtig… maar dat is niet de opstanding! Dat zijn gebeurtenissen naast de opstanding. Als je er over nadenkt zou je zelfs kunnen zeggen dat Jezus’ opstanding al gebeurd was op het ogenblik van die grootse gebeurtenissen. Die grote steen werd weggerold, niet om Jezus te laten passeren… maar om de leerlingen de grote gebeurtenis te laten zien met eigen ogen. Jezus was toen al lang buiten het graf, waardoor Maria hem ook verkeerdelijk voor een tuinman aanzag….

Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat de kracht van God, de kracht van de opstanding, niet een kracht is die een grote indruk maakt op de mensen. Het is een stille kracht. God is niet in de bliksem, of in de aardbeving… maar in het zachte suizen van de wind! De kracht van God is gans anders! Het maakt helemaal geen spectaculaire indruk… vaak zien we het niet eens als kracht. We kijken er als het ware overheen. Vaak besef je niet eens dat er iets wonderlijks gebeurd… en toch gebeurd het.

We voelen ons niet plotseling sterk en machtig als christen in deze wereld. Nee, integendeel, we voelen ons juist zwak, we voelen ons zo… tekort schieten… Vaak wachten we en wachten we om te handelen omdat we ons eerst krachtig willen voelen… maar dat is niet de weg van deze God. Voel je zwakte, voel je tekorten… en handel! Begin, zet een eerste stap in zwakheid… en de kracht van God zal beginnen werken : geen donderslag, maar het zachte suizen van de wind in je leven… De kracht begint alleen maar te stromen wanneer wij begonnen zijn met werken in ons zwakte. Het werkt, met andere woorden, alleen maar in geloof… dat is wanneer we de eerste stap gezet hebben in vertrouwen, zonder iets groots te voelen. Er zijn veel bijbelverhalen die dat illustreren. Zo onze bijbellezing uit Jozua.

Het volk moet naar de Jordaan toelopen, die buiten zijn oevers getreden was op dat ogenblik van het jaar. Het volk moest vertrouwen dat er iets zou gebeuren. Er was nog niets gebeurd op het ogenblik dat het volk op stap gaat : ze gaan dus in zwakte naar de Jordaan toe! Ze blijven doorwandelen zonder te stoppen, en pas wanneer hun voetzolen in het water terechtkwamen… pas toen ging het water opzij… niet vooraf! Zo werkt de kracht van God…

Geen aardbeving, geen bliksemflits… want de kracht is al aanwezig. God wacht op ons vertrouwen.

Zo is de kracht van God in ons. Je zal nooit te weten komen tot wat je in staat bent, als je blijft wachten op de kracht van God. Onderneem iets : ga in zwakte naar de naaste om te troosten, te helpen, te leren…en dan zul je de kracht van God ontdekken in jezelf. Dat is waar Paulus voor bidt…

Dat is ook het geheim, denk ik, van een levende gemeente, die weet dat Gods kracht in onze zwakheid komt.

Amen.