1 Koningen 13 : 1 – 34

Gemeente,

‘Hij zei tegen hem : Ik ben ook een profeet, zoals u, en een engel heeft door het woord van de HEERE tot mij gesproken : Laat hem met u terugkeren naar uw huis, en laat hij brood eten en water drinken. Hij loog echter tegen hem…’
Broeders en zusters, dit verhaal in 1 Koningen is ongetwijfeld één van de meest vreemde verhalen uit de bijbel. Dit wordt zeker niet verteld in de zondagschool aan kinderen! Een dappere profeet gehoorzaamt het bevel van de HEERE God, om daarna datzelfde bevel te negeren! Een andere profeet vertelt een leugen, om daarna waarachtig en juist te profeteren! Op het einde wil de ene profeet bij de andere begraven worden… Heel erg bizar allemaal toch?

Het is een moeilijk verhaal omdat we ook niet echt goed te weten komen wie de ‘helden’ zijn… Wie heeft het bij het rechte einde??…. Wie is juist, wie is fout?… Deze ‘mannen van God’ die het Woord van God brengen aan de mensen blijken leugenaars te zijn en overtreders van God’s opdrachten. En juist daarom is dit verhaal zo dicht bij ons! Zo dicht bij onze eigen ervaringen als gelovigen. Is het werkelijk zo bizar om geestelijk falen te zien in de levens van geestelijke leiders? Ja, ook onze leraren en predikanten zijn schuldig aan zonde! In 1 Koningen 13 mogen we zien dat onze enige hoop moet gevestigd zijn op het ware Woord van God!

Dit verhaal in 1 Koningen 13 is niet alleen heel erg bizar, maar ook nog eens bijzonder verwarrend. Eigenlijk begint het met koning Jerobeam die een altaar plaatst in Bethel. Een altaar voor een afgod van Jerobeam’s makelij : een gouden kalf genaamd ‘JHWH’. Door dit te doen verbond Jerobeam de Naam van de levende God met het symbool van een stierkalf (de afgod van vruchtbaarheid en economie in de omringende landen). Daarom zond God een profeet (zijn naam komen we niet te weten) vanuit het kleine zuidrijk Juda naar Bethel (in het noordrijk Israël) om Jerobeam hiervoor te veroordelen. God gaf aan deze profeet precieze instructies : (vers 9) ‘U mag geen brood eten of water drinken, en u mag niet terugkeren via de weg waarlangs u gegaan bent!’…

Waarom gaf God deze bevreemdende instructies aan Zijn profeet? Misschien was het om symbolisch te tonen dat het zuidrijk Juda geen gemeenschap mocht hebben met de zondige verering van het noordrijk Israël (brood samen eten was een beeld in die tijd van gemeenschap hebben, het leven samen delen)? Of wilde God Zijn profeet beschermen tegen de manipulaties van koning Jerobeam, die inderdaad probeerde om de profeet om te kopen (vers 7). Wat ook de reden mag geweest zijn, God gaf een helder en duidelijk bevel aan Zijn profeet. En die profeet gehoorzaamde dan ook zonder verpinken en ‘hij ging langs een andere weg, en keerde niet terug via de weg waarlangs hij naar Bethel gekomen was…’ (vers 10). Met andere woorden, laten we heel duidelijk zijn : deze profeet uit Juda was een echte profeet, een echte man van God, die Gods Woord sprak wanneer hij daartoe de opdracht had gekregen.

Dit is meteen ook een opdracht voor ons vandaag : ook wij moeten de richtlijnen in God’s woord, de bijbel, precies volgen en in alles volledig gehoorzamen… en in het bijzonder wil ik mij daarbij richten tot onze geestelijke leiders, zij die God’s woord brengen aan de mensen. Onze God is een exacte Meester en Hij vraagt van ons exacte gehoorzaamheid.
Helaas, onze vriend, de profeet uit Juda, volhardde niet in gehoorzaamheid aan het bevel van God. Want de verleiding kwam natuurlijk nog eens, wat verleidingen namelijk doen. Het is niet omdat we één keer hebben weerstaan aan een bepaalde verleiding dat we dan ook automatisch ‘gewonnen’ hebben. Nee, de verleidingen in ons leven komen voortdurend terug!

