1 Samuël 9 : 17 – 10 : 9

Gemeente,

‘Toen zij aan de grens van de stad gekomen waren, zeide Samuel tot Saul : Zeg de knecht, dat hij voor ons uitga – daarop ging deze weg – maar blijf gij nu staan, dan zal ik u het woord Gods doen horen…’

Dit is de derde maal dat Samuel met Saul sprak.
Het eerste gesprek was bij hun ontmoeting bij de poort toen Samuel Saul uitnodigde naar zijn huis om er te eten. In dat eerste gesprek kon Samuel reeds ervaren hoe nederig Saul zich opstelde : ‘Ben ik niet een Benjaminiet, uit een van de kleinste stammen van Israel? En is mijn geslacht niet het geringste van alle geslachten van de stam Benjamin?…’
Het tweede gesprek van Samuel en Saul is op het dak van het huis. De bijbel zegt ons niets over dit gesprek : ‘En hij (Samuel) sprak met Saul op het dak…’, is het enige wat er staat. Waarover ging dit gesprek?? Niemand die het weet… Maar dit weten we : Samuel had Saul lief (niet in de misvormde moderne zin, maar in de bijbelse zin). Samuel had Saul leren kennen als een nederig en rechtvaardig man. Het zou me niet verwonderen dat dit (geheime) tweede gesprek op het dak daartoe veel zal hebben bijgedragen.

En zo komen we bij het derde gesprek tussen die twee, toen Samuel Saul uitgeleide deed. Het getal drie is in de bijbel steeds het getal van beslissing. (het beslissende moment).
Zal Abraham Isaak offeren? Op de derde dag kwamen zij bij de berg Moria…
Zal Jona sterven in de vis? Op de derde dag spuwde de vis hem op het strand…
Zal Jezus opstaan uit de dood? Op de derde dag stond hij op uit het graf…
Zo is ook hier het derde gesprek het gesprek van de beslissing. Zal Samuel Saul zalven? Zal Saul koning worden?…

Ik wil het met u vanmorgen hebben over dit derde gesprek. Het gesprek van de beslissing. Want ook in uw leven is zo’n gesprek noodzakelijk. Mocht u dit derde gesprek nog niet hebben mogen meemaken in uw leven, dan hoop ik dat deze morgen u brengt naar dit derde gesprek zoals Saul geleid werd tot bij Samuel.

‘Zeg de knecht, dat hij voor ons uitga – daarop ging deze weg – maar blijf gij nu staan, dan zal ik u het woord Gods doen horen…’
Zeg de knecht, dat hij voor ons uitga… Broeders en zusters, laat de ‘knecht’ voor u uitgaan vanmorgen! Dat wil zeggen : vergeet voor een ogenblik de ‘knechten’ in je leven : je werk, je carriere, je problemen…
‘Maar blijf gij nu staan…’ Sta even stil vanmorgen broeder, zuster… laat het woord van God tot u komen! Vergeet voor een ogenblik de ‘ezels’ in je leven! (want dat is het waar Saul op zoek naar was, naar de ezels van z’n vader)… en dat is het (helaas) waar wij ook voortdurend mee bezig zijn… onze ‘ezels’. Iedereen heeft zo z’n eigen ‘ezels’… die verloren gelopen zijn en waar we gans ons leven achterna hollen… Blijf gij nu even staan, broeder, zuster, vanmorgen… en zeg al de ‘knechten’ in je gedachten dat ze even voor ons uitgaan… u even met rust laten. Alleen dan kun je ook het woord van God horen

Ik weet dat er heel wat ‘luisteraars’ zijn die, terwijl de preek bezig is, zich onledig houden met het tellen van steentjes in de muur… of wegdromen naar exotische stranden met wuivende palmbomen… Ik kan u alleen maar verzoeken, zoals Samuel het vroeg aan Saul : Zeg de knechten in je gedachten dat ze voor ons uitgaan, dat ze zich even verwijderen… en blijf even staan in gedachten, luisterend naar de preek… dan zal ik u het woord Gods doen horen.

