2 Timotheüs 4 : 9 – 22

Gemeente,

‘Als gij komt, breng dan de mantel mede, die ik te Troas bij Karpus liet liggen, en ook de boeken, vooral de perkamenten…’

Hoe vreemd lijkt het ons toch dat zo’n detail in de bijbel vermeld staat (breng wat spulletjes mee)… Moet de Heilige Schrift zich niet bezighouden met grote geloofswaarheden en dogma’s? Of met verhalen over helfdhaftig martelaarschap of grootse wonderen?… Nee, broeders en zusters… dat zijn namelijk de dingen die mensen zo belangrijk vinden… waar ze o zo graag ruzie over maken.

Details… Het is als met het vergelijken van schilderijen : hoe herken je het werk van de Meester? We kijken toch niet naar de brede, grote penseelbewegingen… iedereen kan dat. Maar de Meester herken je aan de minitieuze details… Of het is als met een handschrift die je zou tracht te vervalsen… op ‘t eerste zicht kan je het misschien nog op elkaar doen lijken, maar de expert zal het snel doorhebben : details verraden de hand van de schrijver…

En zo mogen we ook de hand van God herkennen in de kleine details die her en der in de bijbel tussen de grote geloofswaarheden instaan. En dan stelt zich de vraag natuurlijk of dat wel zulke kleine ‘details’ zijn?…Ik zou zelfs durven beweren dat we uit deze zogenaamd eenvoudig, alledaagse tekst veel geestelijke wijsheid kunnen halen. Ik vertrouw erop dat deze mantel van Paulus onze harten mag verwarmen deze morgen, en dat zijn boeken en perkamenten ons tot onderwijs mogen dienen.

Laten we dus eerst en vooral eens kijken naar die mantel van Paulus. Paulus, op het ogenblik dat hij deze tekst schrijft, zit gevangen in Rome, en hij had zijn mantel laten liggen bij een zekere Carpus in het havenstadje Troas (in wat nu Turkije is), zo’n 1000 km verder. Romeinse soldaten hadden namelijk de gewoonte om alle extra kledij van een arrestant aan te slaan voor eigen gebruik, en Paulus had misschien de situatie goed ingeschat en op voorhand alle extra bezittingen achtergelaten bij Carpus voor hij gearresteerd werd.

Wat kunnen wij daar nu, als christen, uit leren? Uit die mantel?…

Ten eerste de volledige zelf-opoffering van de apostel voor het werk van zijn Meester. Want laten we ons goed herinneren wat de apostel was, voordat hij zich bekeerde. Hij was een bekend en rijk iemand (denk maar aan het paard waarop hij reed naar Damascus…). Hij was grootgebracht aan de voeten van Gamaliel (de beroemdste rabbi van die tijd)… Elke jood die deze Saulus zag zal gedacht hebben aan de grootse toekomst die voor deze beloftevolle jongeman was weggelegd…

Maar toen hij zijn Meester ontmoette op de weg naar Damascus… hoe veranderde hij! Weg was zijn beloftevolle toekomst, weg het ontzag van zijn volksgenoten, en weg ook zijn rijkdom blijkbaar (of verdeeld onder de armen of aangeslegen door zijn vroegere vrienden)…

‘…Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen’ (Filip. 3:8). Het enige wat de apostel nog heeft is zijn mantel, enkele boeken, een paar perkamenten…

‘Maar alles wat mij winst was (in de ogen van de mensen), heb ik om Christus’ wil schade geacht…’

Hoe zijn wij in dit opzicht? Ik durf er haast niet bij stil te staan…

Ten tweede leren we uit onze tekst hoe helemaal verlaten de apostel wel was. Als hij geen mantel bij zich had… was er dan niemand die er hem eentje kon geven? Of zelfs desnoods lenen? Blijkbaar was Paulus op dit ogenblik in tijd een volslagen vergeten en obscuur figuur geworden. Toen Onesiphorus in Rome aankwam moest hij blijkbaar heel hard en lang zoeken voor hij Paulus terugvond. Tien jaar tevoren was Paulus nog hartelijk ontvangen geweest door de christengemeente in Rome… Tien jaar tevoren had de kerk van Filippi nog een grote collecte voor hem gehouden… Nu is hij oud geworden en bijna niemand herinnert zich hem. Van zijn proces schrijft hij in 2 Tim. 4:16 : ‘Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, maar allen hebben mij in de steek gelaten…’

Laten we geen christen worden om ‘geholpen’ te worden door mensen… Laten we geen christen worden om ‘gelukkig’ te zijn… Hier zien we bij de apostel : geduld in lijden, geduld in eenzaamheid… Wanneer mensen je verlaten (en het kan niet anders dan dat ze dat doen), dan is God er als vriend… ‘… doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven…’ (2 Tim. 4:17). In de grootste moeilijkheden heb je de minste vrienden : laten we Paulus als voorbeeld voor ogen hebben in zulke tijden.