En die tweede maal dat de verleiding kwam was voor de profeet uit Juda moeilijker om te weerstaan, want nu kwam dezelfde verleiding door middel van een collega zouden we kunnen zeggen, een profeet uit het Noordrijk Israël : (vers 15) ‘Toen zei hij tegen hem : Kom met mij mee naar huis en eet brood…’ Maar kijk, ook nu kan de profeet uit Juda weerstaan aan de verleiding, zelfs al kwam die door een andere man van God! Vers 16 : ‘Maar hij zei : Ik kan niet met u terugkeren of met u meekomen. Ik zal ook geen brood eten of water met u drinken in deze plaats…’
Deze profeet uit Juda is bijzonder, broeders en zusters! Zelfs wanneer de verleiding komt via een medegelovige kan hij er aan weerstaan! Deze profeet uit Juda was een echte profeet, een echte man van God, die zich hield aan de opdracht die hij gekregen had!

Maar nu komt de verleiding een derde maal (3 is het getal van beslissing in de bijbel). De profeet uit het noordrijk begint namelijk te liegen : (vers 18) ‘Hij zei tegen hem : Ik ben ook een profeet, zoals u, en een engel heeft door het woord van de HEERE tot mij gesproken : Laat hem met u terugkeren naar uw huis, en laat hij brood eten en water drinken. Hij loog echter tegen hem…!’
Als een medegelovige zoiets zegt, moeten we hem dan niet geloven? Een echte broeder of zuster die ons zegt hoe ze een boodschap hebben gekregen van God voor ons!… In sommige kringen gebeurd dat weleens… In sommige kringen kan een voorganger, een predikant, zo macht uitoefenen over z’n kerk. Nu zult u ongetwijfeld zeggen : Maar dat kan toch? Spreekt een voorganger niet, als het goed is, het woord van God voor de gemeente?… Hoe kunnen we dan weten of zo’n woord goed is en van God afkomstig is… of dat het gewoon gelogen is??….

Ook daar helpt het verhaal ons : de profeet uit Juda had namelijk kunnen weten dat de profeet uit het noordrijk aan het liegen was, want wat die zei was een directe tegenstelling van de opdracht die de profeet uit Juda had ontvangen van God Zelf! God kan Zichzelf niet tegenspreken!… Dit is de manier om te weten of een ‘woord’ van een voorganger of geestelijk leider van God afkomstig is : spreekt de bijbel datzelfde woord? Of ontstaat er een tegenstelling?… Merk op dat de liegende profeet zei dat zijn woord van een ‘engel’ afkomstig was… sowieso minder betrouwbaar dan een woord van God Zelf! De profeet uit Juda had beter moeten weten! Galaten 1:8 : ‘Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie (een ‘woord’) zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt…’

Dit is meteen een centrale stelling van onze tekstlezing : een zogenaamd nieuw woord van God, of een inzicht omtrent God’s woord, kan NOOIT het woord van God die we al ontvangen hebben (de bijbel!) tegenspreken! Hou echter in gedachten dat uw interpretatie van het reeds bestaande woord van God niet altijd vanzelfsprekend is! Een nieuw inzicht, die op ‘t eerste zicht een tegenstelling lijkt (met uw gedachten), kan wel degelijk God’s woord voor u zijn, die u wil losmaken van vastgeroeste vanzelfsprekendheden. Met andere woorden : we moeten dagelijks bidden en lezen in het Woord, zodat God ons het juiste inzicht mag verschaffen.