Want welk was het onderwerp waar Samuel met Saul over sprak op dit beslissende, derde gesprek?
‘Zeg de knecht, dat hij voor ons uitga – daarop ging deze weg – maar blijf gij nu staan, dan zal ik u het woord Gods doen horen…’ Ja, het woord Gods is het onderwerp!
Dit is een uitzonderlijk iets… we hebben het in de kerk al zo vaak gehoord dat we er eigenlijk niet bij stilstaan wat voor genade dat eigenlijk is : dat de almachtige God, schepper van hemel en aarde, woorden zou richten aan de mens. Dat zo’n oppermachtig wezen zijn onmetelijke gedachten zou plooien in gebrekkige mensentaal… Wij mensen hebben een volledig vertekend beeld van onszelf : we zien onszelf als de kroon van de schepping en dus, denken we, moeten we wel in staat zijn tot alles : het bereiken van alles, het begrijpen van alles…

Broeders en zusters, wij zijn… stof… wij zijn niets in vergelijking met onze Meester…
Dat Hij dus zou spreken (in mensentaal!) tot ons is een onwaarschijnlijk voorrecht! Wat een zegen is het niet dat Hij tot ons spreekt in de woorden van de bijbel! Ja, meer nog dan dit : uiteindelijk sprak Hij tot ons in Zijn Zoon, Jezus de Christus… die dan ook het Woord wordt genoemd (Johannes). De gedachten van een mens worden door middel van woorden medegedeeld aan andere mensen… het woord is het uiterlijke teken van de gedachte van een mens. Zo is Jezus het uiterlijke teken van de gedachten van God Zelf : liefde mogen we zien in Zijn geven van de Zoon… gerechtigheid zien we in Zijn bloed die voor ons vloeide… genade wordt ons medegedeeld in Zijn opstanding.

Als God zulke dingen doet voor ons… zouden we dan niet even stilstaan… onze ‘knechten’ even wegzenden… en luisteren naar wat Hij te zeggen heeft??…
En in dit concrete geval, dit derde gesprek tussen Samuel en Saul, mogen we ook een boodschap horen voor onszelf (zoals dit steeds het geval is in de Schrift!). Een boodschap van God specifiek gericht aan U persoonlijk! Woorden staan daar immers nooit zomaar, bijkomstig. Want Samuel sprak over een Koninkrijk, waar Saul koning van zou worden.
Daar had Saul nog nooit aan gedacht… hij zat met z’n gedachten bij z’n ‘ezels’ om het zo maar te zeggen… maar een troon en een kroon waren nog nooit bij hem opgekomen!

Is het ook niet zo bij ons? We verprutsen onze tijd (ook als gelovige) door te jagen op onze ‘ezels’ (carriere, hobbies, al onze aardse verlangens…)… Beseffen we wel dat er zo iets is als het Koninkrijk van God? Dat we geroepen zijn om koning te worden? Ja, beseft U dat U geroepen bent door God persoonlijk om koning te worden??… ‘Maar zoekt eerst zijn Koninkrijk en zijn gerechtigheid en dit alles (de ‘ezels’ zeg maar) zal u bovendien geschonken worden…’ (Matt. 6:33).

Dit is het evangelie : dat we in Jezus gemaakt zijn tot koningen en priesters voor God, en dat we met Hem zullen regeren in het Koninkrijk! Ja, God roept ons tot een veel hogere taak : niet langer jagen achter ‘ezels’… Niet langer dromen van ‘ezels’… ‘De ezelinnen die gij zijt gaan zoeken, zijn terecht…’ (10:2). Want God zorgt toch ook voor zijn kinderen in het dagelijkse?…
Saul droomde niet van koninkrijken die hem ten deel zouden vallen… wij doen dat ook niet… maar leer luisteren naar het woord van God : en we zullen een Koninkrijk vinden en een Levenskroon zal U ten deel vallen… een troon aan de rechterhand van God bij Christus op de dag van Zijn wederkomst.

Nu sprak Samuel niet alleen over het koningschap van Saul in dit derde, beslissende gesprek… maar hij zalfde hem ook (10:1). Samuel zalfde Saul tot koning. Zoals ook wij ‘gezalfd’ worden tot koning : bent U immers niet gedoopt? En ontvangen we niet de zalving van de Heilige Geest als gelovige?…
Waarom twijfelen we dan aan onszelf als gelovige? Leer toch te bidden om kennis en kracht!
En wanneer wij dan leren om de ‘knechten’ voor ons uit te zenden en leren om even stil te staan… dan zullen we ook mogen ontdekken dat het God Zelf is die ons alle belangrijke dingen leert : ‘Er is geschreven in de profeten : En zij zullen allen door God geleerd zijn…’ (Joh. 6:45).En ook :
‘Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn’… (Joh. 1:12). Niet uit eigen wil… Zoals Saul zichzelf niet zalfde maar door Samuel gezalfd werd (kompleet onverwachts want hij droomde uiteindelijk slechts van ‘ezels’), zo zijn ook wij gezalfd door de Heilige Geest… kompleet onverwachts. Het is niet alleen met water dat we gedoopt worden tot wegwassing van zonde en schuld… maar ook worden we gezalfd met de Heilige Geest tot het verkrijgen van de nodige kennis en kracht om in het dagelijkse leven zijn Naam te verspreiden.

