Deuteronomium 34 : 1 – 7

Deut. 34 : 1 – 7 + Hand 7 : 20 – 36

Gemeente,

‘Mozes nu was honderdtwintig jaar oud toen hij stierf; zijn oog was niet dof geworden en zijn kracht was niet vervlogen…’

Voor we even mogen stilstaan bij de dood van deze uitzonderlijke profeet, is het goed om ook even zijn leven in ogenschouw te nemen. Want honderdtwintig jaar had Mozes geleefd! Die honderdtwintig jaar kan makkelijk ingedeeld worden in drie periodes van elk veertig jaar! Veertig jaar leefde Mozes als een prins van Egypte. Veertig jaar als een herder in Midian. En veertig jaar als leider van het volk Israël bij de uittocht uit Egypte en de reis door de woestijn…

Het getal 40 komen we in de bijbel regelmatig tegen. Het is het getal van een generatie. Er is telkens een nieuwe generatie om de veertig jaar. Het is ook het getal in de bijbel waaraan vaak een test gekoppeld wordt : denk maar aan de 40 dagen vasten van Jezus met op het einde een test (zal de duivel hem kunnen verleiden?)… En zo kunnen we ook telkens spreken van een test in het leven van Mozes. Telkens een test van veertig jaar.

Die eerste veertig jaar van zijn leven zijn de jaren dat Mozes leerde om Iemand te zijn. In Hand 7:22 lezen we : ‘En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in woorden en in daden…’ Alle wijsheid en kennis van die tijd werd hem, als prins, aangeleerd. Ongetwijfeld was hij ook een verrichter van heldendaden als aanvoerder van de Egyptenaren… Ja hij was Iemand belangrijk : ja, hij was de prins van Egypte…
Dit is ook in onze maatschappij ontzettend belangrijk! Iemand te zijn… Die eerste veertig jaren van je leven werk je aan je toekomst, zo heet dat… je bouwt aan je carriere… je status wordt bepaald in de maatschappij!… Je bent dan ook nog jong, vol van kracht… Die eerste veertig jaren zijn de ‘mooiste van je leven’… Zo wordt je dat wijsgemaakt, door deze wereld waarin we leven. Oude mensen zijn eigenlijk afgedankt in deze maatschappij… Kijk maar naar de media, de reclame… allemaal mooie jonge mensen, in de kracht van hun leven. En zo moet je altijd zijn… zo moet je je altijd voordoen… Aftakeling, ziekte, ouderdom… dat wordt doodgezwegen. Net zoals falen in je leven wordt doodgezwegen… Falen? Nee dat mag niet, dat kan niet! Je moet bij de winnaars zijn. En zo was Mozes bij de winnaars, de eerste veertig jaar van zijn leven. Ook hij was een kind van die maatschappij…

Maar zo’n ‘winnaar’… zo iemand die ‘geslaagd’ is volgens de maatschappij… is God daar iets mee?… En wat blijkt uit die eerste test in het leven van Mozes… die eerste test aan zijn veertigste levensjaar… God kon niets met Mozes aanvangen! Mozes zag, als prins van Egypte, de ellende van het volk Israël… en hij besloot zelf (!) om op te treden tegen het onrecht. Hand 7:25 : ‘En Mozes dacht dat zijn broeders begrijpen zouden dat God hun door zijn hand (de hand van Mozes dus!) verlossing zou geven…’… Want dat is het wat een ‘winnaar’ doet : menen dat hij of zij dat zelf wel kan… Door eigen prestatie! Mozes sloeg dan maar iemand dood, bereikte… niets en moest zelfs vluchten… Mozes faalde die eerste test! Hij faalde omdat hij meende Iemand belangrijk te zijn… De eersten (zij die menen eerst te zijn) zullen de laatsten zijn! God kan niet werken met mensen die zichzelf belangrijk vinden

En zo kwam Mozes in Midian terecht en werd hij er herder bij de familie van Jethro. En zo komen we bij de tweede periode van nog eens veertig jaar in het leven van Mozes. En nu moet Mozes leren om een Niemand te zijn. Of beter gezegd hij moet leren om niet-Iemand te zijn, om niet Iemand belangrijk te zijn… niet zich Zelf in het middelpunt te plaatsen. Want we lezen ook in Exodus 2:21 dat Mozes er een familie stichtte (waar totaal niet over gesproken wordt in die eerste veertig jaar). Je zou kunnen zeggen dat hij nu mocht leren om in ‘relaties’ te leven (relatie met z’n partner, relatie met z’n kinderen)… en als het goed is wordt in een relatie de Ander, niet je Zelf, belangrijk in je ogen.
Mozes moest dus doorheen de leerschool van nederigheid in die tweede periode van veertig jaar. Hij moest er gevormd worden tot een ‘onbelangrijk iemand’ (in de ogen van deze maatschappij), zodat God hem kon gebruiken als een instrument voor het heilswerk dat God gepland had.