Om nu terug te keren naar ons verhaal : de profeet uit Juda, de man van God, moest dus een keuze maken : blijven in Bethel of naar huis gaan in Juda? Dat zal voor hem toch even een geestelijke worsteling geweest zijn, denk ik zo. Wel, wij ervaren iedere dag dezelfde worsteling. De verleidingen van zonde zijn er elke dag! En vaak zijn het zelfs onze vrienden, onze collega’s, onze familie (de mensen die we vertrouwen!), die zulke verleidingen in ons leven brengen. Dit is het waar de man van God, de profeet uit Juda, faalde : (vers 19) ‘Toen keerde hij met hem terug, at brood in zijn huis en dronk water…’ Heel erg begrijpelijk, en als we eerlijk zijn, dan weten we ook dat hetzelfde vele, vele malen gebeurd in ons eigen leven.

Daarom schreef Johannes ons in 1 Joh. 4:1 : ‘Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn, want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan!’ En soms kunnen die ‘valse’ profeten wel degelijk gelovigen zijn, die op andere ogenblikken ware profeten zijn… want ook zij zijn falende mensen! Er zijn mensen die vlotjes zeggen : ‘De HEERE zegt dit…’, of ‘Het Woord van God zegt dat…’… Test zelf wat de spreker zegt aan het Woord van God, de bijbel, dat we reeds in ons bezit hebben!
Nu lezen we echter (in vers 20) : ‘En het gebeurde, toen zij aan tafel zaten, dat het woord van de HEERE tot de profeet kwam die hem had laten terugkeren…’ U weet wel, die liegende profeet! En nu spreekt die valse leugenprofeet het ware woord van de HEERE!!… Dit kan ons heel vreemd in de oren klinken. En dat is omdat we een fout idee hebben over mensen, ja over zij die het woord van God spreken, onze leiders en predikanten. Wij gaan er altijd van uit dat er alleen ‘goeie’ en ‘slechte’ sprekers zijn. Eénmaal ‘goed’ bevonden is alles wat je zegt ‘goed’… ben je ‘slecht’ of vals, dan is alles wat je komt te zeggen fout…

Maar zo werkt het niet, want de woorden van God komen tot ons doorheen zondige mensen! Zelfs de evangeliën werden geschreven door falende mensen. En elke zondag wordt het woord gebracht in de kerk door een falende zondaar! Als u mijn zonden zou weten dan zou u gillend weglopen uit de kerk! Heb ik gelogen tijdens bepaalde preken die ik bracht? Zeker weten, want ik ben vaak arrogant en betweterig… Heb ik mij altijd zelf gehouden aan de opdrachten die het woord van God ons brengt voor het dagelijkse leven? Zeker niet, ik maak mij geen illusies over mijn dagelijkse wandel die vaak in opstand is tegen God… Dit is een paradox eigenlijk : dat het woord van God gebracht wordt doorheen zondige mensen aan zondaars…

(Vers 21) : ‘Hij riep tegen de man Gods die uit Juda gekomen was : Zo zegt de HEERE : Omdat u ongehoorzaam bent geweest aan het bevel van de HEERE… daarom zal uw dode lichaam niet in het graf van uw vaderen komen!’… En inderdaad kwam die ware profeet van God te sterven langs de weg (de levensweg) vanwege zijn ongehoorzaamheid… en dat is iets wat met ons allen zal gebeuren : te sterven vanwege onze zonden, want het loon van zonde is de dood.