Ten derde zien we in onze tekst de onafhankelijke geest van Paulus : hij trekt zijn plan, zouden we zeggen. Als hij lang genoeg zou hebben staan smeken, dan had hij misschien wel ergens een mantel op de kop kunnen tikken… Maar nee, hij heeft een eigen mantel… en al is die dan 1000 km verwijdert, hij zal wachten tot hij hem weer in handen heeft. Wat een schril contrast met de huidige maatschappij en haar mentaliteit van nu, onmiddellijk, directe bevrediging… Soms moet je mensen iets vragen, ja… soms moet je zelfs smeken… daar is niets verkeerd mee. Maar zolang het op eigen kracht kan moeten we met Paulus zeggen : ‘… noch gegeven brood bij iemand hebben gegeten, maar met moeite en inspanning werkten wij dag en nacht, om niemand van u lastig te vallen…om ons tot een voorbeeld ter navolging te stellen.’ (2 Thess. 3:8). Paulus had als principe : neem nooit iets voor jezelf… hij bleef zelfs zijn beroep van tentenmaker uitoefenen om aan de kost te komen… En nu in gevangenschap, in armoede… zal hij wachten op zijn eigen mantel.

Ten vierde wil ik even kort stilstaan bij het respect voor materiaal. In onze consumptie-maatschappij kopen we ieder jaar nieuwe kleren. De ‘oude’ zijn van het verkeerde mode-kleur… Er moet altijd maar sneller en sneller gekocht worden, en steeds sneller gooien we dingen weer weg… Hier zien we de apostel en zijn mantel… en al ligt die mantel dan eigenlijk aan de andere kant van de wereld (voor die tijd was 1000km eigenlijk zo), Paulus wil hem terug… want de mantel is nog heel erg geschikt. Waarom een nieuwe aanschaffen als je er eentje hebt die nog volledig voldoet? We leven, broeders en zusters, in absurde tijden. Ook dat kunnen we leren uit de bijbel.

Ten vijfde toont ons dit vers hoe onbelangrijk de uiterlijke verschijning was voor de apostel. Hij heeft z’n mantel nodig want het is koud in de gevangenis. Het is gewoon praktisch. Blijkbaar heeft hij ook maar één stel kleren bij zich… hoe zal dat eruit hebben gezien? Heel erg gewoontjes… zelfs versleten toch?… Hoe vaak kijken we niet naar de buitenkant? Hoe is de voorganger gekleed?… Heel erg belangrijk toch?… Of misschien… juist helemaal niet?

Van de grote 19e eeuwse Engelse prediker Whitefield wordt verteld hoe hij eens commentaar kreeg van een gemeentelid dat hij geen toga droeg tijdens de eredienst. Zijn antwoord was : Ik kan preken zonder toga, maar ik kan niet preken zonder de Geest. Hoe vreemd toch dat we nu hier allemaal bevestigend zullen knikken : jaja, de Geest is het belangrijkste… het gesproken woord is het belangrijkste… en toch gaan we volgende week weer commentaar hebben op het uiterlijk en de kledij van de voorganger…

Een christen zou volledig onverschillig moeten zijn ten opzichte van uiterlijk vertoon… zoals Paulus in zijn gevangenis, wachtende op z’n enigste mantel.