In dit derde, beslissende gesprek tussen Samuel en Saul hebben we dus mogen zien, ten eerste, hoe Samuel sprak van een Koninkrijk en hoe Saul onverwachts koning zou worden, zoals ook wij als gelovige koning mogen worden in het hemelse Koninkrijk. Ten tweede was er de zalving van Saul, zoals ook wij gezalfd worden met de Heilige Geest. En ten derde en laatste lezen we : ‘Dan zal de Geest des HEREN u aangrijpen (dat is die zalving); gij zult met hen in geestvervoering geraken en tot een ander mens worden…’ (10:6). Tot een ander, een nieuw mens worden! Ja, die woorden zijn ook persoonlijk aan U en mij gericht!

Dat is namelijk wat met ‘wedergeboorte’ bedoeld wordt : tot een nieuw schepsel worden in Jezus Christus. Een nieuwe schepping : ‘Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven…’ (Ezech. 11:9). Dat is wat een gelovige zou moeten zijn : iemand die ingrijpend, wezenlijk veranderd is. Zo ingrijpend dat je van een nieuw mens kan spreken : iemand die zonde is gaan haten (zelfs al blijven we helaas nog worstelen met het ‘vlees’ (om met Paulus te spreken)) en die tracht te komen tot rechtvaardigheid zoals God het wil in ons leven.

Broeders en zusters, eigenlijk moeten we worden zoals Saul op dat ogenblik van het derde, beslissende gesprek. We hebben in het begin van de preek gezien hoe Saul zichzelf zag als de geringste van de stam Benjamin, de kleinste van Israel?…
Als je van jezelf denkt hoe fantastisch je wel bent als christen… hoe beter dan de anderen… dan vrees ik dat ik je moet zeggen dat er blijkbaar nooit een derde gesprek is geweest in je leven… Maar stel je jezelf nederig op voor Hem (zoals Saul)… aarzel je, twijfel je?… ‘Ik kan geen christen zijn… ik ben niet goed genoeg…’ Dat, broeders en zusters, is het ogenblik van het derde gesprek tussen God en jezelf!

Want Hij is het die jou tot koning maakt (dat doe je niet van jezelf). Hij is het die jou zalft met de Heilige Geest (dat kun je niet zelf). Hij is het die een nieuwe schepping maakt in je binnenste… denk je werkelijk dat je zoiets zelf zou kunnen??…

Broeders en zusters, dit is het waarover je vanmorgen moet nadenken : het koninkrijk, de zalving, en de nieuwe schepping die God in je bewerkt. Laat de ‘ezels’ van je leven voor wat ze zijn… stuur de ‘knecht’ in je gedachten even weg… sta even stil vanmorgen en luister naar het Woord van God over deze dingen.

Stel jezelf dan nederig op… en besef hoe alles van Hem komt. Besef hoe je eigen leven vol met tekortkomingen is… vol met vlekken van onrecht… maar Hij zal je witter maken dan sneeuw. Een nieuwe start wordt mogelijk wanneer God zich over je ontfermt in Jezus en je tot koning maakt en je zalft met de Heilige Geest… ja, je tot een volledig nieuwe schepping maakt die Hem zal eren, die de naaste lief zal hebben.

Ga dan heen in de wereld en wees dan een bijbelse ‘koning’ temidden van mensen : d.w.z. een dienaar van mensen die Gods woorden spreekt.

Voorbede.

Hemelse Vader,

leer ons om onze ‘knechten’ voor ons te doen uitgaan.

Dat we niet langer jagen achter onze ‘ezels’ aan…

Dat we ogenblikken mogen hebben in ons leven

dat we leren om stil te staan en te luisteren

naar Uw woorden in ons derde gesprek met U.

Wij danken U veel te weinig Vader,

voor het onmetelijke voorrecht

dat U tot ons spreekt in de woorden van de bijbel.

Dat U het ultieme Woord gebracht hebt tot ons

in Uw Zoon Jezus de Christus.

Leer ons om niet langer bezorgd te zijn om onze ‘ezels’,

maar schenk ons het inzicht van onze hoge roeping

tot koningen in Uw Koninkrijk.

Wij kunnen deze roeping niet aan uit onszelf,

door eigen prestatie of eigen werken.

Daarom Vader, zalf ons met Uw Heilige Geest!

Maak ons tot een nieuw mens,

ja, laat ons worden tot een nieuwe schepping voor U.

Geef ons dan het inzicht en de wijsheid

dat we inderdaad een nieuw schepsel zijn voor U,

en geef ons de kracht om ons daarnaar te gedragen.

Dat we ons nederig opstellen tegenover onze naaste,

dat we er voortdurend zijn om hen te helpen.

Dat we leren om ‘koning’ te zijn zoals U het wil :

een dienaar van alle mensen.

Geef ons daartoe Uw kracht!

Amen.