Dan zou je denken : nu zijn we aan het einde van het verhaal. De ware profeet die zich niet hield aan het woord van God was gestorven. Wat valt er verder nog te zeggen?… Veel, want het verhaal eindigt hier niet, Godzijdank! De leugenprofeet, die ook een ware profeet was, klom op zijn ezel om te gaan kijken naar het drama langs de weg. En bewogen door ontferming, nam hij het lijk van de andere profeet mee naar huis, want zij waren eigenlijk spirituele broeders… allebei falende ware profeten van God. (vers 29) : ‘Toen nam de profeet het dode lichaam van de man Gods op, legde het op de ezel en bracht het terug… (vers 30) Hij legde zijn dode lichaam in zijn eigen graf. Ze bedreven rouw over hem, met de woorden : Ach, mijn broeder!’… Naar het woord van God, werd de profeet uit Juda, niet begraven bij zijn vaderen… maar werd hij begraven door zijn spirituele broeder, zoals ook wij allen eenmaal begraven zullen worden door onze sprituele broeders en zusters in de kerk. En het bijzonderste is wel dat de profeet van Bethel vroeg aan zijn zonen : (vers 31) ‘Als ik gestorven ben, dan moeten jullie mij begraven in het graf waarin de man Gods begraven is. Leg mijn beenderen naast zijn beenderen…’ Ware falende profeten worden begraven in hetzelfde graf! Ja, ik zou durven zeggen in geloof : alle falende gelovigen, U en ik, wij worden begraven in datzelfde graf. In geloof mogen we zeggen : dat graf waarin wij allen afdalen, is het graf van onze Redder Jezus de Christus, die de dood overwon en opstond tot nieuw Leven!

Broeders en zusters, het verhaal in 1 Koningen 13 toont ons dat elk mens, elke gelovige, uiteindelijk of faalt in woorden (liegen) of in daden (niet handelen naar de opdracht van God). Als er één iets is waarop we kunnen rekenen in dit verhaal dan is het wel de waarheid van God’s woord. Zoals Paulus ons zegt in Rom. 3:4 : ‘God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar…’ Zelfs wanneer elk mens faalt (onvermijdelijk), dan blijft God trouw aan zijn woord! Elke mens in onze tekstlezing was een falende mens, maar het woord van God was telkens waar, zelfs al kwam het van de lippen van een leugenaar. Broeders en zusters, dit is onze taak : onderscheid de dingen, behoud het goede, vertrouw daarbij op het woord die we reeds ontvangen hebben! Zelfs wanneer onze leiders, onze predikanten, onze kerkeraadsleden, onze zondagschoolleiding falen, dan nog zal het woord van God Zijn reddend werk doen. Want dit heeft Hij ons beloofd.
Claim nooit dat jouw woord automatisch het woord van God is, zoals de profeet van Bethel. Maar geloof, vertrouw in eenvoud op wat God ons meedeelt in de bijbel, en je zult tot rust komen in de vrede van het eeuwige leven. Vertrouw niet op mensen, maar vertrouw op onze God die eeuwig en Waarachtig is!

Voorbede.

Hemelse Vader,

Breng ons tot het inzicht dat onze sprekers,

onze leiders, onze predikanten, falende mensen zijn.

Laat ons echter niet neerkijken op hen,

of hen overladen met kritiek…

Maar beseffen dat ook zij zondaars zijn

temidden van ons zondaren!

Geef ons het inzicht en de wijsheid

om voortdurend te bidden om Uw wijsheid,

zodat we alles wat we horen mogen toetsen

aan Uw geopenbaarde Woord die we reeds ontvangen hebben.

Schenk ons daarom bovenal Uw Geest, Vader,

zodat we tot een juist begrijpen mogen komen

van Uw geopenbaarde Woord, de bijbel.

Zodat we ook onze vastgeroeste foute ideeën

telkens mogen bijsturen met nieuwe inzichten.

En wanneer een spreker, een predikant

tekort schiet en faalt in het brengen van het woord,

ja wanneer zij tot ons liegen…

Schenk vergeving voor hen in onze harten.

Dat wij hen zacht bij de hand mogen nemen

om hen te wijzen op hun fouten… of

dat zij ons zacht bij de hand mogen nemen

om ons te wijzen op onze vele, vele fouten.

Wees ons genadig Heer! En werk Uw goede werken in ons!

Spreek Uw woorden van geloof, hoop en liefde,

doorheen onze predikanten en gastsprekers.

Dit vragen wij U, in Naam van Uw Zoon, Jezus de Christus.

Amen.