Ten zesde kunnen we leren, dankzij dit vers, hoe gewoon, hoe alledaags, hoe ‘normaal’, hoe menselijk… de apostel eigenlijk wel was. Vaak hebben we de idee dat de geloofshelden van vroeger zo bijzonder waren, dat het eigenlijk onmogelijk is dat er nu nog in onze tijd zulke mensen zouden rondlopen… en we noemen ze dan Sint-Paulus enzo (met gratis aureool)… Niets is minder waar natuurlijk… Petrus en Paulus, dat waren mensen zoals u en ik. Misschien bent u ook opvliegend… zoals Petrus. Of hebt u een heel persoonlijke doorn in uw vlees (probleem in uw leven)… zoals Paulus. Is er hier misschien iemand met een erge zieke thuis… zoals de schoonmoeder bij Petrus. Of misschien klaagt u over uw rheumatiek… wel Paulus heeft het koud en wil graag z’n mantel. De bijbel is niets meer en niets minder dan een alledaags boek (dwz een boek voor elke dag!) voor alledaagse mensen… Petrus en Paulus, u en ik… Ok, zul je zeggen, maar hij heeft toch wel heel erg wonderlijke dingen gedaan… Wel, als Paulus dus net zo’n mens is als ons… dan kunnen wij dat dus ook, die wonderlijke dingen! Want de bron waar Petrus en Paulus hun kracht haalden, is er evengoed voor ons. En zoals zij toen de overwinning behaalden, ondanks alle moeilijkheden en teleurstellingen in hun leven… zo zullen wij ook de overwinning kunnen behalen… ondanks de vele, vele moeilijkheden en teleurstellingen in ons leven…

Tot zover enkele kleine opmerkingen die we kunnen leren uit die mantel die daar ligt in Troas bij Carpus…

Er zijn nu ook nog enkele boeken en enkele perkamenten die ook meegebracht moeten worden…

We weten niet wat daarin stond… Maar wat kunnen we daaruit leren?… Wel, ook een apostel moest lezen! De grote geloofshelden kletsten niet zomaar wat raak… nee, ook zij moesten bestuderen voordat ze de boodschap konden brengen. In heel wat kerken ben je de held als je voor de vuistweg kunt preken zonder voorbereiding. Misschien dat een zeldzaam figuur die gave heeft… maar vaak eindigt dat toch maar in hersenloos gewauwel. Iemand die preekt moet lezen! Zie naar de grote apostel! Als er iemand was die door de Geest bewogen werd om te spreken… om de goede boodschap te brengen… dan was het toch wel Paulus!!… En hij heeft boeken en perkamenten nodig om te lezen… Hij had Jezus zelf ontmoet… Hij had visioenen gehad (de 3de hemel enzo…)… Hij had al meer dan dertig jaar gepreekt op het ogenblik van dit schrijven… en hij wil zijn boeken! Hij die nooit leest, zal nooit gelezen worden. Hij die de gedachten van anderen niet gebruikt (en dat is wat lezen is), bewijst dat hij geen gedachten heeft… Ziehier Paulus, de schrijver van het grootste deel van het NT, wil boeken (van anderen toch) om te lezen!

Een tweede opmerking over die boeken : Paulus is niet beschaamd om te bekennen dat hij boeken leest. Vergeet niet, hij schrijft naar zijn jonge leerling Timotheus. Vaak hebben oudere, eerbiedwaardige figuren de neiging om hun bronnen geheim te houden. Het is net als bij preken : je moet als predikant altijd doen alsof je het allemaal zelf bedacht hebt… Belachelijk toch… 2000 jaar van grootse figuren, prachtige preken, wondermooie boeken… Paulus is niet beschaamd om dat te bekennen aan Timotheus… en die mag dat gaan vertellen aan Tychicus of Titus… Paulus ligt daar niet wakker van : zolang de waarheid maar gediend wordt! Zolang het woord van God (niet van Paulus, niet van de predikant) maar verkondigd wordt!

Paulus wil ‘vooral de perkamenten’… De boeken waren waarschijnlijk Grieks en/of Latijn. Daar waar perkamenten Hebreeuws zullen geweest zijn. Misschien stukken OT, Tora-rollen… daarom zou ik willen zeggen met Paulus : lees boeken (voor zover dat in uw gaven ligt), maar ‘vooral de bijbel’.

Iedereen leest graag de ‘Joepie’ en de ‘Flair’ (maar dat bedoelen we hier helemaal niet)… misschien leest u wel nog het kerkblad of een of ander tijdschrift waarin artikels staan van uw kerkelijke denominatie… misschien leest u nog wel eens een bijbelstudie… of zo’n dag-per-dag meditatie… maar leest u ook nog de bijbel zelf??… Als gelovige mag je best wel eens in een menselijk modderpoeltje roeren met een stokje… maar keer toch altijd terug naar de heldere fontein bij uitstek. Lees boeken, maar ‘vooral de perkamenten’… de bijbel. En soms mag dat saai lijken… maar we vinden daar ook, in die bijbel, dagdaagelijkse dingen… eenvoudige menselijke details waar we allemaal wat uit kunnen leren : zoals Paulus die het koud heeft en zijn mantel wil… zoals Paulus die boeken wil lezen en vooral de bijbel zelf.

Amen.