Veertig jaar had Mozes daarvoor nodig! Veertig jaar om ingrijpend te veranderen : van een prins van Egypte die zichzelf in het middelpunt plaatste, tot een herder met een familie in een vergeten gat in de woestijn. Veertig jaar heeft de mens daarvoor nodig! Eigenlijk een ganse generatie… je ganse volwassen leven zouden we kunnen zeggen, heb je nodig om de wijsheid van nederigheid en zelf-ontkenning te leren. En dat Mozes nu slaagde voor deze tweede test zien we aan zijn reacties op het bevel van God om het volk Israël te bevrijden, dat hij kreeg bij de brandende braamstruik.

Daar waar Mozes de eerste maal impulsief iemand doodsloeg, horen we hem nu zeggen : (Ex 3:11) ‘Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan…?’ Wie ben ik?… Blijkbaar heeft Mozes een laag gedacht gekregen van zichzelf… Want ik ben toch nu een Niemand, zal hij gedacht hebben?… (Ex 4:1) ‘Mozes zei : Zij zullen mij niet geloven en niet naar mijn stem willen luisteren, want zij zullen zeggen : De HEERE is niet aan u verschenen…’ Ja, waarom zou God verschenen zijn aan een onbelangrijk iemand uit een vergeten gat in de woestijn? De maatschappij waarin we leven wil niets horen van ‘losers’ uit de vergeetput… En als laatste tegenwerping van Mozes horen we in (Ex 4:10) : ‘Och Heere, ik ben geen man van veel woorden… ik spreek onduidelijk en moeizaam’! Hoe wonderlijk! Hoe verandert is deze Mozes! Herinner u dat we lazen in Hand 7:22 (over die eerste veertig jaar) : ‘En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in woorden en in daden…’ En nu… het volledig tegenovergestelde! Niet langer machtig in woorden en daden, maar ‘onduidelijk en moeizaam sprekend’!… Dit is het instrument dat God kan gebruiken! God werkt doorheen het ‘geknakte riet en de walmende vlaspit’… niet doorheen mensen met een groot gedacht van zichzelf.

En zo komen we bij de derde periode van veertig jaar : de periode in het leven van Mozes dat hij er was voor de naaste. Hij leefde niet langer voor zichzelf, maar hij leefde als dienaar van het volk! En wat ons bijzonder mag opvallen is zijn leeftijd op dat ogenblik. Toen Mozes begon met zijn dienst in naastenliefde was hij tachtig jaar! Tachtig jaar oud! In onze maatschappij is zo iemand volledig afgeschreven… Wat heb je daar nog aan in onze economie? Carriere is ten einde! Vroeg of laat komt er wel een wetsvoorstel dat we de oudjes kunnen euthaniseren… opgeruimd staat netjes… dat is de weg die onze maatschappij wil volgen. Maar niet zo bij deze God! Aan tachtig jaar begint het pas : de essentie van het leven van Mozes voor God begint dan pas : zijn grote taak begint dan pas : tachtig jaar heeft hij geleefd in voorbereiding van deze grote taak!
Die tachtig jaar was zijn worsteling om bruikbaar te worden voor deze God, zou je kunnen zeggen. En nu, tachtig jaar oud, is hij daar : gevormd tot een zegen van God voor de mensen!
Laten we dus mensen niet te snel afschrijven, broeders en zusters. God gebruikt de ‘minsten’ (in deze maatschappij) voor Zijn grote doel : het volk van God te leiden naar het Koninkrijk van God, het beloofde land.

Tot zover de drie fasen van elk veertig jaar in het leven van Mozes. En dan komt Mozes te sterven… en ook de dood van deze ‘vriend van God’ (want zo wordt hij ook genoemd) mag ons enkele zaken leren : (Deut 34:5) ‘Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE… overeenkomstig het woord van de HEERE. En Hij begroef hem in een dal in het land van Moab…’
Ten eerste kunnen we leren dat een kind van God eerst en vooral een ‘dienaar’ moet zijn, want er staat : ‘zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE…’ Mozes wordt hier niet langer aangeduid als de ‘prins van Egypte’ : zijn status in de maatschappij was niet langer van tel. Dienaar is hij geworden… Dienaar in naastenliefde : dat is wat God voor ogen heeft met de mens! Zo wordt Mozes aangeduid in de bijbel.

En toch, tweede belangrijke puntje, ook Mozes heeft uiteindelijk gefaald (zelfs als dienaar van de HEERE) : eigenlijk mogen we zeggen dat hij uiteindelijk niet slaagde voor de derde test (de derde test van veertig jaar). En geen enkel mens kan slagen (uit zichzelf, uit eigen kracht) in deze derde en beslissende test. Ook Mozes overtrad op een bepaald ogenblik God’s wet, en daarom kon hij het beloofde land niet binnen. En moest hij sterven… Dit is het lot van de mens : sterven zullen we, want ook wij overtreden God’s wet vaak en veel (ook nu nog als christen). Ongetwijfeld zelfs veel meer dan wat Mozes ooit had overtreden. Maar laten we dagelijks bidden te mogen sterven als dienaar van de HEERE, ja te sterven als ‘vriend van God’ (zoals een Mozes)… en dat Hij (God) ons mag begraven waar en wanneer Hij wil, zoals Hij met Mozes deed. Laten we de kracht vinden om ons in nederigheid te onderwerpen aan Zijn wil wanneer ons ogenblik gekomen is!

Sterven, helaas, is de enigste zekerheid van dit leven. Laat dit maar eens goed doordringen! Mozes was zich daar wel van bewust, zelfs als vriend van God. Hij had zijn zuster Miriam al begraven, en ook van zijn broer Aäron had hij reeds afscheid moeten nemen. In Psalm 90, een psalm toegeschreven aan Mozes, lezen we voortdurend over dit einde van de mens : (vers 3) ‘U doet de sterveling terugkeren tot stof’; (vers 10) ‘De dagen van onze (levens)jaren : daarin zijn zeventig jaren, of, als wij zeer sterk zijn, tachtig jaren…’

Sterven is het teleurstellende einde van de mens, van U en van mij. Sterven is het teleurstellende einde van die ‘prins van Egypte’, van die overwinnaar in de maatschappij die meent dat hij of zij het zelf wel kan, door eigen prestatie. Helaas… zo is het niet! De mens faalt (ik weet dat u dat eigenlijk niet wil horen, het is geen populaire boodschap in onze tijd, in onze maatschappij, maar wel een bijbelse).
Toch mag Mozes, nog tijdens zijn leven, het beloofde land zien… aan de overkant van de Jordaan vanop een afstand. Dit is een voorrecht die eigenlijk elk christen krijgt : nu reeds mogen we een glimps zien van de overkant… door de bijbel heen mogen we het ‘beloofde land’ zien : het Koninkrijk van God.
Mozes is niet in staat het beloofde land te bereiken op eigen kracht, door eigen prestatie. Zo kunnen wij dat ook niet… allen zullen sterven. Er is er echter één die ons redt…
Want wie brengt het volk van God tot in het beloofde land? Wie slaagt erin om door de Jordaan heen dat land te bereiken? (de Jordaan is hier een beeld van de dood).
Is het niet JOZUA : de opvolger van Mozes? En Jozua is de Hebreeuwse naam van Jezus (Jezus is de vergriekste versie van Jozua, het NT is immers in het Grieks geschreven). Wie is deze Jezus? Deze Jozua?…. Zijn naam toont ons wie Hij is : ‘Jozua’ (Jehoshua) betekent : ‘JHWH redt’!

Mozes, de prins van Egypte, kan het niet uit eigen kracht… zo kunnen wij het ook niet. Het is God Zelf die ons moet redden…ja, die ons redt!
De dood van Mozes aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn (de levenswoestijn waar wij allen verblijven, buiten het beloofde land), openbaart ons dan ook de GENADE van deze God JHWH. Wij kunnen het niet uit onszelf en we verdienen het ook niet, en toch is Hij daar om ons te redden. Dat is wat ‘genade’ ook betekent : iets ontvangen (redding) wat we eigenlijk niet verdienen. Dat is het ‘goede nieuws’ (het evangelie) : Jezus, de beloofde opvolger van Mozes, zal als een Jozua ons het beloofde land binnenbrengen! Dit is voorspelt door Mozes zelf : (Deut 18:15) ‘Een Profeet uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik, zal de HEERE, uw God, voor u doen opstaan. Naar Hem moet u luisteren…’

Laten we dan vooral dit leren, broeders en zusters, als we zien naar de dood van Mozes : redding ligt niet in onze kracht, niet in onze prestatie. We zijn afhankelijk van de GENADE van deze God, die Hij ons ook geschonken heeft in de opstanding van de Zoon des mensen : Jezus, Jozua, de God die ons redt!


Voorbede.

Hemelse Vader,

Wij bidden U om ons aan te raken.

En wanneer wij trachtten Iemand Belangrijk te zijn

in deze wereld, in deze maatschappij…

wanneer wij trachtten als een ‘prins van Egypte’ te leven…

raak ons aan, zo dat we vluchten uit dit Egypte.

Dat we tot het inzicht mogen komen wie we werkelijk zijn.

Dat we tot het inzicht mogen komen

dat het niet lukt uit eigen kracht,

door eigen prestatie…

En wanneer we dan vluchten uit dit ‘Egypte’

dit land van de dood waar alle mensen schijn-leven,

breng ons in de levenswoestijn,

en leer ons door lijden heen en het leven in relaties,

leer ons om Niemand te zijn,

leer ons om niet-Belangrijk te willen zijn,

maar om te leven in liefde voor de ander,

de naaste die ons nabij is.

Toon ons nog in dit leven Uw beloofde land,

toon ons uw Koninkrijk vanuit de Schriften.

Zodat we de moed niet verliezen,

maar durven verder gaan achter ‘Jozua’ aan!

Wij danken U voor Uw Zoon, Jezus,

Jozua, JHWH die ons redt,

die ons voorgaat naar het beloofde land.

Breng ons behouden thuis Vader,

en schenk ons Uw Liefde,

zodat we ook anderen mogen leiden naar Uw Koninkrijk.

Amen.